Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1169 resultaten - Pagina 9 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[13] Daar schrok OURAN van. Pas na een poosje zei hij: " Ja, ja, grote meester! U heeft gelijk, ik zit nog wat vast in mijn oude gewoonten en zie nu ook in, hoe dom het van mij is om ergens voor te vrezen. Dat zal me een tweede keer niet meer gebeuren en ik ga nu zonder bedenken meteen met u mee, waarheen u maar wilt!"
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Want zou Ik de zon nu in werkelijkheid nog een uur lang over deze streek laten schijnen, dan moest Ik de hele aarde in haar draaiing - die door de grote cirkel van haar omtrek zo snel is dat een paar ogenblikken al een afstand van hier naar Jeruzalem betekenen -natuurlijk op slag stoppen. Daardoor zouden alle vrije lichamen die niet te vast met de aarde verbonden zijn, een zodanig heftige schok krijgen, dat daardoor niet alleen alle levende wezens, zoals mensen en dieren, met hun huizen en hutten en paleizen urenver met ontzettende kracht naar het oosten geslingerd zouden worden, maar zo'n schok zou ook de zeeën uit hun diepten over de bergen heen jagen en de bergen zouden als mussen door elkaar vliegen!
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar als de andere mensen, die van dit alles niets weten, deze zon over ongeveer een uur plotseling zien doven op de plaats waar zij nu staat, zal grote schrik, vrees en vertwijfelde angst hen aangrijpen, en allen zullen er vast van overtuigd zijn dat de goden heel kwaad zijn geworden en de aarde verschrikkelijk zullen straffen!
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] RAPHAËL zegt: " Ja, vrienden, als jullie zo blind zijn dat je midden op de dag nog niet eens de zon ziet, dan zijn jullie niet te helpen! Als iemand te dom is, helpt het niets of men hem zou zeggen: 'Kijk, deze of gene is het!' Hij zal het toch niet geloven, want om te geloven heeft men een ontwaakt verstand nodig, dat zich in noodgevallen ook zelf ka.n redden. Maar als het verstand van een mens nog te vast verbonden is met de zuivere materie, helpt geen enkele aanwijzing. Zo iemand moet dan eerst tienmaal zijn neus tot bloedens toe stoten voordat hij er over na gaat denken waarom hij zijn neus heeft stuk gestoten! En zo zal het bij jullie ook moeten gaan! Geen God ~al jullie wijzer maken zolang je niet zelf door schade en schande bent wijs geworden! .
Hoofdstuk 74: Het onvermogen van Suetal om de Heer te zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ja, de sterren, de sterren, beste vriend, de sterren, de zon en die wispelturige maan! Dat zijn heel vreemde zaken, en ook onze aarde. Wie daar alles over zou weten, zou wel de hoogste graad van menselijke wijsheid bereikt hebben! Maar voor men daarvan alle ondoorgrondelijke geheimen en verborgenheden aan het daglicht zal brengen, vooral voor iemand als wij, o vriend, zal de brave maan nog vaak heel gemoedelijk boven de horizon moeten opstijgen! Ik voel dat die zaken, die ik nu van jou heb gehoord, algehele waarheden zijn. Maar ze liggen nog zo los en zonder verband in mijn hoofd als de eerste bouwstenen van een nieuw, groot paleis dat nog gebouwd moet worden. Iedere steen op zich is vast en goed en dus een solide waarheid, maar hoe deze eerste, onderste bouwstenen door de bouwmeester later tot een fundament van het paleis samengevoegd zullen worden, dat, vriend, ligt voor mij nog zeer veraf, en ik denk dat dit zelfs voor jou geen makkelijk karwei zal worden!"
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt: "Dat zijn, zover ik weet, Zijn oudste leerlingen en het zijn, op één na, allen zeer wijze en machtige meesters over hun lichaam en over de natuur! Maar die ene daar lijkt mij een sluw, laaghartig mens! Heus, die zou ik nooit tot mijn vrienden willen rekenen. Het lijkt wel een arme duivel die te vroeg mens is geworden! De Heer zal wel weten waarom Hij hem duldt! Duivels zijn immers ook schepsels waarover Hij regeert en ook afhankelijk van het fluisteren van Zijn wil, daarom past het ons niet te vragen waarom Zijn liefde in het bijzijn van een duivel ook wonderen doet! Maar een vreemd wezen is het! Ik zou hem wel eens aan de tand willen voelen om vast te stellen wiens geesteskind hij is! -Maar laten we daar niet verder over spreken! Het is voldoende dat de Ene hem kent! Met de anderen zou ik echter, als het moment daar gunstig voor was, zelf wel eens een paar woorden willen wisselen. Zij moeten al zeer ver in de leer zijn ingewijd!"
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Na deze woorden viel Helena letterlijk in een liefdessluimer en hield Mijn hand vast aan haar borst gedrukt, hetgeen Jarah haast wat pijn begon te doen, omdat Ik tijdens het gesprek met Helena niets tegen haar had gezegd. Maar toen Ik haar vriendelijk aanzag, ging de pijn meteen weer over .
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] JARAH zegt: "O ja, voor zover een meisje van veertien jaar zulke geestelijke zaken kan begrijpen! Achter dat, wat U nu tegen mij hebt gezegd, kunnen nog best eindeloze diepten verborgen liggen die mijn hart nog lang niet kan doorgronden. Maar wat voor de korte tijdsduur van het aardse leven zinvol kan worden begrepen, denk ik wel begrepen te hebben en U, o Heer, zal het begrip van mijn hart zeker niet te schande laten worden. Maar onze lieve Helena is nu vast ingeslapen en ik zal dus niet veel met haar kunnen spreken!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA zegt: "O vader, welk mens zou daar ooit maar het geringste vermoeden van gehad kunnen hebben! Bovendien zaten we ondanks al ons verlichte opvattingen nog te veel vast aan het heidendom en waren daardoor niet in staat om zo'n zuivere gedachte te krijgen, dat we met behulp daarvan ook maar een flauwe voorstelling hadden kunnen vormen van wat wij hier enkel door de genade van God de Heer direkt van Hem Zelf ontvangen!
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] RAPHAËL zegt: "Heel juist, maar Archimedes was een draaier en ontdekte uit zichzelf zowel de grondbeginselen van de zeer bruikbare brandspiegel, van de cilinder en schijven die de bliksem veroorzaakten, als vooral van de hefmachine, door het fortuinlijke gebruik van zijn speciaal daarvoor uitgevonden en precies berekende schroef, na welke uitvinding hij zei: 'Geef mij buiten de aarde een vast punt en dan hef ik de gehele wereld uit haar voegen!'
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Niets is bij God onmogelijk; waar Hij geestelijk en natuurlijk helpt gaat alles! Maak je dus helemaal geen zorgen en vertrouw vast op de Heer en dan zal alles wel veel beter gaan dan jij het je nu voorstelt! -Beste Mathaël, heb ik nu gelijk of niet!"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk, de natuurwetten zijn ook door God gegeven en kunnen slechts samen met de natuur worden opgeheven. Maar zolang er een natuur bestaat, zolang blijft ook de onveranderlijke natuurwet. Daar kunnen geen uitzonderingen op zijn, want een nog zo kleine uitzondering zou een onberekenbare storing teweegbrengen in de gehele aard der dingen, die allemaal als schakels van een ketting aan elkaar vast zitten. Als er ook maar één schakel stukgaat is de ketting haar bindende werking kwijt! Dit zijn nu mijn redenen waarom het mij voorshands niet zo goed mogelijk is om te geloven dat jij werkelijk lichamelijk naar een paar vaste sterren bent gereisd.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] JARAH zegt: "Hoe dan? Uw tegenbewijzen liggen te vast verankerd in de bestaande, onveranderlijke, goddelijke orde, en ik kan u voor mijn werkelijke bezoek aan de vaste sterren geen ander bewijs geven dan te zeggen dat bij God alle dingen, die voor het menselijke verstand nóg zo onmogelijk lijken, tóch mogelijk zijn.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MATHAËL zegt: "Vriend, met liefde, wijsheid en geduld komt alles wel in orde en zeker met de hulp van de Heer! Ik heb medelijden met hen! Blind in hun harten, pure verstandsmensen, -zitten ze, als oude, verroeste spijkers in een balk, vast in hun domheid. Arme stakkers! Nou, misschien genezen we ze allemaal! "
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Kijk, oud, kwaadaardig Joods orakel uit Caesarea Philippi, dat zijn je woorden en zo is je gedrag! En wil je je nu opeens wit wassen?! Ik zweer je bij alles wat mij nu heilig is, dat je hier niet vandaan komt voordat je althans mij iedere onrechtvaardig toegebrachte schade vergoed zult hebben! De waardige opperstadhouder kan je op mijn verantwoording het kruis op de rug vast laten maken en daarmee wordt je geen onrecht aangedaan! -Begrepen oud, slecht orakel?!"
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...