Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 9 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[2] Want bepaalde natuurgeesten in de materie van de bergen die met het in de lucht vrij aanwezige goudstof het meest verwant zijn, zijn in staat door hun zeer geringe intelligentie en de daarmee verbonden wilskracht wat de apothekers aantrekkingskracht noemen -het vrije goud uit de lucht naar zich toe te trekken en als dat een paar honderd jaar achtereen gebeurt, zal er op zo'n plaats heel veel goud zichtbaar worden.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen de aanwezige Romeinen dat hoorden, kwam er geen eind aan hun verbazing over de juiste en precieze manier waarop degenen die Ik in vervoering had gebracht Rome beschreven, hoewel geen van hen ooit in Rome was geweest, noch een prent van deze stad had gezien.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Maar dat is niet de enige ervaring op dit gebied. Toen ik een aantal jaren geleden naar Egypte moest reizen, maakte ik de volgende heel vreemde gebeurtenis mee: Ik was met de meeste van mijn hier aanwezige metgezellen in Sicilië om vandaar per schip naar Egypte te reizen. Wij scheepten ons 's morgens in op ons grote, stevige schip, dat reeds vele stormen getrotseerd had. Wij bevalen ons aandachtig en innig in de hoede van de goden aan en ik riep heimelijk ook nog de bescherming van de God der joden in, die ik uit jullie Schrift had leren kennen. Toen wij af wilden varen, was het schip met geen mogelijkheid vlot te krijgen. Ik liet meteen alles heel zorgvuldig onderzoeken en nergens was iets te vinden dat het schip ook maar in het minst had kunnen belemmeren om vlot te komen. Toen werd van alles geprobeerd om het schip, dat toch in zeer diep water lag, van land te duwen; maar alles, was vergeefse moeite. Ik stond met een aantal van mijn metgezellen vol woedende gedachten op het dek, keek omhoog en omlaag en links en rechts en over boord naar beneden in zee om eventueel toch de een of andere reden te ontdekken waarom het wegvaren niet lukte.
Hoofdstuk 218: Agricola spreekt over het wezen van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O, ja, een beweging om haar eigen as, en de reden daarvoor is dat haar huid voortdurend tegen de haar geheel en al omringende ether wrijft en daardoor een behoorlijke hoeveelheid elektrisch vuur, zoals de bliksem, produceert, dat dan als voornaamste voedsel voor alle in zo'n globe aanwezige hemellichamen dient; want een ontzettend grote hoeveelheid van deze stof, die bij de wrijving tussen de globe en de buitenether ontstaat, vult de etherruimte in de globe. Door de beweging van de ontelbaar vele hemellichamen binnen een bol wordt deze stof door middel van de atmosferen die hen omgeven, weer geactiveerd, verspreidt zich eerst in ruime mate in deze atmosferen, en vervolgens op de hemellichamen zelf. Hoe groter een hemellichaam is -zoals bijvoorbeeld een zon of zelfs een centrale zon -en hoe geweldiger zijn beweging is, des te meer wordt er van deze licht en voedingsstof op hem geproduceerd. Vanaf de zonnen wordt datgene wat teveel is aan de planeten doorgegeven.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (Rafaël): 'Kijk, jij ziet de stof, waaruit volkomen zuiver goud bestaat, beslist niet als onderdeel van deze lucht daarin rondzweven, maar ik zie die stof wel en kan hem heel goed onderscheiden van de talloos vele, andere stoffen. Omdat ik dat echter wel kan en ook mijn wil overeenkomstig op dezelfde manier naar alle richtingen kan uitbreiden, daarom kan ik ook dit in de lucht aanwezige pure goudstof ineens tot een zichtbare hoop samentrekken, of ik kan ook net zo gemakkelijk bewerkstelligen dat het zich tot een willekeurige vorm, zoals bijvoorbeeld een drinkbeker, samenvoegt en dan zul je onmiddellijk een willekeurig grote goudhoop of een gouden beker voor je zien en dat goud zal niet een zogenaamd waardeloos, wonderbaarlijk goud zijn, maar even natuurlijk als het goud dat de mensen uit de bergen delven, van vreemde stoffen ontdoen en vervolgens in het vuur smelten en er dan allerlei kostbare zaken en voorwerpen van vervaardigen.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ja, in het hart van de mens als de zetel van de liefde, gaat het meestal ook zeer liefdeloos toe, en toch is het hart de zetel van de liefde. Maar de zuivere liefde in het hart zou helemaal alleen op zichzelf evenmin levensvruchten tot stand brengen, als de aarde zonder het licht van de zon. De hemelse zon voor het hart in de mens is nu eenmaal zijn natuurlijke verstand. Dat daalt in geordende, goede gedachten, ideeën en begrippen in het hart ofwel op de aarde in de mens neer, verlicht deze en wekt de kiemen tot goede en edele daden tot leven. Als het licht van het verstand nog zwak is, zoals het licht van de zon in de winter, dan wordt het hart wel verstandiger en wijzer, maar omdat het nog erg aan de eigenliefde blijft hangen, zullen de edele kiemen daarin niet opkomen, groeien en vruchten laten rijpen in de vorm van daden volleven. Maar wanneer het verstand van een mens door vlijt en een juist gebruik van zijn talenten en bekwaamheden lichter en lichter wordt, zal het licht van het verstand ook de levenswarmte in het hart krachtiger opwekken, en de daarin rustende zaadkorrels voor goede daden zullen gaan kiemen, groeien en bloeien en weldra edele daden als vruchten voor de rijke levensoogst voortbrengen en volkomen rijp laten worden.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] De vele aanwezige tollenaars kwamen nu ook naar Mij toe en vroegen, of Ik het hun niet kwalijk nam als zij tot de avond naar huis gingen om te zien, of daar alles wel in orde was en of hun bedienden het nog steeds door alle straten binnentrekkende volk bij deze gelegenheid niet teveel afpersten.
Hoofdstuk 65: Het gezichtsvermogen van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Nu gaan ze het huis binnen en worden door Nikodemus met de gebruikelijke egards naar het aanwezige gezelschap gebracht, dat hen ook heel vriendelijk en eerbiedig begroet en verwelkomt, en hun aan tafel ook meteen de beste plaatsen geeft, -iets, wat de Farizeeën erg belangrijk vinden, zoals jullie zelf ook wel weten. In zilveren bekers wordt hun nu meteen de beste wijn aangeboden met brood en eieren en zout. Ze eten en drinken er nu flink op los, wat ook een bekende deugd van de Farizeeën is; want de tempeldienaren houden erg van flinke eet en drinkgelagen.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Lazarus zelf dacht dat hij zoiets nog nooit in die hevigheid had gezien; ook de joodse Grieken beweerden dat. De arme knechten en arbeiders, met de nog steeds aanwezige echtbreekster en de mooie Helias met haar familie, zeiden dat ook, en verbaasden zich allen zeer over dit verschijnsel.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar Agricola en nu ook de andere reeds aanwezige Romeinen zeiden: 'Het lijkt er wel op, - maar het ligt toch heel anders! Vraag nu echter nergens naar; want jullie zullen over alles nog op de juiste tijd ingelicht worden!'
Hoofdstuk 137: De nieuwsgierige burgers van Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Omdat ik echter, evenals nog enkele andere hier aanwezige mensen, ook zo van de geest en de wil van God vervuld ben, moet alles gebeuren wat Gods wil in mij wil, en niets kan zich tegen mij verzetten. Als ik deze hele aarde zou willen vernietigen en volledig zou willen verwoesten, dan zou dat, als ik het ernstig zou willen, net zo zeker lukken als het mij nu lukken zal, die gindse aan dat tamelijk verafgelegen gebergte naar voren stekende grote rots ogenblikkelijk te vernietigen.
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Agricola zei: 'Kijk, nu is het mij al weer aanmerkelijk duidelijker, en ik herinner me nu een paar zinnen van de oude wijze Plato. Die onderzocht lange tijd het geestelijk wezen van God en kreeg tenslotte een visioen als in een heldere droom. Hem werd te kennen gegeven dat hij Gods geestelijke wezen zou zien. Toen kwam het hem voor alsof alles om hem heen vuur en licht werd. Het leek of hijzelf helemaal oploste, zonder daarbij echter zijn volle bewustzijn te verliezen. Maar in dit vuur voelde hij geen brandende hitte, maar enkel een machtige, hoogst verrukkelijk weldadige liefdes en levenswarmte, en een stem als de zuiverste harmonie van een welluidende eoluslier sprak uit de vuur en lichtzee tegen hem: 'Zie en voel het geestelijke wezen van God, en voel en zie jezelf in Hem en door Hem!' En Plato zag toen zijn gedaante als mens, en zag om zich heen nog talloze gedaanten zoals hijzelf. In die gedaanten ontdekte hij nog in minuscuul kleine figuurtjes, die allemaal leefden, ontelbaar vele andere vormen, die in totaal echter één enkele menselijke vorm uitmaakten. En zie, jouw uitleg lijkt veel op het droomgezicht van de grote wijsgeer, die overal in ontwikkelde kringen erg bekend is!
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Zouden de uiterlijke kenmerken voor een denkend mens niet voldoende moeten zijn om aan de hand van de daarin aanwezige verschillen ook de verschillen af te leiden van de in de mens aanwezige talenten en bekwaamheden, zodat een wijs leraar en meester de mens op zijn talenten zou kunnen wijzen en hem met raad en daad behulpzaam zou kunnen zijn om de aanwezige talenten op een edele en succesvolle wijze te ontwikkelen? 0 nee, dat is voor de blinde wijze, zoals ik er zelf ‚‚n was en nog ben, beslist niet voldoende! Hij wil de mensen allemaal gelijk hebben; ze moeten allemaal denken en handelen zoals hij en gewillig lasten dragen waar ze geen kracht voor hebben, en zo worden van de mensen in plaats van wijzen, niet zelden narren gemaakt, die noch zichzelf, noch iemand anders van nut kunnen zijn. Voor deze les dank ik U, o Heer, nogmaals uit de diepst van mijn hart; want deze zullen we het eerst op onze eigen kinderen vruchtbaar toepassen..
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Daarop gingen de beide Farizeeën en de twee levieten met Rafaël naar de hut en vonden de hun welbekende schatten in goede orde op een daar aanwezige tafel.
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus riep meteen zijn aanwezige dienaren en zond hen naar beneden om voldoende brood en wijn te brengen. Zij gingen zo snel mogelijk naar beneden en brachten voldoende brood en wijn, zoals hun opgedragen was.
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22