Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3718 resultaten - Pagina 9 van 248

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[20] De Farizeeën zeggen: 'Kunnen we dan nog een poosje gaan rusten?' Ik antwoord: 'Beslist wel! Want de aarde heeft het licht van jullie ogen niet nodig bij zonsopgang, maar wel het licht van Mijn ogen, opdat het licht worde in de diepte!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] De oude Tobias zegt: 'Ik begrijp het wel en blijf daarom ook hier buiten; misschien wordt het in mijn diepte dan ook licht.'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Laat ze maar; heel vlug zullen er zich verscheidene gelegenheden voordoen, en wel nog voordat we helemaal beneden zijn, waarbij we hen hun sabbat onder de neus kunnen wrijven. Maar dit betekent nog niets als je weet hoe slim ze hun sabbat ontduiken als ze dat willen en de sabbat in hun synagoge hen geen rijke oogst voorspelt: -dan doen ze ramen en deuren dicht, zodat de zon haar licht niet kwijt kan in de vertrekken van zulke ogendienaars, en op die plaats en op dat ogenblik is er dan geen sabbat in het huis! Ook een dag zonder zon geldt niet als een hele sabbat tenzij ze in hun synagoge hun zevenarmige kandelaar aansteken, maar zoiets kost natuurlijk altijd een rijkelijk offer! Daarom hebben ze dan ook altijd liever een sombere sabbat dan een vrolijke zoals vandaag.
Hoofdstuk 175: Sabbatsheiliging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei: 'Jullie zijn nog behoorlijk zwak en blind, dat je zoiets niet direkt ziet! Kijk, dat gebeurde opdat jullie zouden bemerken, dat wat de profeet Jesaja over Mij geprofeteerd heeft nu in vervulling ging, toen hij (Matth.12:17) het volgende zei: 'Zie, dit is Mijn knecht, Die Ik heb uitgekozen, en Mijn geliefde, Waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel aan de heidenen verkondigen (Matth.12:18). (Onder oordeel wordt hier waarheid.licht en leven verstaan; want de waarheid zorgt voor een rechtvaardig oordeel.) Hij zal geen ruzie maken en schreeuwen, en men zal Zijn roepen niet in de straten horen. (Matth.12:19) Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende lampenpit zal Hij niet doven, totdat Hij het oordeel uitvoert. (Matth. 12:20) En de heidenen zullen op Zijn naam hopen.' (Matth. 12:21)
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ook vraagt Kisjonah Mij of hij een vuur in het schip zal aanleggen, omdat de nachten aan het water, ondanks de zeer grote hitte overdag, gewoonlijk toch nog behoorlijk koel zijn. Ik stem daar mee in, en in de grote vuurpan waarin zich een hoeveelheid zuivere hars, olie en ander licht brandbaar materiaal bevindt, wordt meteen vuur gemaakt; deze grote scheepstoorts stond al gauw in lichterlaaie en gaf over de hele omgeving een intens licht. Dat lokte al heel snel een aantal kijklustigen uit het plaatsje naar de oever, en daaronder waren er die Mij vanaf de dichtbij zijnde oever in het schip herkenden, en die begonnen te juichen, omdat Ik, de bekende wondergenezer, in hun gebied was gekomen; want er waren daar veel zieken.
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] 'Ah', zegt Kisjonah, 'nu gaat me een licht op! Deze knaap is er zeker net zo een, als die drie die ons op de bergtop gediend hebben?' Ik antwoord: 'Jawel, maar vraag en raad nu niet langer, anders wordt het te laat!'
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Kisjonah overziet de veertig grote tafels, die in de grote eetzaal aangericht en zeer goed voorzien zijn, en er ontbreekt niets; stoelen en banken staan sierlijk opgesteld en er staan ruim voldoende lampen voor de verlichting tijdens de avondschemering op alle tafels en ze branden reeds met zuivere vlammen en geven een helder licht!
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Hoe moeilijk zal het zijn voor degene die veel heeft, om zich eenmaal daarvan los te maken, en hoe licht zal diegene afscheid nemen van de wereld, die geen goederen uit haar schoot bezat en nog bovendien terwille van Mijn naam overal werd vervolgd! Die veracht de wereld, en hij zal zeker niet om haar treuren als hij, terwijl hij het hemelrijk helder voor zich ziet, deze duistere verderfelijke wereld verlaat.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Zie je echter dat de blinde aan de rand van een afgrond staat, snel er dan heen, pak hem beet en breng hem in veiligheid en breng hem dan naar het licht dat iedere blindheid der ziel geneest, en hij zal de beste, dankbaarste broeder voor je worden.
Hoofdstuk 202: De ware vrije kerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] O heiligste tijd der tijden op deze aarde, waar Hij nu woont Die aan de zon en de maan het licht gaf en Die hen heeft voorgeschreven om de lange weg van Zijn liefde en wijsheid te volgen, en aan de aarde de tijd en dag en nacht te geven!
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Zo lijken wij op een kuil die in de grond gegraven wordt; hoe meer grond er uit gaat, des te groter wordt de inwendige ruimte voor de opname van het licht en de hemelse lucht. Heer, volgens mij heb ik geen ongelijk; wat zegt Uw oneindig hogere wijsheid daarover?'
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Alle zieken, die op het erf wachtten op genezing, werden plotseling kerngezond, begonnen te jubelen en te roepen van vreugde en riepen luid: 'Wij zagen een licht ons lichaam binnengaan - en toen waren we gezond; en we voelen ons nu zo goed alsof we nooit wat gemankeerd hebben. Heil Hem, die ons zo onverwacht heeft genezen!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Als de genezenen de vijf Farizeeën tegen komen, vragen deze aan de jubelenden, wanneer en hoe ze genezen werden. Allen, ongeveer dertig mensen, vertellen hen in koor, hoe dat om zo en zo laat gebeurde, en dat ze een licht in hun lichaam hebben zien gaan.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Zo merken de vijf, dat het precies op het moment was toen Ik zei: 'Laat het gebeuren, zoals jullie geloven!', en dat degenen in de herberg door een licht genezen werden.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[24] Toen bleef het een poos stil. Niemand zei iets; want ze dachten allen nu diep erover na, en het licht van de waarheid van het vertelde werd steeds helderder voor hen.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...