Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

283 resultaten - Pagina 9 van 19

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19
[3] Door de werking van de tegenkracht, die jullie in jezelf hebben aangetrokken, worden de delen van de kracht in jullie echter ontwikkeld en zo is de daad van deze schijnbare schepping uit jullie niets anders dan een ontplooiing van hetgeen in jullie is.
Hoofdstuk 12: Het echte bouwen - ontwikkeling van hetgeen in jullie is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] Op de natuurlijke wereld roept de van buitenaf in jullie vallende straal het in jullie rustende evenbeeld op en jullie zien dan door de werking van de tegenkracht en de kracht in jullie het aldus te aanschouwen voorwerp.
Hoofdstuk 11: Het hele universum en de hemel zijn in jullie! - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] De Heer zegt: ja Mijn lieve, geliefde, ja meest geliefde zoon, je hebt de smaak van deze eenvoudige maaltijd goed ingeschat. Kijk, zoals alle vruchten op aarde evenals op de andere hemellichamen uit Mijn zuivere liefde voortkomen en deze vruchten mede door hun geur en smaak voor een deugdelijke en waardevolle werking zorgen, zo moet ook dit brood als eerste grondbeginsel van alles wat op alle hemellichamen voorkomt, van oorsprong deze eigenschappen eveneens op een goede, liefdevolle en bruikbare wijze bevatten.
Hoofdstuk 3: Steeds groeiende zaligheid vereist werkzaamheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] O nee, zeg ik, alleen de mensen die hier zeer natuurlijk en louter zinnelijk waren, doorlopen deze weg onder leiding van de ons bekende geesten. Deze mensen moeten langs de wel wat moeizamere wetenschappelijke weg naar de liefde en wijsheid van de Heer worden geleid, en wel omdat de natuurlijke zinnelijkheid van de mens een gevolg is van het opnemen van een werking die men bij de mens de planetaire noemt.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Geen mens is weliswaar zondermeer genoodzaakt deze planetaire werking in zich op te nemen, maar wanneer hij zich met de verlokking van het vlees en andere, de zinnelijkheid prikkelende genoegens bezighoudt, neemt hij zulke invloeden dan ook deels passief en deels actief in zich op. Aangezien deze invloeden meestal van zinnelijke aard zijn, zijn ze ook slecht, en de mens wiens geest daarmee nog behept is, kan het rijk der hemelen niet binnengaan zolang hij niet al deze ondeugden heeft afgelegd.
Hoofdstuk 122: Verdere leiding van de leerlingen door de planeten en de zeven sferen van de zon naar hun hemelse bestemming Terugblik - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ja, lieve vrienden en broeders, zo is het ook in dit geval. Alles wat jullie hier in beweging zien, is slechts een spel van het licht, dat op de centrale zonnen bijzonder sterk aanwezig is en wel des te sterker naarmate een plek dichter bij de evenaar van zo'n centrale zon ligt. Daarom bestaat er hier een materiaal met een bijzonder vaste structuur dat een glans aanneemt, sterker dan het fijnste diamant bij jullie. Wanneer zo'n groot oppervlak dan behoorlijk gepolitoerd is, neemt het ook des te begeriger de krachtige lichtstralen op uit de lichtether die zo'n zon omgeeft, en werpt dan als het oververzadigd is, deze stralen weer terug. En zo ontstaat er uit het heen en weer stralen zo'n golvende werking, die zich van dichtbij gezien tot allerlei lichtvormen en door elkaar bewegende golven ontwikkelt, van veraf gezien echter tot cirkels. Waarom wel? Omdat in de verte alle bewegingen en alle vormen steeds meer vervlakken, iets dat jullie op jullie aarde al uit verschillende verschijnselen kunnen opmaken.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Laten we de werking van deze schors eens bekijken. Uit haar komt als eerste de buitenste, dode schors voort en verder komt uit deze levende schors al het vergankelijke gebladerte voort, evenals de uiterlijke vorm van de bloesem en tenslotte zelfs de uiterlijke schil van de vrucht.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Waarom zijn er bergen op aarde? Ik bedoel hier heel speciaal die van de eerste soort. Kijk, hun doel is verschillend. In de eerste plaats zijn zij de regelaars van de electro-magnetische stromingen, zodat deze goed over de hele aardbodem worden verdeeld. Ten tweede verhinderen zij dat de lucht rondom de aarde bij de snelle omwenteling om de aardas, blijft stilstaan, terwijl het oppervlak van de aarde voortbeweegt. Dit zou een tegenstroom veroorzaken die aan hevigheid alle orkanen zou overtreffen, waardoor er geen wezen op aarde zou kunnen bestaan. Ten derde trekken zij de al te overvloedige, door zuurstof en waterstof ontstane vochtdeeltjes uit de lucht tot zich, waardoor hun hoogste toppen ook meestal door nevels omgeven zijn en zodoende zelden duidelijk zichtbaar zijn. De vochtdeeltjes voegen zich samen door de steeds in hoge mate aanwezige elektriciteit en vallen dan meestal als sneeuwen ijs neer op de steile hellingen van de bergen. Vandaar storten zij, wanneer er grote opeenhopingen zijn ontstaan, als lawines in de kloven en dalen van het hooggebergte en vormen daar door aanzienlijke opeenhopingen de gletschers. Deze hebben weer de bijzondere eigenschap de koude uit de lucht aan te trekken en daardoor de lager gelegen vruchtbare streken te behoeden voor een alles verstorende vorst. Tegelijkertijd echter zwakken de gletschers ook nog de soms te sterk aanwezige luchtelektriciteit af en regelen de kringloop van het water door de dampkring. Zonder deze werking zouden de vlakten van de aarde bijna ononderbroken blootgesteld zijn aan hevige wolkbreuken.
Hoofdstuk 20: Nog een voorbeeld. De noodzaak van hooggebergten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Maar omdat dit niet het geval was en er bij mijn weten zeker niemand ooit op de gedachte kwam dat de mens ook in zijn hart, ja misschien zelfs ook in zijn knieën en hielen zou kunnen denken, moest ik wel daar mijn gedachten vormen waar onze lieve moeder natuur ze in mij gelegd had. Op de aarde dacht ik in mijn hoofd aldus: Alle ledematen en ieder deel van het menselijk wezen heeft zijn eigen bestemming en doelmatige werking. De voeten kunnen de handen niet vervangen, het achterwerk niet het hoofd, de inhoud van de maag niet die van het hoofd, het oor niet de functie van het oog, en het hart niet die van de tong. Daarom dacht ik dan ook alleen met mijn hoofd en liet daarbij mijn hart ongestoord zijn werk verrichten. Als ik daardoor hier leeg ben aangekomen, kan ik daar dan iets aan doen?
Hoofdstuk 36: Roberts wrevel bij de herinnering aan aardse zwakheden. Hij wenst andere gesprekken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Nochtans kan hetgeen ik voor goed houd, voor mijn naaste juist het tegendeel zijn. Zie ik bijvoorbeeld een zieke en ik heb ook een goed geneesmiddel voor hem, dat al bij velen die dezelfde kwaal hadden een uitstekende werking had, wat zou ik dan doen, als de lijdende om hulp smeekt? De liefde voor mijn lijdende broeder gebiedt me hem te helpen. Ik geef hem het geneesmiddel, maar zie, het gaat hem daarna nog slechter. Had ik hem dan dit geneesmiddel moeten onthouden, omdat het naderhand een slechte in plaats van een goede werking teweeg heeft gebracht? O, zeker niet! Dit mag mij er nooit van weerhouden om voor mijn broeders alles te doen, wat ik naar beste inzicht en geweten als goed erken. Het resultaat echter hangt niet meer van mijn, maar van Uw macht af, 0 Heer, zodat ik daarover ook geen verantwoording kan afleggen. Zo wilde ik in Wenen naar mijn toenmalige beste weten en geweten de bedreigde Weners ook alleen maar goed doen. Maar het resultaat van mijn bemoeienis viel helaas anders uit. Toch meen ik echter dat ik daardoor niet gefaald heb, want ik wilde immers slechts datgene, wat ik als goed beschouwde!
Hoofdstuk 82: Blum en Jellinek geven hun mening. Het antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik spreek: 'Liefste Helena, dat wil Ik graag doen! Let overal goed op! Zie, buiten, voor het raam, heb je het grote euvel gezien en hier zie je de oorzaak ervan. Buiten, voor het raam, werd de naakte werking voor je zichtbaar, die van A tot Z hier haar diepste oorzaak heeft.
Hoofdstuk 89: De aarde en haar gruwelen. De geest van de antichrist. Een zinnebeeldige verschijning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Nu hoort de monnik heel zachtjes de woorden: 'Jezus, de gekruisigde, is de enige God over alle hemelen en over alles wat de oneindige ruimte vult. Hij alleen is de Oerschepper van alle dingen, van alle engelen, mensen, dieren, planten en heel de materie. Hij is de Vader volgens Zijn oereeuwige liefde, de eeuwige Zoon volgens Zijn wijsheid en de alleen Heilige Geest volgens Zijn oneindige macht, kracht en werking.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Een ander meent te hebben opgemerkt dat een misdienaar bij het 'mea culpa' te weinig op zijn borst heeft geslagen. Ja, één slag heeft hij, misschien vanwege een duivelse vlo, op zijn buik gegeven en dat zou ook de werking van de mis verstoren; want het is nauwelijks te geloven van welk een kleinigheid het niet-werken van een mis vaak afhangt. Een oude, vrome kapucijn had hem dat eens haarfijn uitgelegd.
Hoofdstuk 78: Het grote 'exorcisme'. De 'moeder van smarten' verzuimt te helpen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Wat betekent de avond? Dat is een halflichte toestand van de dag, waarbij het licht geleidelijk verdwijnt, zo lang, tot eindelijk geen werking van zonnestralen meer te ontdekken valt.
Hoofdstuk 9: 'En toen het avond was geworden, kwam Hij met de twaalf' (Mark.14:17) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Nog is Hij goed en wacht op je, maar Zijn geduld zou wel eens niet meer van lange duur kunnen zijn! Is Zijn geduld echter ten einde, dan treedt de oude bijbelse leerstelling in werking, die zegt: 'Het is verschrikkelijk om in de handen te vallen van de levende God!' Daarom zeg ik je onverbloemd: voor jou valt er geen tijd meer te verliezen! Hoeren en echtbrekers zullen het rijk Gods niet binnen gaan! Groot is Zijn goedheid en nog groter Zijn genade en erbarmen, maar in het gericht spaart Hij geen leven. Dan is Hij onverbiddelijk! Bedenk dus goed hoe je nu voor Hem, de Almachtige, staat en wat je te doen hebt, want na mij zal er geen bode meer naar je toe worden gestuurd.'
Hoofdstuk 98: De patheticus begint naar Jezus te vragen. Er begint zelf kennis in hem te dagen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19