Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

153 resultaten - Pagina 9 van 11

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
[17] De gastheer zegt: dit van jullie te vernemen is de grootste vreugde van mijn hart. Maar de Heer heeft jullie toch al een onmetelijk grote beloning geschonken; willen jullie dan nog meer? Ik ben namelijk van mening dat het toch voldoende moet zijn als de Heer jullie alles heeft gegeven wat jullie in het diepst van je hart maar kunnen bedenken en daarom vind ik dan ook dat jullie onderneming bijna op ondank lijkt.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Ja, mijn geliefde zoon, jouw hart heeft het mijne voor jou geopend; de wet is slechts een proef. Want, mijn zoon, de liefde bevindt zich niet in de wet, omdat degene die alleen de wet onderhoudt, dit doet uit eigenliefde om zo met zijn daadkracht mijn liefde en mijn heerlijkheid te verdienen. Wie zo de wet onderhoudt, is nog ver van mijn liefde verwijderd, want zijn liefde gaat niet naar mij uit maar naar de beloning.
Hoofdstuk 101: Waaruit bestaat de liefde tot God? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Zo is ook de liefde van een godskind voor God volstrekt geen vleierij waardoor het in staat zou zijn Gods almachtige gunst te verwerven, want de ware liefde is een innerlijke drang om God boven alles als de enige, meest volkomen Heer te erkennen, maar zichzelf ten opzichte van Hem als een absoluut niets te beschouwen. Men moet de hoogste gelukzaligheid zoeken in het feit dat men God de Vader boven alles lief heeft omdat Hij God en Vader is. En voor zo'n liefde mag men eeuwig geen andere beloning verwachten dan alleen de genade, God de Vader zo te mogen liefhebben.
Hoofdstuk 62: De ware deemoed, de ware liefde en het ware kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] De kinderen mogen nooit 'stilzitten' maar moeten zo vaak de Vader dat wil, vlijtig Zijn velden bewerken en de oogst getrouw en naarstig binnenbrengen in Zijn schuren. En al hebben ze hun werk ook nog zo vlot en trouw verricht, toch moeten ze na gedane arbeid naar de Vader toe gaan en in plaats van een eervolle beloning, voor Hem allerdeemoedigst bekennen dat ze volkomen nutteloze en luie knechten waren.
Hoofdstuk 62: De ware deemoed, de ware liefde en het ware kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Dat is dan ook de grootste beloning die zo'n wijsheidsmeester in zijn vak kan verkrijgen. Hij verlangt dan ook geen grotere en ik ben van mening, voorzover ik jullie ken, dat jullie voor zo'n beloning een heel keizerrijk zouden geven. Aan zo'n gelukkige wijsheidsmeester in zijn vak worden dan ook als gevolg van zo'n beloning buitengewone voordelen toegekend. In de eerste plaats krijgt hij een stuk eigen grond, dat voor een bepaald territorium alleen de oudste van het hoofdpaleis kan toekennen. Op deze nieuwe grond kan hij dan naar eigen smaak een nieuw paleis bouwen.
Hoofdstuk 21: De liefde zet het hout op het altaar in vlammen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] De patheticus zegt: 'Nou, nou, het is al goed! Hoor eens vrienden, als het in de wereld van de geesten overal zo vervelend toegaat als hier, dan is deze wereld een fraaie beloning voor de zure voorbereidingen op aarde, voor het veel geroemde leven van de ziel na de dood! Op aarde heeft een ontwikkeld, achtenswaardig man zich toch door zijn positie, zijn hoge openbare functie en zijn welgesteldheid kunnen vrijwaren van de aanvallen van dergelijk ordinair gespuis. Maar hier echter groeit dit gepeupel iemand brutaalweg boven het hoofd, en tenslotte zou men het nog als een genade moeten beschouwen dat je zo'n bolwangige meid mag aankijken! Als toppunt van deze maatschappelijke smakeloosheid moet deze toch overigens zeer achtenswaardig uitziende man zich ook nog voor deze rotte pomerans interesseren en haar tot onze spijt helemaal tot in de hemel verheffen. Dat ontbrak nog maar aan onze volledige wanhoop! En die beweerde, dat hij een allerintiemste vriend van God zou zijn! Te oordelen naar zijn genegenheid voor deze Lerchenfeldse met haar bolle wangen, haar volle boezem en haar brede achterwerk, moet de met hem bevriende Godheid een ware superlatief van laagheid zijn! Deze veile deerne stinkt van ontucht, en hij wil haar vormen en tot een sieraad van dit huis verheffen! Luister, dat zal me een fraai sieraad worden! Hahaha!'
Hoofdstuk 68: De wachtende heldin en de hoogmoedige patheticus. De laatste door de Heer terechtgewezen.Liefdewonder aan de heldin Helena - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De baron zegt: 'Ik dank u hiervoor heel hartelijk. Een of andere hulp hebben Emma en ik hard nodig. Want zo' n twintig jaar, die er hier wel tweeduizend leken, smacht ik al in de grootste eenzaamheid! Geen hulp, geen troost, geen licht kreeg ik tot nu toe. U bent de eerste, die begonnen is mij uit mijn lange droom te helpen. Ach vriend, voltooi nu ook wat u begonnen bent, dan zullen mijn hart en mijn leven u als beloning zijn toegewijd!'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik kan hem echter nog niet meteen aan jullie teruggeven, omdat hij eerst voor Mij nog een flink karwei moet verrichten. Zal hij dit werk tot een goed einde brengen, dan zullen jullie zijn, en hij jullie beloning worden!'
Hoofdstuk 103: Emma en Olaf vergeven hun schuldenaar Dismas. Over de sterke paulinische geest van Dismas. Een hemelse opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Waarlijk, het is mooi, ja verheffend, wanneer een broeder de andere broeder helpt, zonder ooit aan een beloning te denken; maar in geen hemel bestaat er iets hogers en groters, dan hen te zegenen die ons vervloeken, en goed te doen aan hen die ons gehaat, veracht en vervolgd hebben!
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De brengers van deze waardigheidstekenen buigen nu voor Robert-Uraniël en zeggen vriendelijk: 'Ziehier, lieve, voortreffelijke broeder, ontvang de rechtmatige beloning, die de Vader jou al vanaf het begin van de wereld heeft bereid! Omwille van de leer van Christus ben je op aarde een martelaar geworden. Je had dat wel kunnen voorkomen, maar je wilde het niet en daarom was je een martelaar vanwege de juiste betekenis van de zuivere leer van Jezus, onze God, onze liefdevolle en heilige Vader van eeuwigheid.
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] (Tegen de lichtblauwen:) 'Omdat jullie nu voldoende gesterkt zijn, ga daarom nog eenmaal naar het laagland en wek daar op, wat nog op te wekken is. Probeer de verhitte gemoederen tot bedaren te brengen, opdat zo mogelijk nog een oorlog onder de mensen op aarde wordt voorkomen. Als dit werk maar enigszins gelukt, zal jullie een grote beloning wachten in Mijn hemelen, waarin jullie gemakkelijk kunnen komen omdat Ik Zelf jullie de nooit te missen weg daarheen heb gewezen.
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Welke hemel weegt op tegen het feit dat onze zwakke ogen U, eeuwig heilige Vader, hebben aanschouwd en dat onze oren de verheven klank van Uw vaderstem hebben vernomen! Daardoor zijn wij nu reeds zo rijkelijk beloond dat we deze hoge beloning nooit ofte nimmer meer door onze toekomstige werkzaamheden zullen kunnen terugbetalen. Geef ons, O Vader, slechts voldoende dagelijks brood en we hebben dan alles wat onze harten zich maar kunnen wensen. Uw alleen heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De dertig zeggen: 'Ja, alles goed en wel, als we maar niet zulke grove zondaars waren; dat zijn wij echter wel en daarom is het de vraag, of wij Zijn tegenwoordigheid kunnen verdragen als Hij het werkelijk is.' De vijf zeggen: 'Waar zijn dan zij, die ten overstaan van God kunnen zeggen: Heer, we hebben nooit een zonde tegenover U begaan en zijn dus volkomen rein! Geef ons daarom de beloofde eeuwige beloning!'
Hoofdstuk 123: Goede missietoespraak van de vijf. Schroom om met zonden beladen voor de Heer te verschijnen. De genadezon van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] De vijfde zegt: 'Ons loon wordt echter afgemeten naar het resultaat van onze inspanningen. Is dat gering, dan zal ook ons loon geen millimeter groter uitvallen!' De vierde zegt: 'Hé, wat kan dat loon mij schelen! Ik wil het goede omwille van het goede doen en nooit omwille van een beloning! Heeft dat een of andere beloning tot gevolg, dan zal ik haar dankbaar aannemen, maar ze zal me nooit dienen als beweegreden tot een edele handeling.'
Hoofdstuk 122: Moeilijke missie van de drie theologen. Gelijkenis van de telescoop. Regels voor de missie. De beste weg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] De koster zegt: 'We zijn nu eenmaal in de geestenwereld, of jullie het geloven of niet! Daarom zeg ik: toen ik nog op aarde was, hechtte ik ook veel geloof aan de kerk, maar toen er berichten over de heilige Spaanse inquisitie kwamen, waaruit men kon opmaken hoe lief en zachtmoedig zij daar met haar verloren lammetjes omging, heb ik heel andere opvattingen gekregen. Wat hebben die honderdduizenden dan misdaan, dat zij tot grotere eer en glorie van God zo gruwelijk moesten worden verbrand?, vroeg ik stomverbaasd, en het antwoord luidde botweg: 'Omdat ze de bijbel hebben gelezen en zodoende verwerpelijke ketters zijn geworden!' 'O Heer!', riep ik bij mezelf uit, 'is het mogelijk, dat mensen die het om Uw heilige woord te doen is, van roomse moordenaars zo'n beloning moeten krijgen? Heer, hebt U dan geen bliksem en geen zondvloed meer om Spanje en Rome voor eeuwig uit te roeien?'
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11