Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

191 resultaten - Pagina 9 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[13] Zo zijn er ook in de regionen van de ether massa's levende wezens die voor jullie onzichtbaar zijn. Deze kunnen slechts in de ether leven, niet in de lucht en nog minder in dichtere materie. Wezens echter die in staat zijn om in de ether te leven, zijn ook in staat om steeds meer in het licht te leven. Ze hebben weliswaar voor jullie onzichtbare lichamen, maar desondanks bestaan ze, en wel in zulke oneindige aantallen, dat jullie je daarvan eeuwig nooit enig begrip kunnen vormen.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, zo'n wezen kan dan in zulke materie goed bestaan, maar zouden jullie het in de vrije atmosferische lucht brengen dan zou het binnen enkele minuten bezwijken. Omgekeerd zou het ook die wezens vergaan, die enkel de vrije atmosferische lucht als levenselement hebben. Maar wanneer jullie, die slechts in de atmosferische lucht kunnen leven, je in de buitengewoon lichte ether zouden begeven, zal het jullie precies zo vergaan als een vis die jullie uit het water halen en op het droge leggen.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] En kijk eens naar de zuilen. Werkelijk, aan de buitenkant zijn ze zo glad gepolijst dat we ons het oppervlak van de ether niet gladder kunnen voorstellen, maar het inwendige van de zuilen is toch echt levend en stemt in uitgebreidere en uitvoeriger mate overeen met alle wonderlijke verschijningen in de bollen. Het is buitengewoon prachtig om te zien hoe de kleuren van de meest veelsoortige vormen, die zich binnenin zo'n zuil bewegen, voortdurend rustig wisselen.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ik denk dat we hier niet veel kritische beoordelingen nodig hebben, want men kan de bijzondere luchtigheid van zo'n gebod al op het eerste gezicht doorzien. Een gebod moet er immers altijd zijn voor een zekere waarborg van een bestendige realiteit, waarvan het verlies voor eenieder veel moet betekenen. Wat echter een luchtkastelenarchitect ten opzichte van een andere luchtkastelen-architect verliest als deze daadwerkelijk wederrechtelijk de vermetelheid zou hebben om dezelfde luchtkastelen te bouwen als zijn collega, dan denk ik dat er om zo'n enorme schade af te wegen toch zeker een buitengewoon fijne, ja bijna etherisch schimmige precisieweegschaal nodig zou zijn. Ook al zou, naar de mening van een bepaalde sekte op aarde, de aartsengel Michaël van dergelijke instrumenten werkelijk ten overvloede voorzien zijn, dan ben ik er toch vast van overtuigd dat hij zo'n uiterst fijngevoelige weegschaal niet heeft.
Hoofdstuk 87: Negende zaal - negende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Zulke verhoudingen zijn er ook in het werkelijke geestenrijk, waar geesten zijn die buitengewoon traag en duister zijn en daarom hun leven ook slechts in de dichtste, binnenste delen van de aarde kunnen slijten. Dan zijn er geesten die wat lichter zijn en daarom dan ook de hogere delen van de aarde evenals de wateren bewonen, waar zij huishouden en hun leven slijten. Dan zijn er geesten die in de onderste luchtregionen leven en daar hun gang gaan. Verder zijn er geesten, natuurlijk weer volmaakter van aard, die de hogere, meer zuivere luchtregionen, zo ongeveer vanaf de gletsjers bewonen. Dan zijn er nog geesten die de eerste regionen van de ether bewonen en dan geesten die de hoogste en meest vrije etherregionen en de uitgestrekte vrije ruimten tussen de hemellichamen bewonen, en tenslotte zijn er de allervolmaaktste geesten die de hoogste sferen van de zonnen, het eeuwige licht, bewonen. De geesten van beneden naar boven kunnen elkaar niet zien, of duidelijker gezegd: de geesten van een lagere trap kunnen die van een hogere trap niet zien, maar wel is het omgekeerde mogelijk en volgens de ordening ook gangbaar.
Hoofdstuk 57: Elke wereld heeft haar ordening en bestaansgronden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We zijn over de buitengewoon fijne wenteltrap naar boven gegaan en bevinden ons nu behouden en wel op de negende verdieping of op de tiende galerij. Kijk dan nu meteen eens aandachtig om je heen en vertel me dan, zoals gebruikelijk, wat jullie hier voor nieuws en merkwaardigs ontdekt hebben.
Hoofdstuk 47: Negende verdieping. Verschil tussen wijsheids- en liefdelicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Ten gevolge van zijn sterke aantrekkingskracht op deze vloeistof zuigt dit polyorganon deze voortdurend op. Dit polyorganon reikt echter aan de tegenovergestelde kant van de ring tot aan eenderde van de hele hoogte van de ring en laat de vloeistof, die aan de ene kant werd opgezogen, aan de andere kant naar beneden druppelen. Voor het eind van het polyorganon is een trechtervormige druppelvanger aangebracht, waarvan de onderste buis naar een uitgekiend mechanisme leidt dat is voorzien van lepelvormige schoepen. Deze schoepenconstructie is rechtstreeks verbonden met de as waaraan de bol zelf in de ring hangt. Wanneer door een of meerdere neervallende druppels een schoepje is volgelopen, dan wordt dit natuurlijk zwaarder, zakt naar beneden en brengt op die manier de gehele grote bol aan het draaien. Heeft het schoepje zijn vloeistof helemaal beneden uitgegoten, dan wordt intussen weer een ander gevuld, dat weer naar beneden zakt. En omdat het polyorganon voortdurend evenveel vloeistof opzuigt als het op dit schoepenrad laat neerdruppelen, werkt het perpetuum mobile onder de eerder aangegeven voorwaarden ook heel voortreffelijk, vooral wanneer jullie daarbij bedenken dat het materiaal waaruit deze as en trouwens het hele ornament bestaat, geen wrijving en dus ook geen slijtage kent. De gladheid van de as en van de cilinder waarin de as draait, is zo buitengewoon, dat ze elkaar bij het roteren niet in het minst hinderen. Het lijkt wel alsof zo'n as zich in de zuiverste ether beweegt. Ook de grote, glasachtige bol hangt hoogst meetkundig precies in sferisch evenwicht aan de as, waardoor het gewicht van een kleine druppel al voldoende is om zijn rust gemakkelijk te verstoren. Zo'n fabrikaat behoort voor deze hoogst wijze mensen echter nog geenszins tot de wonderwerken.
Hoofdstuk 43: Absolute wijsheid niet geschikt voor een nog gebonden geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Een zogenaamd toneelstuk begint bij jullie vaak buitengewoon geheimzinnig en eindigt meestal in een bijzonder weinigzeggend schijnhuwelijk. Zo beginnen ook jullie instrumentale muziekstukken vaak heel breedvoerig en eindigen dan zo summier, dat men echt zou kunnen zeggen: voor dit uiterst eenvoudige slot was werkelijk niet zoveel ophef nodig geweest. Zo begint ook jullie toonladder met een zware, brede en diepe bastoon om tenslotte met mooie hoge, heel fijne tonen te eindigen. Hebben jullie nu genoeg aan deze voorbeelden?
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Want het witte licht van de rivier is nog helemaal zuiver etherisch, of als jullie dit beter begrijpen, het is in zichzelf ether die nog niets anders in zich heeft opgenomen maar desondanks in ongedeelde toestand alles in zich heeft, evenals het water een drager is van alles wat de aarde maar te bieden heeft.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Door deze wisselwerking staat het dan ook voortdurend in verbinding met het gehele universum en deze invloed laat zich dan gelden in alle drie regionen van het betreffende hemellichaam, waarbij dan het etherische in de ether, het atmosferische in de atmosfeer en het tellurische op het hemellichaam blijft.
Hoofdstuk 4: De drie hemelen - hun structuur - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] 'Uiteindelijk is het toch nog een onweer, waarvan de bewolking nu na de derde bliksem aan één kant een beetje dunner begint te worden. Eén ding begrijp ik daarbij niet helemaal, dat ik nu pas duidelijk gewaar word dat ik me zonder enige ondersteuning als een vogel in de vrije lucht of in de vrije ether bevind. Zo'n situatie zou in het vroegere donker nog wel als gevoelsbedrog beschouwd kunnen worden, maar nu is het geen begoocheling meer, maar de volle waarheid.
Hoofdstuk 9: Alle wijsbegeerte is ijdel. Jezus legt zijn leerlingen op, het geloof ter harte te nemen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Kijk, we bevinden ons nu nog op onze armzalige kleine wereld en je ontwaart nog niets buiten deze wereld, die ons slechts een beperkte standplaats biedt. Jij was van mening dat deze wereld zo'n kleine, beginnende komeet was, waaruit over triljoenen aardjaren zich eventueel een planeet zou kunnen vormen. Hij zou ontstaan op grond van de aantrekkingskracht van Mijn wezen, waardoor atomen uit de eindeloze ether zich rondom Mij zouden verzamelen. Maar dat is niet zo:
Hoofdstuk 42: Een ware broeder. De gelijkenis van het schijfschieten. Alles wordt bepaald door de liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Maar Robert is haar voor en zegt: 'Mijn lieve danseres, en ook jullie allen met hetzelfde beroep! Ik wist tot nu toe van jullie alleen maar dat jullie voeten veel elastischer zijn dan die van andere mensen. Dat jullie echter ook zulke fijne neuzen zouden hebben, wist ik nog niet! Als ik alleen maar met jullie te maken zou hebben, zou ik jullie meteen de deur wijzen. Maar omdat het mijn vriend plezier doet als ik jullie verzoek inwillig, zal ik jullie dan ook in Gods naam opnemen. Dus blijf maar hier. Daar in een hoek van dit vertrek staat een tafeltje met wat brood en wijn. Ga daar heen en zorg dat je op krachten komt. Kom dan weer terug, dan zullen we je een bezigheid geven, die jullie vlijtig moeten volbrengen. Ga nu maar, en doe wat ik jullie gezegd heb!' De danseressen volgen dit bevel direct op.
Hoofdstuk 49: Een groep voormalige balletdanseressen treedt het huis binnen. Zij leden veel gebrek in de geestenwereld. Ootmoedige bede om brood en onderdak - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De vierentwintig mooie danseressen blijven voor de wellustige Weense vrienden echter veel te lang in huis. Daarom komen ze voor de deur van Roberts kamer en roepen: 'Zeg, hoe lang denken die meisjes met hun vlugge voetjes nog bij jullie te blijven? We zouden bijna geloven dat jij ze voor jezelf en voor je vriend daar wilt achterhouden! Niet slecht bekeken, als je het beste voor jezelf houdt, en wij als je vrienden genoegen mogen nemen met die magere en lelijke scharminkels hier buiten. Wij bedanken je feestelijk voor zo'n fijne vriendschap! Luister, we willen redelijk zijn; omdat jij Blum bent, kun je één dozijn voor jezelf houden, maar het andere dozijn van deze mooie Engelse of Franse dames moet je meteen aan ons afstaan, anders gaan we flink herrie schoppen! En als dit ook nog niet genoeg maakt dat je onze wensen vervult, dan slaan we hier alles kort en klein!'
Hoofdstuk 50: Het Weense gezelschap vraagt naar de danseressen. Roberts donderpreek. Zielenredding aan de afgrond - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Jij zegt bij jezelf: 'Dat zal vast wel waar zijn. Maar zweven ze misschien nog ergens tussen hemel en aarde in de ether? Of zitten ze misschien zelfs hier in de buurt van dit huis ergens verborgen?'
Hoofdstuk 51: Drie strijdmakkers van Robert bij de Heer. Ook zij moeten beter gemaakt worden. De dankbare danseressen als werktuigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13