Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1405 resultaten - Pagina 9 van 94

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[15] De krater van de noordpool lijkt het meest op de uitmonding van een appel als de steel verwijderd is en die monding gaat dan over in een kanaal met een doorsnede van ongeveer 2000 meter. Dit loopt steeds nauwer wordend door tot in het middelpunt van de aarde en is als het ware de mond van de aarde, waardoor deze haar passend voedsel uit de oneindige ruimte opvangt; -en de zuidpool gelijkt derhalve op een lozingskanaal ( anus der aarde) .
Hoofdstuk 11: De noordpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Kijk eens opmerkzaam naar de zon. Wie kan er bepalen hoe ver haarstralen uiteindelijk reiken? Stel de leeftijd van de zon op meer dan honderdduizend deciljoen jaren. In deze voor jullie onvoorstelbaar lange periode heeft de zon haar stralen voortdurend in de oneindige ruimte gezonden, zodat er nu nog stralen, die het eerst van haar uitgingen, op weg zijn in de verre oneindigheid. Maar er zijn ook ontelbare stralen tot haar teruggekeerd vanaf de punten waar ze opgevangen werden. Het fenomeen van de verzamelpunten is beter te begrijpen, wanneer men inziet, dat de dagelijks schijnende zon steeds verkondigt: 'Zie, zo lang al zend ik mijn stralen uit in de oneindigheid en toch is mijn licht gedurende deze voor mensen onvoorstelbaar lange tijd niet zwakker geworden!'
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Hier kan gevraagd worden: 'Hoe zal de zon dan die stralen weer terugkrijgen, die sinds haar eerste periode van ontstaan nog steeds de oneindige ruimte ingaan ?'
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Als men de aarde zou kunnen wegnemen, die het huis der droefenis of de hel is, zo zou de gehele oneindige ruimte op de ene plaats even licht zijn als op de andere; zo is ook de diepte in de Vader op de ene plaats even licht als op een andere, door de glans van de Zoon van God. En zoals de zon een zelfstandig wezen is, vol kracht en licht, dat niet uit alle schepselen schijnt, maar in alle schepselen en alle schepselen zich verheugen in haar kracht, zo is ook de Zoon een aparte zelfstandigheid in de Vader en Hij is des Vaders vreugde of het hart of middelpunt van de Vader.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Door een positieve dwang van de onwrikbare wil van de bron van alle macht werden de eerste scheppingsideeën in een afgezonderd, op zelfstandigheid lijkend bestaan gesitueerd; de afscheiding en het vormen van het door ruimte en tijd beperkte bestaan werden vervolgens aan onveranderlijke wetten ondergeschikt gemaakt.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Zoals al eerder werd aangeduid, bevonden we ons niet precies op het hoogste deel van de berg, maar vanwege de grotere en aangenamere ruimte meer beneden op de eerste hellingen, omdat veel volk uit de stad Mij gevolgd was, en ook omdat daaronder veeloude en al zeer zwakke mensen waren, die bij de aanmerkelijke hitte van de dag de top van de berg nauwelijks zouden hebben bereikt. Maar ondanks dat waren we toch tamelijk hoog en de stoet bewoog zich vrij langzaam, omdat veel slecht ziende mensen door de schemering het pad niet zo goed zagen.
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Stel, dat een paar van uw ondergeschikten zich niet aan uw voorschriften hebben gehouden, en dat ze daarvoor gestraft moeten worden. Op de voorgeschreven manier onderzoekt u wat ze hebben gedaan en u probeert ze tevens door allerlei slimme vraagjes te laten bekennen; maar ze gebruiken hun verstand en zien kans alles te weerleggen, wat u met Uw verstand zo slim en verstandig weet te vragen. Op die manier maakt de ene leugen steeds weer ruimte voor de andere, en het eind van het liedje is, dat u hen veroordelen moet, zonder dat ze bekend hebben, waarbij u moet afgaan op de verklaringen van getuigen, die hen vaak vijandig gezind zijn en die óók geen waarheid spreken. Bij zo'n rechtspraak kunt u gevoeglijk aannemen, dat misschien in één van de tien gevallen een rechtvaardig oordeel uitgesproken wordt en dat de onschuldige hetzelfde lot ondergaat als de schuldige!
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Toen wij voor het huis kwamen, vroegen enige Farizeeën en schriftgeleerden uit Jeruzalem, of Ik hier geen wonderen en tekenen zou doen. Maar Ik zei hen heel ernstig en beslist: 'Neen, door uw ongeloof is dat hier niet mogelijk!' Na dit besliste neen begon men zich te verspreiden, en een paar mompelden en fluisterden elkaar in het oor: 'Hij is bang voor de heren uit Jeruzalem en durft niet.' Anderen zeiden: 'Hij heeft zijn tovermiddelen zeker niet bij zich.' Weer anderen zeiden: 'Hij doet hier niets vanwege zijn landslieden; want hij zal wel weten, dat hij bij hen niet erg hoog aangeschreven staat!' Onder zulke en gelijksoortige opmerkingen verstrooiden ze zich, en binnen enkele ogenblikken was er geen mens meer bij het huis van Maria, de moeder van Mijn lichaam, en we hadden meteen ruimte genoeg om naar de stad te wandelen.
Hoofdstuk 105: Naar Nazareth. Ongeloof verhindert de wonderen. (3/4.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Door al die drukte aangelokt komen er echter ook een aantal Farizeeën en schriftgeleerden, deels uit Jeruzalem maar op dit ogenblik in Kapérnaum verblijf houdend, en deels ook uit Nazareth en uit de omgeving, tesamen met de priesters en schriftgeleerden uit Kapérnaum, speciaal voor Mij naar dit huis. Ze hebben van Jaïrus gehoord hoe Ik zijn dochtertje, waarvan boven alle twijfel verheven vast stond dat ze dood was, weer levend gemaakt heb. Het volk maakt ruimte voor hen, zodat ze bij Mij in het huis kunnen komen.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Luister, mijn huis is net als de meeste vissershuizen gedekt met riet! We zetten buiten twee ladders tegen het dak, en schuiven vlug zoveel riet opzij, dat je de zieke met bed en al door het gemaakte gat kunt schuiven! Als hij dan op de zolder is beland, bind je sterke touwen aan de vier hoeken van het bed; er ligt genoeg touw op zolder. Ik doe vervolgens het valluik open in het midden van de zolder, en we laten de zieke aan de touwen met bed en al naar beneden in de kamer zakken, en dan kan hij zelf aan Jezus vragen, of Hij hem gezond wil maken. Degenen, die onder de opening in de kamer staan, zullen wel ruimte maken, als ze tenminste het ziekbed niet op hun hoofden willen laten rusten!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Johannes, de evangelist, zegt: 'Vrienden, ik weet precies hoe het zit, en ben er geheel mee op de hoogte, maar het ogenblik is nog lang niet gekomen om jullie dat te vertellen. Er komt beslist een moment, waarop u het van Hem Zelf zult horen! Tot zo lang moeten Zijn daden en Zijn wijsheid voldoende voor u zijn'. De Farizeeën en schriftgeleerden drongen er wel bij Johannes op aan, dat hij hen toch. tenminste een paar aanwijzingen zou geven, maar Johannes liet zich niet overhalen. Toen gingen er verscheidene tolbeambten en de opzieners naar hun werk, omdat ze klaar waren met het middagmaal en er kwam ruimte aan de grote tafel.
Hoofdstuk 121: Gesprek over Jozef, Maria en Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Neem nou dit huis eens; het is een gastvrij huis en het heeft, in het licht van de goede zaak der broedergeest bezien, zijn weerga nog niet gevonden; maar kunt U nu van de gastheer redelijkerwijs verwachten, dat hij steeds klaar moet staan om alle mensen, die toch zonder meer onze broeders zijn, op te nemen en te verzorgen?! Ook al zou hij dat nog zo graag willen en ook al zou hij zich daartoe nog zo gedrongen voelen, dan zullen de middelen, zoals ruimte, voedsel en noem maar op, hem daartoe toch ontbreken.
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Stel dat een paar arme mensen niet meer bezitten dan een eigen gebouwd hutje en voor de winter een spaarzame voedselvoorraad, waarmee ze zelf slechts ternauwernood in leven zullen kunnen blijven totdat de aarde weer vrucht zal gaan geven. En er komen tien mensen naar hen toe, dus naar die twee die zelf nauwelijks ruimte genoeg hebben in hun hut, en deze tien vragen om binnen gelaten te worden, en om onderdak en voedsel. Zeg dan eens, kan welke leer dan ook deze twee opdragen, of zelfs maar adviseren of aanpraten, dat het goed en zegenrijk is om tegemoet te komen aan de wens van de tien aan de deur staande mensen, en zichzelf daardoor geheel en al te gronde te richten?!'
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Deze aarde, de grote zon, de maan en al de sterren -ontzettend grote werelden, sommigen vele duizendmaal duizend millioen maal groter dan deze aarde -zijn, vergeleken met de eindeloos grote schepping van de zinnenwereld, allen bij elkaar verreweg niet zo groot en uitgebreid als wat het kleinste dauwdruppeltje is vergeleken bij de totale grote wereldzee, die toch zo groot is, dat een goede schipper het gehele oppervlak niet zou kunnen bevaren al werd hij dubbel zo oud als Methusalem. Maar de huidige zinnenwereld, zover die nu geschapen is, heeft toch een grens waarachter zich nog een eindeloze, eeuwige ruimte bevindt, die met haar naar alle kanten onbegrijpelijk eindeloze afmetingen zich verhoudt tot de eerder genoemde schepping van de gehele zinnenwereld als de eeuwigheid tegenover één moment van de tijd.
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De geestenwereld is zelf net zo oneindig als de eeuwig nergens eindigende ruimte!
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...