Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 9 van 825

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Nu zag de vrome man dat er met mij niet te schertsen viel en hij begon, hoewel zichtbaar met tegenzin, met de waarheid voor de dag te komen, maar wel met vooraf de opmerking en vraag, dat hij dan met mij mee wilde gaan, omdat hij anders zijn leven niet meer zeker zou zijn, hetgeen ik hem dan ook beloofde, waarop hij meteen als volgt het geheim prijs gaf
Hoofdstuk 28: Roclus over de Indische priesterkaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Men moet in zichzelf liefde door liefde vergaren en de liefde daardoor steeds machtiger maken! Door deze geconcentreerde levenskracht zal men waarschijnlijk heel gemakkelijk met succes het hoofd kunnen bieden aan die vijandelijke andere krachten, en daardoor als overwinnaar het voortbestaan van zijn leven voor eeuwig veilig kunnen stellen temidden van duizend vijandige krachten, die, al is het niet lichamelijk, dan toch in zekere zin geestelijk blindelings op hem inwerken. Want iedere kracht op zichzelf is toch oorspronkelijk geestelijk en moet dat ook zijn, omdat wat wij eenmaal te zien krijgen niet meer de werkende kracht zelf is, maar alleen het resultaat daarvan. Wanneer we de werken van de algemene natuurkracht opmerkzaam gadeslaan, wordt ons al gauw duidelijk dat bepaalde krachten, als delen van de algemene oerkracht, zich onder bepaalde vanzelf opgetreden voorwaarden geconsolideerd moeten hebben omdat ze anders, gezien het feit dat ze steeds op gelijke wijze blijven voorkomen, niet in staat zouden zijn om steeds dezelfde gevolgen te veroorzaken. Dezelfde gevolgen veronderstellen ook steeds dezelfde oorzaken. Een kracht die steeds door dezelfde onveranderlijke gevolgen duidelijk manifesteert dat hij niet verandert, moet in zichzelf een volledig bewustzijn en een voor haar activiteit geheel toereikende en heldere intelligentie hebben, waarmee ze zich zo goed mogelijk van de nodige wapens voorziet waardoor ze altijd als winnaar uit een gevecht met andere, nog ruwere krachten, tevoorschijn kan treden en dat ook zal doen; want zou ze op een of andere manier overwonnen of te niet gedaan worden, dan zou datgene wat haar activiteit had voortgebracht, ook zeker nooit en te nimmer tevoorschijn komen. Laten we maar eens aannemen dat de onzichtbare kracht door wier activiteit bijvoorbeeld de vijg ontstaat, door andere krachten opgeheven zou kunnen worden, dan zou er ook nooit meer ergens een vijg tevoorschijn komen!
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wel, de ouden zouden hun kinderen wel graag zo opgevoed hebben dat ze hen dan hun hele leven lang gediend hadden; maar de kinderen hadden ook hun vijf zintuigen door het onderricht van hun ouders gevormd, vaak meer praktisch dan theoretisch, en zo werden ze net als hun ouders wijze egoïsten, en de ouders zagen zich daardoor genoodzaakt hun dienaren elders te zoeken. Deze kwamen en dienden; en met hun pure verstand dachten de oude wijzen: 'Willen wij dat deze mensen onze vaste dienaren blijven, dan mogen ze niets van onze wijsheid te weten komen, anders worden ze uiteindelijk net zoals onze kinderen, die ons ook niet willen dienen omdat ze in al onze wijsheid zijn ingewijd!'
Hoofdstuk 41: De egoïstische huishouding van de oude Egyptenaren en de toestand aldaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Kijk, voorbij Indië, aan de andere kant van de hoogste bergen van deze aarde, bestaat nog een heel groot keizerrijk dat minstens vijf maal zoveel mensen telt als het Romeinse rijk. Al die mensen hebben bijna dezelfde godsdienstige opvattingen als de Indiërs. Ze leven in de grootste rust en orde, ze zijn zeer matig, nuchter, tevreden, werkzaam, volhardend en vol blinde gehoorzaamheid tegenover hun leraren en leiders en hun keizer is hun absolute heer. Waakzaam zorgt hij ervoor dat er nergens een vreemdeling zijn grote land kan binnendringen. Met het oog hierop is zijn hele land dan ook op de plaatsen waar de grens merendeels door vlak land loopt, door middel van een kolossale muur van de aangrenzende landen van de aarde afgesneden, waar geen enkel vijandelijk leger overheen kan komen. Deze muur is ook overal voorzien van torens, waarin een sterke wacht voortdurend uitkijkt, die sterk genoeg is om iedere vreemde, die in de buurt komt, zonder meer terug te sturen.
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Dat zou een wanhopige toestand zijn, vooral voor een ziende arts! Het zou immers duizend maal beter zijn om helemaal niet te bestaan, dan als een ziende onder de blinden te leven die vol wantrouwen, eigendunk en hoogmoed zijn! Maar je hebt gelijk, mijn beste, zeer wijze Jongen! In de wereld is het nu eenmaal zo en niet anders; daarom is het in mijn ogen beter om de blinden te verlaten en ieder conflict met hen zoveel mogelijk te vermijden. Verliezen ze daardoor iedere ziende leider, dan moeten ze uiteindelijk allemaal na korte of iets langere tijd aan de rand van een afgrond komen die hen allemaal, dat kan niet anders, moet verzwelgen. Hun einde is weliswaar treurig maar zeker, en niemand kan hen daarvoor behoeden!"
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ROCLUS zegt: 'Ja, maar die bedoeling hebben wij nog geen van allen ooit gehad, wij waren altijd alleen maar iets goeds van plan voor de arme, lijdende mensheid, -en daarom zie ik nog altijd niet zo goed in hoe mijn middel, namelijk het gestorven meisje op bedrieglijke wijze weer tot leven wekken, slecht kan zijn! Want ik kan me met al mijn verstand, hoe helder dit ook is, totaal geen enkele voorstelling maken van waar dit volgens jou toe zal leiden -en ook niet dat uiteindelijk alles wat wij nastreven, ook al is dat nu nog helemaal niet duidelijk, in die richting gaat! Want als men zoiets wil bereiken, moet men toch wel de wil hebben om iets slechts te doen. Bij mijn weten is bij ons allemaal het volslagen tegendeel het geval! Waarvandaan zou het slechtste van het slechte ons instituut binnen moeten komen?"
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ga maar naar de beide ouders en vertel hun dat hun onlangs uit de dood opgewekte dochter niet de echte is, maar dat zij slechts vanwege de grote gelijkenis ondergeschoven is, dan zul je zien of ze je geloven! Ja, men zal je wel de deur wijzen, maar geloven zal men het nooit, ook al zou je in staat zijn om met een tweede, nog meer gelijkende kopie te komen. Want de werkelijke dochter tot leven wekken zal je waarschijnlijk toch niet lukken; want ten eerste zal het jou nauwelijks bekend zijn waar ze begraven is, en ten tweede is haar lichaam vast al wel behoorlijk aangevreten door de wormen.
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De strekking van jullie opvattingen is dus precies zoals ik je nu uiteen zal zetten: ' Als mensen die overal in de wereld rondgekeken hebben, zijn wij aan de weet gekomen dat de mens na dit aardse leven helemaal geen leven meer heeft en kan hebben. Maar omdat je nu eenmaal op deze wereld moet leven, moet je in ieder geval zo goed mogelijk proberen te leven. Om dat te kunnen, moet je iets bedenken waardoor je je voor het volk onmisbaar, en schijnbaar op de eenvoudigste manier en met de minste moeite dienstbaar kunt maken. Dan zal het volk zelf al het zware werk voor ons verrichten, wij zullen daarbij een goed leven hebben, en het volk, dat ons helemaal verzorgt, zal daarbij van mening zijn dat het God een aangename dienst bewijst door alles, maar dan ook alles, voor ons te doen! Daarvoor presenteren wij ons aan het volk, vanwege ons vermogen om wonderen te doen, als permanente en onverstoorbare plaatsvervangers van de goden op aarde, en daarvoor zullen wij ook als goden leven. Er moet alleen nooit een verrader komen! Als het ons lukt om ons slechts vijftig jaar lang zonder verraad te handhaven, zullen vorsten samen met hun volkeren van pure deemoed voor ons in het stof kruipen!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Jij beschikt, tenminste naar je eigen woorden, over een bijzondere kracht en bent misschien zelf wel degene die dit wonder heeft verricht, en je kunt misschien ook zomaar slechts door woord en wil doden tot leven wekken, zoals nu tot onze stad het gerucht van een Nazarener is doorgedrongen die zoiets ten aanschouwe van iedereen heel goed kon, wat ik ook helemaal niet zo zeer betwijfel; want mensen zijn innerlijk geesten van zeer verschillende grootte, en zo is er regelmatig iemand die hetzij uit zichzelf of door toeval iets uitvindt waarvan miljoenen vóór hem, miljoenen tijdens zijn leven en erna, geen enkele notie hebben, en hij voert het uit en brengt daardoor vaak de halve aardbol in grote verbazing. En dan is het juist weer ons instituut, dat met geen goud te betalen is, dat zulke uitvinders opzoekt en alles in het werk stelt om hen voor zich te winnen, en ervoor te zorgen dat hun afzonderlijke uitvindingen de gehele mensheid ten goede komen!
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Het liefst zou ik er nu met mijn collega's weer vandoor gaan! Want ik zag net dat hier meerdere Farizeeën zijn, en -vergeef me, vriend! -die kom ik liever nergens tegen, omdat ze' ex diametro ,*** (***lijnrecht) tegen iedere vooruitgang zijn. Ik schenk je alle verdere verklaringen en moeite! Ik weet nu waar ik aan toe ben en waar ik me geestelijk naar moet richten om het eeuwige leven uit God te bereiken; meer heb ik voorlopig niet nodig, en verdere uitleg over dit wonder met betrekking tot het huis schenk ik je ook, ofschoon ik graag tot in de kern was doorgedrongen! Maar al die Farizeeën; zelfs de overste uit Caesarea Philippi, met z'n stramme benen, is ook al hier! O, we maken dat we weg komen!"
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Kijk, in de afgebrande stad dwalen nog heel wat mensen rond over wier scherpe verstand jij je zeker nooit zou beklagen; waarom komen ze dan niet hier naar toe, deze schapen en lammeren, om de diepere waarheden v~n ~et leven te zoeken? Ze zijn hier allemaal komen kijken en hebben dit nieuwe wonderbaarlijke huis vast ook ontdekt; maar dat is hen om het even!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ROCLUS zegt: "Neen, neen, dat is hij niet! Ten eerste is hij daar veel te jong voor; dertig jaar, -hoe komen jullie daarbij!? Deze jongen is amper zestien! En ten tweede hebben we de hoogst eigen bekentenis van de jongen zelf! Zijn moedwilligheid is wel een beetje erg, maar van een leugen is bij hem absoluut geen sprake, dat garandeer ik jullie, -geen spoortje van een leugen is bij hem; want zo goed heb ik hem welleren kennen! Oprecht is hij zonder meer, soms ook wel een beetje ondeugend, wat we vanwege zijn jeugdige leeftijd graag door de vingers willen zien, te meer daar hij zo'n prachtige jongen is als ik in mijn leven nog nooit heb gezien! Men zou bijna denken dat hij een verkleed erg mooi meisje is; maar soms ziet hij me er toch veel te ernstig uit, zodat ik hem dan ook ondanks zijn zeer vrouwelijke schoonheid toch voor een mannelijk persoon moet houden. Ook is hij veel te wijs voor een meisje; want meisjes, ook al zijn ze nog zo mooi, zijn altijd een beetje dom en kunnen zich nooit en te nimmer tot de wijsheid van een man verheffen. Maar hij bezit een heel bijzondere wijsheid, waar iemand zoals wij niet mee kan wedijveren. Dit alles bewijst echter ook dat hij niet de Nazarener zelf, maar een echte dienaar van hem is. Laat hij ons bij de Nazarener brengen!"
Hoofdstuk 56: De Essenen gissen naar de persoon van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wel weet ik nu dat de mens bij het puur met het verstand zoeken naar de hoogste geestelijke zaken van het leven, ook al is dat verstand nog zo zuiver en scherp, er nooit helemaal zal komen; maar als dit licht van de ziel volledig ontbreekt, zal de mens het nog moeilijker hebben om bij de hogere, dieper liggende waarheden van het leven te komen! Als de mens een goed ontwikkeld verstand heeft, dan is hij volgens mij al een flink eind op weg naar de eeuwige en onvergankelijke levenswaarheid die van God komt, en dat is vanuit dit gezichtspunt bekeken zeker ook al van zeer hoge waarde, en het is daarom helemaal niet juist dat jij, jonge vriend, zo plagend over mijn scherpzinnigheid spreekt!
Hoofdstuk 57: Roclus spreekt over het belang van een ontwikkeld verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Je zaak ging nu al geruime tijd met groot succes vooruit; want je was en bent nog het hoofd van dit instituut, dat zeer geschikt is om de onkundige mensheid in het duisterste bijgeloof terecht te doen komen, en om de denkende mensen compleet in het grootste materialisme verzeild te doen raken. Je vernietigde al wel heel wat levende afgodentempels, maar je stelde er niets beters voor in de plaats. In jou was de dood en je vond hem zelfs een welkome gast; want het niet-zijn was bij jou het hoogste in je leven.
Hoofdstuk 61: Het inzichtelijk vermogen van de liefde. De ontoereikendheid van rede en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ook nu zal het echter niet zo gemakkelijk voor je zijn om de Godheid in haar ware wezen en zijn helemaal tot op de bodem te leren kennen, omdat je hersenen met hun produkten al te zeer zijn verhard. Je zou een geweldig liefdevuur in je hart moeten ontsteken, je Essenendom helemaal moeten opgeven en jezelf moeten verdeemoedigen in al je levenssferen en levensverbindingen, en je zou een totaal nieuw mens moeten worden; want alle levenstheorieën en levensopvattingen die je tot nu toe hebt gehad, zijn ten opzichte van de innerlijke en enige waarheid fundamenteel onwaar en fout, zodat je hiermee nooit zelfs ook maar in het voorportaal van het innerlijke goddelijke leven zult komen dat zich in je bevindt!
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...