Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 9 van 103

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] IK zeg: "Dat zie je toch wel, Mijn lieve Jarah! Je bevalt Mij bijzonder! O waren alle mensen maar zo prettig als jij, dan zou het wel goed en naar Mijn zin zijn. Maar er zijn in de wereld zo vele duizenden en nogmaals zoveel duizendmaal duizenden, die Mij niet zo aangenaam zijn als jij! Dat zijn pure wereldse mensen, en jij bent een engel! Nu echter op weg, want het is al het derde deel van de dag!"
Hoofdstuk 130: Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De HOOFDMAN zegt: "Het zou prettig zijn om te gaan zitten, maar waar? Werkelijk, het uitzicht is heerlijk; je ziet hier over heel Galiléa en ook een groot deel van Judéa, - ook kijk je in het land van de Samaritanen, maar de onherbergzame hoogte en de vrees voor een mogelijk naar beneden vallen, bederft mij ontzettend het ware genot! Ik weet dat mij niets kan gebeuren, en toch ben ik bang! Waarom dan?"
Hoofdstuk 131: Op de bergtop van de Morgenkop. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Een deel bestudeerde de uitgestrekte landerijen, een tweede deel zong zelfs psalmen, een derde keek langs de wanden naar beneden en zocht een plaats voor een mogelijke terugweg. Omdat men echter zo'n plaats niet kon ontdekken en de zon al bijna onderging, kwamen speciaal de LEERLINGEN en zeiden: "Heer, nog een half uur en dan is de zon onder, wat moeten we dan op deze hoogte?"
Hoofdstuk 131: Op de bergtop van de Morgenkop. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Ebahl komt terug en brengt ons meteen op de hoogte van de goede ontvangst die zijn uitgevoerde opdracht ten deel viel. Allen zijn daar blij om, en de HOOFDMAN zegt: "Ik verheug me heel bijzonder op de dag van morgen, maar ik zeg erbij, en daar geeft de merkwaardige droom van de lieve Jarah mij heel speciaal aanleiding toe, dat ik die kerels niet met me zal laten spotten. Zodra ze mij smoesjes vertellen, laat ik hen geselen tot het kwade bloed hen in stralen van de rug zal lopen! Want slaan met woorden haalt helemaal niets uit bij deze onmensen en het spoort hen tot nog meer wraak aan, maar een geseling op leven en dood zal hun kwade ijver zeer afkoelen. Het is nog niet zeker dat ik het doe, maar erg onzeker is het ook niet!
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] De ESSENEN zeggen: "Dat denken wij ook! Want met zo'n puur goddelijke wijsheid en zo'n overvloed aan verborgen goddelijke kracht, zal men ten aanzien van de slechte wereld toch wel weten wat te doen! Als wij slechts het honderdduizendste deel van Zijn macht en wijsheid hadden, dan zouden wij binnen drie jaar heer van de gehele wereld zijn! Daarom zitten wij over Hem niet in angst! Tenzij Hij Zichzelf vrijwillig aan de slechte wereld over zou geven en zou zeggen: "Hier ben Ik, leef jullie boosheid uit op Mij, jullie Schepper Zelf, opdat des te sneller het oordeel van boven over jullie kome!' -En dan zou Hij nóg niets verliezen! Hij zou wel toe kunnen laten dat de slechte mensen, om de maat vol te maken, Zijn lichaam letsel toe zouden brengen, ja het zelfs zouden doden, maar wie zal Zijn eeuwige onverwoestbare en almachtige geest iets kunnen doen? Zoals gezegd, wij twijfelen er helemaal niet aan dat Hij ook zoiets zou kunnen doen, maar dat zal Zijn vijanden weinig baten, want voor men er op bedacht is, zal Hij als een onverwoestbare rechter opstaan en hen met vuur en zwaard uit de hemelen richten! Wee dan al Zijn vijanden en alle duivels! Die zullen dan pas heel pijnlijk ondervinden, wie Degene was die zij overal vervolgd hebben! -Wat denken jullie allen over deze gedachte van ons?"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Zie je, dat deed de geest in de mens! Op dat moment heb Ik de menselijke geesten gewekt, en die droegen hun vleselijke omhulsels naar hier op deze top. Maar omdat hun geesten nog niet gewend zijn aan dit werk, gingen ze, toen Ik hen wat losliet, weer in hun lichaam slapen, en de ziel van het lichaam werd met angst vervuld. Als de geest in hun hart echter wakker gebleven was, zouden zij geen angst hebben, want de geest zelf zou dan de ziel met een lichtend vertrouwen vervuld hebben en hen in het hart de vaste overtuiging gegeven hebben dat de hele natuur hem moet gehoorzamen! Maar omdat dat vanwege de oude wereld, waarvan hun zielen nog een deel in zich hebben, niet duurzaam plaats kon vinden, overvalt hun zielen ook nog steeds iets van de wereldse angst die jij hier bij hen tegenkomt.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De ENGEL zegt: " Als het mij mogelijk was om de zware massa water in een ogenblik op te heffen, dan zal het mij toch ook wel mogelijk zijn om jou bliksemsnel naar beneden op het laagste deel van de zeebodem te zetten, en dan net zo snel weer terug! Maar jij moet het willen anders kan ik niets doen, want wij hebben meer ontzag voor één vonkje van de vrijheid van de menselijke wil dan voor al onze door God aan ons verleende kracht en macht! Daarom moet jij eerst willen en ik zal daarnaar handelen!"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Ogenblikkelijk stond zij op het kurkdroge diepste deel van de zee, en de engel raapte een prachtige parelmossel op en gaf deze aan Jarah ter herinnering en ter lering van alle anderen, die lichamelijk wel vast sliepen, maar alles in een droom te zien kregen.
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "Luister, Mijn allerliefste Jarah, Ik ken je hart wel en lees daarin hoeveel je van Mij houdt en hoe trouw je Mij bent, maar je bent nu nog meer een kind dan een volwassen meisje. Tot nu toe was je steeds onder de hoede van Mijn engelen, en de kwade geesten der wereld konden niet bij je komen. Wanneer je ouder wordt, zul je echter uit eigen kracht de slechte wereld en haar lusten moeten weerstaan om volgens Mijn voor alle wezens ingestelde onveranderlijke orde, zelf de vaste grond te bereiken, waarop je Mij pas echt in geest en waarheid zult kunnen naderen. Weet dat de wereld een grote macht heeft over de mensen, omdat de wereld voor het grootste deel vanuit de hel geregeerd wordt, en het kost de ziel daar menige harde strijd om niet door haar eigen vlees en bloed en daardoor dan ook door de wereld verslonden te worden!
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Dat zul je meteen te zien krijgen! Kijk, daar in het noordelijke deel van de hemel staat een ster die een wat roodachtig schijnsel geeft, richt er, net als bij de eerdere, het oog van je hart op en richt je aardse oog er ook op en dan zul je op die ster het mooiste antwoord op je vraag krijgen!"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Luister dus naar Mij! - Kijk, al zulke onrijpe mensen komen meestal op die nu door jou geziene zon en worden in de eindeloos grote scholen onderwezen in alle dingen die het leven betreffen. Op dezelfde wijze worden de vroeg gestorven kinderen in de middengordel van onze zon onderwezen en grootgebracht, -maar dan meer in het geestelijke deel van de zon.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] En weet, aardige jongen, deze aarde van ons zou op die enorme zon misschien als een nauwelijks merkbaar stofje te zien zijn, maar toch loopt Hij nu op haar bodem, van Wiens minste ademtocht het bestaan van al die talloze hoofdmiddenzonnen afhangt! En daarom denk ik dat niet altijd dat het grootst in de ogen van de Heer is, wat van de eindeloze scheppingsruimte een nauwelijks meetbaar deel uitmaakt, maar wat innerlijk groot is!
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] PETRUS zegt: "Of nu juist dáár een speciaal wonder te zien zal zijn, weten wij nauwelijks, maar zoals ons nu al de met rood licht omrande wolkjes aan de verre horizon voorspellen, zullen wij vanaf deze hoogte het mooiste schouwspel van Gods schepping beleven en daaruit zullen wij de les kunnen leren dat onze ziel zo'n zelfde opgang ten deel is gevallen, die eeuwig zal blijven!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Kijk, dat is de voor iedereen bruikbare geestelijke betekenis, die ons deze mooie zonsopgang door haar uiterlijke verschijnselen toont! Wie dit toepast op zichzelf, zal in de waarheid en in het licht blijven, en het eeuwige leven zal hem ten deel vallen; maar wie deze les in de wind zal slaan en er geen rekening mee houdt, zal voor eeuwig sterven!"
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Wel, dit paleis is het huis van het hoofd van een school uit de streek die je nu hebt gezien. Al die schoolhutten staan onder zijn leiding en de op de meren ronddrijvende voorwerpen worden op bepaalde tijden voor het verdere onderwijs in de hogere wijsheid gebruikt. Zoals deze woning staan er nog vele honderdduizenden alleen al op de middenzone van deze lichtwereld, en ook nog een aantal zeer grote steden. Naast deze zone, waarvan je nu een zeer klein deel ziet, zijn er op deze wereld nog zesenzeventig nevenzones, die elk op een geheel eigen manier zijn ingericht. Deze wereld is, net als de eerdere, een zon zoals die van ons die overdag de aarde verlicht, maar er is dit verschil, dat de zon die jij eerst zag ongeveer duizend maal groter is dan de zon van onze aarde. Degene, die je nu ziet is ongeveer vierduizend maal groter dan de onze. Onze zon is ongeveer duizendmaal duizend maal groter dan de hele aarde.
Hoofdstuk 139: Een blik in de orde der sterrenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...