Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 9 van 32

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (RAPHAËL:) 'Ik zeg je: leder mens wordt pas door zichzelf slecht en ontrouw aan de goddelijke orde! Daar gaat meestal wel een totaal verkeerde opvoeding aan vooraf, waardoor hij in allerlei slechte neigingen terecht komt en vervolgens in allerlei ware zonden. Daardoor zet hij dan echter ook zijn deuren open voor alle slechte vreemde invloeden en kan op die manier tot op de bodem van zijn zielsleven bedorven worden en ook blijven, -maar altijd alleen maar, als hij het zo wil.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ook nu zal het echter niet zo gemakkelijk voor je zijn om de Godheid in haar ware wezen en zijn helemaal tot op de bodem te leren kennen, omdat je hersenen met hun produkten al te zeer zijn verhard. Je zou een geweldig liefdevuur in je hart moeten ontsteken, je Essenendom helemaal moeten opgeven en jezelf moeten verdeemoedigen in al je levenssferen en levensverbindingen, en je zou een totaal nieuw mens moeten worden; want alle levenstheorieën en levensopvattingen die je tot nu toe hebt gehad, zijn ten opzichte van de innerlijke en enige waarheid fundamenteel onwaar en fout, zodat je hiermee nooit zelfs ook maar in het voorportaal van het innerlijke goddelijke leven zult komen dat zich in je bevindt!
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: "Heer en Meester over alle dingen! leder woord uit Uw mond is meer dan het puurste goud en de ene waarheid verheft de andere! Ook is er geen van Uw licht en levenswoorden bij mij op onvruchtbare bodem gevallen, en ik voel nu in mezelf dat hieruit zeker de zegenrijkste vruchten voor de schuren van het ware leven zullen groeien; en omdat ik nu toch de genade heb om met U te praten, zou ik ook graag van U willen weten of wij in het vervolg de zieken door onze natuurlijke geneesmiddelen van hun ziektes moeten genezen, of dat wij dat enkel en alleen moeten doen door zo vast mogelijk op Uw Naam te vertrouwen? Want de gedachte kwam nu bij me op, dat het misschien wel niet altijd in overeenstemming is met Uw goddelijke wil om iedere zieke te genezen. Want er zullen er wel bij zijn, aan wie Uw goddelijke liefde en wijsheid een lichamelijke ziekte of ook een psychische ziekte deed toekomen, om juist daardoor hun ziel te verbeteren.
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik ben immers Heer en Meester v:an eeuwigheid en jullie kennen Mij als zodanig nu volkomen. Ik zou jullie nu van alles kunnen zeggen, krom of recht, wit of zwart, en jullie zouden het van Mij aannemen, omdat jullie er nu in je innerlijk van overtuigd zijn wie Ik ben. Zou dan daarom een blind autoriteitsgeloof op z'n plaats zijn!? Maar wie van jullie kan zeggen dat Ik dat van iemand verlang of ooit verlangd heb?! Ja, Ik verlang geloof, geen blind en dood, maar een volop levend geloof! Ik leer jullie waarheden waarvan de wereld nog nooit enig vermoeden heeft gehad, maar Ik zeg daarbij niet: 'Geloof je dat?', maar: 'Heb je het goed begrepen?' En wanneer je zegt: 'Heer, dit en dat is me hierin nog onduidelijk!', dan verduidelijk Ik de zaak met alle middelen die Mij ten dienste staan, net zolang tot je het tot op de bodem begrepen hebt, en daarna ga Ik pas weer een stap verder.
Hoofdstuk 88: Geloof en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Als je slechts een enkelogenblik datgene wegneemt op grond waarvan iets bestaat, dan gaat op datzelfde ogenblik ook datgene, wat daarvan afhangt, teniet. Of stel je een stevige burcht voor op een vaste stenen rots! Je zegt dat deze burcht als voor de eeuwigheid gebouwd is. Indien Ik echter toe zou laten, dat de machtige rots zo zacht als boter zou worden, zou de stevige burcht zich dan ook staande houden?! Of stel je voor dat je op een goed en degelijk schip op zee vaart; zou je iets hebben aan je schip en zelfs aan de beste wind, als Ik het water liet verdrogen tot op de bodem?! Je zult er niet aan twijfelen, dat Ik zoiets goed zou kunnen! Het is dus duidelijk, dat tegelijk met de noodzakelijke voorwaarde, ook datgene wat daarvan afhankelijk is in het water valt.
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want als men iets wil bouwen moet men toch ergens een stevige bodem hebben; want op los zand of op moerassige grond kan men toch geen stevige burcht bouwen. Daarom wil ik mij voortaan zowel voor mijzelf als voor mijn volk alleen aan de liefde houden; wat deze mij zal geven en onthullen, dat zal voor altijd opgenomen worden in het gebied van mijn wijsheid! -Zie ik dat goed?"
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Het kostte Raphaël moeite om je op andere gedachten te brengen; en toen was je nog niet volledig tevredengesteld, want je begon meteen verder te onderzoeken en de geestelijke grondslag ervan moest je helemaal duidelijk gemaakt worden, namelijk hoe langs de puur geestelijke weg van de wil zoiets mogelijk is en hoe men zich dat moet voorstellen. Dit werd dan aanjou en allen die hier aanwezig zijn tot in de kern duidelijk gemaakt, en daarmee was je beslist tevreden; want anders zou je zeker niet zelfbij bijna iedere verklaring gezegd hebben: 'Dat is me nu volkomen duidelijk!' En als je dat zei, dan was het je ook duidelijk; want met onduidelijkheden en een mysterie zou je nooit genoegen hebben genomen! En kijk, zoals het met jou was, was het ook met de betrekkelijk vele aanwezigen hier; niemand nam er genoegen mee om alleen de oppervlakte van de zee te zien, maar ze wilden ook te horen krijgen wat er op haar diepe bodem schuilgaat!
Hoofdstuk 129: De geestelijke rijpheid van de maaiers van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Want dit alles was tot nog toe slechts een beeld, dat stond voor datgene wat nu voor jullie staat in het helderste licht en als de zuiverste en meest onverhulde waarheid; het was slechts een groot tekenschrift over de hele bodem van de aarde heen geschreven, en een grote brief van de Vader in de hemel aan Zijn kinderen op deze aarde, die nu echter, ontdaan van het zegel, open voor jullie ligt en die jullie nu allemaal heel goed hebben kunnen lezen. Maar deze briefheeft nu voor jullie verder geen waarde en ook geen betekenis meer die bepalend is voor het leven.
Hoofdstuk 131: Handelen volgens de leer en Gods beloften. Over ceremoniële diensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] DE FARIZEEËR nam de beker aan, proefde de wijn door de beker bijna tot op de bodem leeg te drinken en zei: 'Werkelijk, een betere wijn is er nog nooit over mijn tong gegaan! Maar, oude krijgsman, kunnen we je woorden ook werkelijk voor waarheid aannemen?"
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De beweegreden die B naar de meester voerde was een heel andere en moest daarom op hem ook een heel andere uitwerking als gevolg hebben. Bij B ging het niet om het brood, daar dacht hij helemaal niet aan, maar alleen om de kunst, om de kunst als zodanig. Zijn streven dat al het andere op de achtergrond plaatste, was enkel en alleen om zo intens mogelijk vertrouwd te raken met alle geheimen van de kunst die hij wilde leren.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] PETRUS zei: 'Ja, wat moet men eigenlijk van hen vinden?! Het lijken heel eerlijke mensen te zijn; dat ze arm zijn, wel, daar kunnen ze niets aan doen. Het vissersberoep en een steenachtige grond hebben nog nooit iemand rijk gemaakt, wat ik door jarenlange ervaring naar waarheid volledig kan bevestigen. En dit zijn ook zulke vissers; ze hebben misschien wel de slechtste baai van de hele zee. Hun hutten staan weliswaar op rotsen; maar op zo'n bodem groeit vaak nog geen grashalm. Waar zouden ze dan rijk van moeten worden?
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Kijk naar dit vorstelijke badhuis en vooral naar de buitengewoon prachtige, onschatbaar waardevolle inrichting van binnen, de tuin met de uitgestrekte ring en beschermingsmuur! Kijk naar de heerlijke vruchten rn de turn, allemaal van de edelste soort! Alles staat er uiterst weelderig bij en veel vruchten zijn al meteen helemaal rijp. En kijk verder naar de heerlijke waterbronnen, betere zijn niet gemakkelijk ergens anders te vinden! Richt dan je ogen naar de zee! Kijk naar de haven en de buitengewoon stevige beveiligingsmuur ervan, die tot op de diepe bodem van de zee reikt; en naar de vijf vorstelijke schepen, en naar de afsluitketting! En kijk dan naar de plaats waar voorheen de grote, voor de schippers vaak zeer gevaarlijke rots heeft gestaan! Zie, tot in de diepste diepte is er geen spoor meer van te bekennen!
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] PETRUS trekt zijn schouders op en zegt: 'Heer, om daar zelf een definitief oordeel over te vellen, zal niet zo gemakkelijk zijn! Maar in zoverre zij hoogst eenvoudige en, noodgedwongen, heel eerlijke mensen zijn, zullen ze toch wel minstens een zeer vruchtbare bodem zijn voor geestelijk zaad! Want evenals het gemakkelijker is om een goed passende mantel te maken voor een goedgebouwd lichaam dan voor een kreupellijf met een bochel, zijn ook zulke eenvoudige en natuurzuivere zielen zeker buigzamer om een geestelijk kleed aan te trekken dan de zeer kreupele en verharde zielen van de Farizeeën en schriftgeleerden. Ik denk, dat wanneer men deze mensen bij een geschikte gelegenheid iets over Gods rijk op aarde vertelt zij ook gauw in orde zouden zijn. -Wel, ook dit is weer mijn heel natuurlijke mening; ook al komen er geen schitterende woorden in voor, dan heb ik hiermee misschien toch de spijker op de kop geslagen!"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] JOHANNES zegt: 'Jazeker vriend; maar het komt er natuurlijk zeer op aan, wat men gelooft! Als iemand je een leugen zou vertellen en jij die vast zou geloven, dan zou toch zo'n geloof, ook al kent dat geen enkele twijfel, geen werking hebben; want op een bodem die geen waarachtige, vaste kern heeft, kan men geen huis bouwen."
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Men spreekt zo in het algemeen wel van een zielenrijk, dat zich ergens aan gene zijde bevindt; alleen, waar is dat, wie heeft ooit een ziel gezien, wie ooit het land waar de ziel in de toekomst woont? ja, dichtwerken en sagen daarover zijn er overal in overvloed! Wij zijn hier met velen, dat wil zeggen in verhouding tot dit zeer verlaten oord van de aarde; maar daaronder is er ook niet één die met zekerheid zou kunnen zeggen, dat hij zelf ooit een keer een ziel heeft gezien of alleen maar echt levendig heeft gevoeld! En als het zich niet duidelijk tijdens zijn leven voordoet aan iedereen die daar als mens toch ook recht op zou hebben, maar meestal alleen maar aan de verschillende priesters en andere zeer op hen lijkende individuen, wel, dan is het hopelijk voor een waarachtig ook maar enigszins onbevangen, weldenkend mens toch niet moeilijk te raden, op wat voor bodem en ten voordele van wie dergelijke sagen, verzinsels en zelfs leringen zijn ontstaan! Gelukkig degenen, aan wie zulke luchtige woordbouwsels enige troost en geruststelling kunnen bieden! Wij, beste vrienden, hebben duidelijk iets beters leren kennen en aangenomen, namelijk de oeroude, altijd gelijke waarheid in haar diepste diepte, en vinden juist onze grootste troost en tegelijk onze grootste geruststelling in het feit dat wij zo snel mogelijk weer terugkeren naar het eeuwige oeroude niets; want in het niet-zijn bevindt zich toch immers de grootste en allerzaligste rust.
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...