Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

161 resultaten - Pagina 9 van 11

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
[6] De Heer heeft Zijn woord echter vergeleken met parels die men niet voor de zwijnen moet werpen. Daarom ben ik dan ook van mening dat er uit zo'n varkenstrog niet veel levend brood te halen valt. Jullie zullen dus ook gemakkelijk inzien dat deze `tafel van Abraham', zoals we die in het begin hebben gezien, nog veel te goed is om al het schandelijke van zo menige tafel des Heren in jullie kerken te laten zien. De reden daarvan is, dat deze lekenbroeders zich innerlijk noodgedwongen bij deze aardse tafel des Heren wat heters voorstelden dan hij op zich werkelijk was. Ze hadden er immers geen flauw idee van dat 'de tafel van Abraham, Isaäk en Jacob' niets anders voorstelt dan de zuiverste liefde voor de Heer en alle daaruit voortkomende nuttige werkzaamheden die betrekking hebben op het geestelijk welzijn van onze broeders. Zoals dus de tafel is, zo is ook de hemel, want de echte is niet voor geld te koop, terwijl jullie kerk hem toch voortdurend voor een vastgestelde prijs verkoopt. Daarmee is deze rommelhemel dan ook helemaal in overeenstemming, en moet hij er dus ook uitzien als het middel waardoor men hem in bezit heeft genomen.
Hoofdstuk 78: Tweede akte van de komedie in de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar de fantasie van een mens kan zuiver of onzuiver zijn. Zuiver is zij wanneer de onsterfelijke geest van de mens reeds zo puur in zijn lichaam aanwezig is, wat zelden het geval is, dat zijn zuivere beelden niet door de beelden van de buitenwereld vertroebeld en verontreinigd worden. Zo kan de fantasie door het opnemen van slechts uiterlijke beelden zuiver zijn, wanneer zij door de kracht van de ziel de aanschouwde beelden vasthoudt en deze dan bij gelegenheid natuurgetrouw weergeeft. Onzuiver echter is de fantasie, wanneer de geest in het lichaam van de mens nog te passief is, zowel ten opzichte van zijn innerlijke beelden als van die van de buitenwereld. Daardoor loopt dan alles door elkaar, het geestelijke en het natuurlijke, en als hij een fantasiebeeld maakt, begrijpt niemand wat het nu eigenlijk voorstelt, iets geestelijks of iets natuurlijks. Tot deze categorie onzuivere fantasiebeelden behoren al die middeleeuwse raadselachtige obsceniteiten, volgens welke de hemel zijn wonderlijke aanzien heeft gekregen, de hel en het zogenaamde vagevuur een braadoven werden en dergelijke dwaasheden meer.
Hoofdstuk 119: De geest, schepper van zijn eigen wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Wat zegt de Heer eens tegen Zijn apostelen en leerlingen als Hij hun de te vervullen plichten voorstelt en aanbeveelt? Hij zei niets anders dan slechts de eenvoudige, zeer betekenisvolle woorden: 'Wanneer jullie echter alles hebben gedaan, erken dan dat jullie luie en onnutte knechten zijn'.
Hoofdstuk 100: Wat betekent: God boven alles liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Tenslotte grijpt Hij in de tempel zelfs naar een tuchtigend wapen en drijft al dat soort speculanten ongenadig de tempel uit en bestempelt hen als moordenaars van het goddelijke rijk, omdat zij de tempel, die juist het goddelijke rijk voorstelt, tot een moordenaarshol hebben gemaakt.
Hoofdstuk 92: Woekermentaliteit - het meest verderfelijke voor de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Daarom spreekt de Heer: 'Wie bidt, moet in de geest en in de waarheid bidden' en Als jullie bidden, ga dan in jullie kamertje' en verder: 'Denk er niet over na wat jullie zullen zeggen, want op het juiste moment zal het jullie in de mond gelegd worden'.
Hoofdstuk 86: Wat is een vals getuigenis? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Zoals gezegd, is dat voor de zuivere geesten niet mogelijk. Zij kunnen zich weliswaar als ze zich aan aardse mensen openbaren, in overeenstemmingen uitdrukken en zeggen dan ook niet zelden iets heel anders dan hetgeen de innerlijke betekenis van hun spreken voorstelt, maar dat is geen liegen, maar de geestelijke waarheid in aardse beelden leggen die met deze waarheid precies overeenstemmen.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Luister, het kind zegt: lieve, wijze leraar, kijk nu toch eens! Toen ik in mijn kamertje de lieve grote Hemelvader zo echt begon lief te hebben, kwam deze eenvoudige man naar me toe en vroeg mij of ik de Vader in de hemel werkelijk wel zo liefhad. Ik zei tegen Hem: och lieve man, dat kun je toch wel van mijn gezicht aflezen. Daarna vroeg de man mij hoe ik me de grote Hemelvader in mijn gemoed voorstelde. En ik zei tegen hem: ik stel me Hem als een mens voor; maar wel moet Hij heel groot en sterk zijn en ook zeker een grote glans om zich heen hebben, omdat deze wereld en de zon die op haar schijnt al zo buitengewoon heerlijk en stralend zijn.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Kijk, de kinderen denken goed over de les van de leraar na en één kind, ogenschijnlijk het zwakste onder hen, gaat naar de leraar toe en zegt: luister naar me, lieve wijze leraar. Wanneer ik heel alleen in mijn kamertje zou gaan en daar God de Heer als de meest liefdevolle Vader alleen met mijn liefde echt overtuigend zou omvatten, terwijl ik er bovendien nog nooit echt aan heb kunnen twijfelen of Hij al dan niet zou bestaan, maar ondanks alle tegenbewijzen voortdurend in mijzelf aan het geloof in een God heb vastgehouden, - denk je dan niet dat Hij zich aan mij zal tonen als ik Hem alleen maar zou willen liefhebben? Want dat vele nadenken over het geloven lijkt me toch een beetje moeilijk.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] In de eerste zaal kunnen jullie zien, dat er volgens jullie berekening elke dag aan deze laatste rij een nieuwe globe wordt toegevoegd, dat wil zeggen in de zaal die jullie huidige millennium voorstelt. Opdat de leerlingen niet te veel met die kleine globes te stellen hebben, wordt hun door de leraren van te voren op de grote globe reeds aangegeven welke veranderingen zich hier of daar op aarde hebben voorgedaan. Daardoor leren de leerlingen alles al kennen en kunnen zich later, ter eigen bevestiging, op de kleine globes van dat alles zelf overtuigen.
Hoofdstuk 69: Hemels schoolgebouw voor aardrijkskunde en wereld-geschiedenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Maar is dit de enige globe en hebben de leerlingen met deze studie het geografische leervak beëindigd? O nee! Kijk, daar wat verder voor ons ligt alweer een grote zaal. Daarin bevindt zich een gelijksoortige globe, die de aarde voorstelt zoals ze duizend jaar geleden was, en weer in een aangrenzende grote zaal een, die de aarde nog eens duizend jaar eerder voorstelt en zo gaat dat door tot aan Adam.
Hoofdstuk 69: Hemels schoolgebouw voor aardrijkskunde en wereld-geschiedenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Zo is hier toch duidelijk zichtbaar hoe deze tien witstralende zuilen op tastbare wijze de tien geboden van de goddelijke levensordening weergeven. In de lagergelegen galerij zagen we dat de twee zuilen van de liefde nog in de buitenste ring waren ingedeeld, en in plaats daarvan bevond zich in het midden het merkwaardige kruis dat eveneens de lijdende liefde voorstelt.
Hoofdstuk 53: Liefde tot de Heer en van daaruit tot de naaste leidt tot de volmaaktheid van het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Nu stelt Jeruzalem onder het werkend principe van liefde en wijsheid eveneens de Heer voor, hetgeen jullie uit de beweegreden voor het ontstaan van deze stad en uit haar doelmatige inrichting duidelijk kunnen opmaken. Zodoende zijn de Heer of Zijn liefde en wijsheid of de zojuist aangeduide stad Jeruzalem volkomen identiek; en het getal 8 dat de Heer als een vereend, volmaakt wezen voorstelt, moet dan eveneens datgene voorstellen wat vanuit welk standpunt dan ook bekeken, de Heer in Zijn vereende volmaaktheid voorstelt. Jeruzalem echter doet dat, en daarom kan het ook met hetzelfde recht door het getal 8 worden aangeduid.
Hoofdstuk 45: Goddelijk-geestelijke wijsheid is dwaasheid voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Jullie hebben gehoord dat de hele grote schepping van God zowel natuurlijk als geestelijk een complete mens voorstelt. Deze mens heeft derhalve in zijn eindeloos grote geheel zeker ook maar één maag en één hart. Jullie kennen de grote Kostgever en kennen ook de kost waarmee de grote Kostgever Zijn grote mens voedt; die kost heet 'het brood des levens', oftewel hij is de liefde van God!
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Geliefde broeders, ik zeg jullie: waar een hele wereld is, daar moet toch ook aanwezig zijn wat die wereld draagt. Jullie zeggen nu: bestaat er in de onmetelijke scheppingsruimte wel zo'n prachtige wereld? Ja zeker, lieve vrienden en broeders. Jullie moeten andere hemellichamen niet met jullie aarde vergelijken, want dat is in vergelijking met vorstelijke paleizen slechts een armzalig kamertje. Jullie hebben bij de beschrijving van de natuurlijke zon en van enkele planeten van jullie zonnestelsel zeker opgemerkt met hoeveel meer pracht en luister deze zijn ingericht dan jullie aarde. Ik zeg jullie echter: dit alles is nog maar pure armoede vergeleken bij zo menige heerlijkheid op de grotere hemellichamen in de onmetelijke scheppingsruimte. Zelfs deze wereld, die jullie uit jezelf hebben opgeroepen en waarop we nu wandelen is nog lang niet de mooiste.
Hoofdstuk 14: Liefde, het grote middel om tot inzicht te komen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Nu hebben we nog het hoofd, een vast deel op de romp, dat op zich, in afgeronde vorm een volledig mens in zijn geestelijke sfeer voorstelt. De oren zijn de voeten waarop hij gaat. De ogen zijn de armen waarmee hij ver om zich heen kan grijpen. De neus is de long, de mond is de maag, waarin zich de tong, te vergelijken met het hart, bevindt, en deze helpt zowel de materiële als de geestelijke spijzen te verwerken; de materiële door deze onder de malende tanden te schuiven en daarna bij het doorslikken. Dat is haar materiële bezigheid. Maar de tong geeft ook aan de stem een verstaanbare, gearticuleerde klank en zij is het die de innerlijke gedachten in verstandige woorden omzet.
Hoofdstuk 127: Een mensenkind als beeld van het hemelrijk en het universum - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11