Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 9 van 128

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Wie daarom volgens de ware orde wil leven, moet net zo leven als Ik leef en leer om te leven, dan zal ook hij de vrucht des levens in zich tot bloei zien komen en rijp zien worden. Daarin zal zich geen dode, maar een geheel levende kern vormen voor het enige eeuwige leven in de geest en deze zal zich ordelijk en voorspoedig ontwikkelen tot een heel levend zelfbewustzijn. Nu weten jullie ook in dit opzicht wat er geheel volgens de goddelijke ordening gedaan moet worden; doe dat, dan zullen jullie het leven in je hebben! .
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Na het middagmaal werd er op deze dag weinig belangrijks meer gedaan, en de leerlingen gingen daarom met de vissers van Kisjonah de zee op en trokken tot aan de avond vijf maal het net vol met de voortreffelijkste vissen die deze zee voortbracht, en brachten ze in de visbewaarplaats van Kisjonah, die daar echt blij mee was, en voor de avond moesten er meteen zo'n honderd stuks met allerlei specerijen en allerlei goede kruiden klaargemaakt worden. En zo eindigden we deze dag, en na het avondmaal rustte iedereen goed uit, want dat had men wel nodig.
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Hierop vallen ze allen voor Mij op hun knieën en aangezichten en roepen: 'Heil aan u, gij volledig onbekende weldoener! Wat voor goeds en vriendelijks hebben wij u dan ooit gedaan, dat u zich over onze grote ellende wilde ontfermen?! En omdat u, een geheelonbekende heer en weldoener, ons een nog nooit gehoorde grote genade hebt bewezen, vragen wij allen wat wij voor u kunnen doen, zodat wij de gelegenheid hebben ons uw genade wat meer waard te tonen dan waartoe we nu als volkomen vreemdelingen voor u, in staat zijn!'
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik antwoord: 'Wees vanaf heden in alle dingen rechtvaardig; heb God boven alles lief en uw medemensen als li zelf, want het zijn allen uw naasten, of het nu vrienden of vijanden zijn; doe wel aan degenen, die u kwaad doen; zegen, die u vervloeken, en bid voor hen, die u vervolgen, dan zullen jullie als kinderen van de Allerhoogste worden opgenomen. Daaruit bestaat alleen maar de enige echte dank aan Mij voor alles, wat Ik voor jullie gedaan heb. Dat is alles, wat Ik van jullie verlang!'
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Philopold leest de rollen heel aandachtig door, en omdat daardoor zijn innerlijk oog geopend wordt, zegt hij na een, behoorlijke tijd van opperste verbazing: ' Ja, zo is het; Ik blik nu terug in de totale eindeloze diepte van mijn leven, ik zie alle werelden, waarop Ik reeds geleefd heb en al de plaatsen en steden in de werelden waar ik van geboorte tot afscheid heb geleefd; ik zie wat ik was, en wat ik op de hemellichamen gedaan heb, en ik zie ook overal de nakomelingen van mijn naaste verwanten, en kijk eens, op Akka zie Ik zelfs mijn ouders, mijn vele broers en heel dierbare zusters! Ja, ik hoor ze zelfs onder elkaar bezorgd over mij praten en zeggen: 'Hoe zou het met Murahel zijn? Zal zijn geest al in de eindeloze ruimte de grote Geest in mensengestalte gevonden hebben? Hij zal niet aan ons denken omdat Archiël, de afgezant van de grote Geest, zijn herinnering afgeschermd heeft tot aan het moment waarop hij hem driemaal bij zijn echte naam zal roepen!'
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarop zegt Philopold: 'Mijn Archiël! Omdat je mij al zo veel wonderbaar goeds gedaan hebt, doe dan nog één ding voor mij, en breng mij bij de Heer; want nu ik Hem heb herkend, ontbreekt mij de moed om opnieuw naar Hem toe te gaan! Als het nu aan mij lag, zou ik het liefst zo vlug mogelijk er vandoor gaan en me zodanig verbergen dat geen mens me ooit kon vinden! Maar omdat ik nu eenmaal hier ben, en allen mij goed kennen, kan ik dat niet doen; want dan zou het lachen over mij het hele dal wel vullen. Wees daarom zo goed en breng mij bij de Heer en wees daar mijn voorspraak!'
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Philopold bij Mij kwam, zei bij: 'Heer, ik heb ontzettend grof tegen U gezondigd; maar dat was alleen de schuld van mijn grote blindheid! Maar nu, nu U, o Heer, mij op een werkelijk wonderbaarlijke manier ziende gemaakt hebt en nu ik weet wie U bent, vraag ik U ter wille van Uw eeuwige liefde en wijsheid, of U mij arme, blinde zondaar al mijn fouten wilt vergeven die ik nu tegen U en daarvoor tegen mijn naasten heb begaan, zoals U mij dat al eerder precies hebt getoond. Als ik Uw heilige woorden opgeschreven zou hebben, - bij alle hemelen, dan zou ieder haakje zijn uitgevoerd! Maar ik geloof dat ik wel weet wat U wilt, en ik zal dat woordelijk nakomen! U heeft voor ons allen de schuld aan Kisjonah voldaan en U heeft voor niets al onze zieken zeer wonderbaarlijk genezen, en U heeft dat allemaal gedaan zonder ook maar iets vooraf te vragen, en daarom hoop ik nu, dat U een zondaar die U een gunst vraagt, niet af zult wijzen!'
Hoofdstuk 216: De laatsten en laagsten van de gehele oneindigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord: 'Voorshands hebben jullie alles gedaan wat rechtvaardig is voor God en voor alle redelijke en denkende mensen; maar hoed je ervoor dat de satan jullie niet door allerlei valstrikken betovert en dat je daardoor later getwist en geruzie krijgt, waardoor er dan heel gemakkelijk een toestand kan ontstaan die nog veel erger zou zijn dan waaruit Ik je nu bevrijd heb!
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Nu willen wij U, Heer Jezus, vragen of we zo goed gedaan hebben!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Het is zo: Als u geen wonderen en tekens ziet, dan is uw geloof zwak; zonder de kracht van het geloof kan er echter weinig gedaan worden tot heil van de mensen! Maar als u gelooft, dan zult u de heerlijkheid van de macht Gods in de mens zien!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Leg je handen op je hart en besef, hoe het steeds maar door dag en nacht werkzaam is! Alleen van die werkzaamheid hangt het leven van het lichaam af; als het hart echter eens stil gaat staan, is het - denk Ik - met het natuurlijke leven wel gedaan!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Omdat dat zo dringend nodig is, zullen wij zo'n oefening vandaag vóór de middag doen, en na het middageten zullen wij de zee opgaan en zien wat daar eventueel gedaan kan worden.'
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar toen we al een paar uur de zee op in de richting van Kapérnaum voeren, zagen wij uit de verte een schip snel op onze twee schepen afkomen. Het voerde de kleuren van Kapérnaum, en toen wij van zijn richting afweken, om te zien of hij werkelijk op onze beide schepen afstuurde, week het Kapérnaumse schip ook van zijn vroegere richting af en ging snel in onze richting verder. Toen de schippers van Baram dat geconstateerd hadden, vroegen ze aan Baram, wat er gedaan moest worden, want het schip uit Kapérnaum leek geen goede voornemens aan de dag te leggen. Baram vraagt Mij dan, wat Ik hiervan denk.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wat heeft Zijn arme, vrome en godvruchtige moeder Maria u gedaan, dat u haar toch al kleine huisje met de paar groenteveldjes van haar hebt afgenomen, haar toen nog in het openbaar hebt bespot en met de kinderen van Jozef hebt verjaagd, alsof zij de gemeenste misdadigster was?!
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Waarom, vraag ik nu, heeft u dat gedaan?'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...