Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3483 resultaten - Pagina 9 van 233

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Faustus gaat daarop met de door hem meegenomen lijst naar de onderrechter en stelt hem dezelfde vragen als de wacht; maar de onderrechter weet van de hele zaak net zo weinig als de eerder ondervraagde wacht. Als Faustus merkt dat niemand in Kis iets van de bezorging van de schatten, weet, zegt hij bij zichzelf: Omdat ze geen van allen iets weten, zal ik ze verder nergens op wijzen, opdat deze zaak daardoor niet zonder noodzaak onder het volk bekend zal worden!"
Hoofdstuk 7: Het loflied van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Terwijl hij deze afspraak met zichzelf maakt gaat Faustus weer in zijn huis, waar zijn jonge vrouwtje hem al met open armen opwacht. Maar voor hij zich ter ruste begeeft, komt hij eerst nog naar Mij om over belangrijke zaken te spreken. Maar Ik maak voor morgen een afspraak met hem en beveel hem om nu lichaam en ziel rust te geven, omdat hij net als alle anderen die rust nodig heeft.
Hoofdstuk 7: Het loflied van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Kijk, de aarde zweeft in een oneindige ruimte, zoals de grote zon, de maan en al de ontelbare sterren, die op zichzelf niets anders zijn dan ook weer zonnen en aarden, ook daarin zweven! Je zou met de snelheid van de gedachte deze aarde kunnen verlaten en met deze snelheid in een rechte lijn wegsnellen, - en als je zo eeuwigheden na eeuwigheden voort zou snellen, zou je na vele eeuwigheden met gedachtensnelheid te hebben gevlogen toch nooit ergens een einde naderen! Maar overal zou je buitengewone en wonderbaar gevormde scheppingen aantreffen, die allerwegen de eindeloze ruimte vullen en tot leven brengen.
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Als het hart van de mens echter vol deemoed is, en hij zich gelukkig prijst om de geringste onder de mensen te zijn, iedereen te dienen, uit liefde tot de broeders en de zusters zichzelf niet te achten, zijn meerderen gewillig in alle goede, voor de broeders nuttige zaken te gehoorzamen, en hij God boven alles liefheeft, dan groeit uit het hemelse zaad in het hart een echte, eeuwig levende hemel. Als de mens op deze wijze de gehele hemel in al haar volheid al in zijn hart draagt, gevuld met het echte geloof, de zuiverste hoop en liefde, dan kan hij na de dood van zijn lichaam onmogelijk ergens anders terecht komen dan in het hemelrijk van God, dat hij in alle volheid allang in zijn hart had! Als je dit goed overweegt, dan zul je gemakkelijk begrijpen hoe het nu precies met het hemelrijk, alsook met de hel, gesteld is."
Hoofdstuk 8: Over het rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] FAUSTUS zegt: "Ja, Heer, nu begrijpen wij allen ook dit en wij beseffen, dat U vol bent van de goddelijke geest, en Zelf de Schepper bent van alle dingen. Want welk mens kan uit zichzelf naspeuren hoe de hele schepping in elkaar zit, en welke wetten daar heersen? Dat kan alleen maar aan diegene helder en door en door bekend zijn, die de geest in zich heeft, waardoor alle dingen gemaakt zijn en nog steeds als zodanig bestaan. Ik kan U voor al de mij hier bewezen grote geestelijke, en materiële weldaden slechts met een voor U met de grootste liefde vervuld hart danken! Want wat zou ik arme, zwakke, zondige mens anders voor U, de Heer der oneindigheid, kunnen doen?"
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Het geestelijke moet vrij blijven en moet zelf in vrijheid de strafmaatregel bepalen, evenals het daarbij behorende oordeel; en dan pas kan het in en uit zichzelf de kroon op zijn leven zetten.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Gods vrije wil bepaalt, volgens de eeuwig volmaakte kennis en wijsheid van inzicht in Zichzelf de wet, en bekrachtigt deze door de eigen nog altijd vrije noodzaak. Dit is de grond van alle geschapen, aardse zaken en hun voortbestaan voor zover dat noodzakelijk is voor de innerlijke ontwikkeling, stabilisering en uiteindelijke zelfstandigmaking van de geest.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Daarom is het weliswaar goed en terecht om zondaren te bestraffen als ze te veel afwijken van de orde, die God Zelf heeft ingesteld ten behoeve van een vaststaande voleinding, die in zo kort mogelijke tijd plaats zal kunnen vinden; maar niemand moet met ijzeren dwang worden afgehouden van de mogelijkheid tot zondigen. Want voorwaar Ik zegje: Eén zondaar, die uit zichzelf boete doet, is Mij liever dan negen en negentig, die volgens de wet rechtvaardig zijn en de boetedoening nooit nodig hadden; die ene is een heel mens, de anderen zijn het maar voor de helft!
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JAÏRUS, die nog erg farizeïsch denkt, zegt: "Vriend, ga je daar niet een beetje te ver? Het is wel niet te ontkennen, dat deze Jezus vol is van de goddelijke geest, meer dan er ooit een profeet vervuld was van diezelfde geest -want Zijn daden overtreffen hemelhoog alle daden van Mozes, Elia en alle andere grote en kleine profeten; maar dat in Hem nu juist de godheid zich in al zijn volheid zou bevinden, lijkt mij toch een te gewaagde veronderstelling! De profeten hebben door de goddelijke geest, die hen vervulde, óók doden opgewekt; maar zij hebben het nooit aangedurfd om het resultaat aan zichzelf in plaats van aan God toe te schrijven. Want als zij het gelukken aan zichzelf toegeschreven zouden hebben, dan zouden zij grote zondaars tegen God geworden zijn, en God zou hen de geest ontnomen hebben. Maar Jezus doet alles alsof Hij het uit Zichzelf doet en als Heer, -en dat spreekt wel voor jouw gewaagde veronderstelling, en in een bepaald opzicht ben ik het ook wel helemaal met je eens; maar zoals gezegd: zonder de voorzichtigheid uit het oog te verliezen! Want het zou ook van boven toegelaten kunnen worden om ons te testen, waarbij wij zouden moeten bewijzen, of we wel slechts aan één God geloven! Maar als in Jezus werkelijk Gods volheid woonde, dan zouden we natuurlijk onvoorwaardelijk Zijn getuigenis als een eeuwige waarheid aan moeten nemen! -Wat denk jij nu?"
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Als de mens sterft, wordt de ziel uit het lichaam genomen. De ziel komt dan als een zelfstandig geestelijk mens op een plaats, die geheel overeenkomt met haar innerlijke gesteldheid. Op die plaats kunnen slechts de vrije wil en de liefde haar helpen. Zijn de wil en de liefde goed, dan zal de plaats ook goed zijn, die de ziel voor zichzelf gereedmaakt met de kracht en macht, die God haar heeft gegeven. Zijn de wil en de liefde echter slecht, dan zal hun werk ook slecht zijn -net zoals op de aarde een slechte boom geen goede en een goede boom geen slechte vruchten geeft. Ga en versier een doornstruik met goud en edelstenen, en zie of u er daarom druiven van zult oogsten! Of u echter de druif met goud versiert of niet, ze zal u toch zoete lekkere vruchten geven.
Hoofdstuk 18: Het wezen van God en het dienen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Daarmee wil Ik natuurlijk niet zeggen dat Ik een zondaar liever heb dan een rechtvaardige, als die zondaar bijvoorbeeld altijd zondaar blijft -want in de zonde volharden betekent: ook een dier worden, dat alleen nog vanwege een verkeerde instinctmatige motivatie een morsig bestaan leidt; maar hier is sprake van een zondaar, die uit zichzelf erkent dat hij ten onrechte tegen de voorschriften gehandeld heeft, en zich op basis van de geconstateerde orde van God een nieuw doel stelt, en een mens wordt, die alle levenslessen geleerd heeft.
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Neem een steen en werp hem omhoog! Al gauw zal hij volgens de wetten, die zowel voor hem als voor de hele aarde gelden, zo snel mogelijk naar de aarde terugvallen. Moet je de steen dan prijzen omdat hij zich zo precies volgens de wet gedraagt? Je kunt op aarde weliswaar al het mogelijke doen met een steen, maar zodra je de steen in de vrije ruimte brengt buiten alle invloeden, zal hij uit zichzelf nooit zijn doodse rust verlaten!
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik geef de bewijzen echter niet door de wonderen die Ik doe, maar door het licht van het woord zelf en zeg: Pas wie geheel volgens Mijn Woord zal leven, die zal pas de levende overtuiging in zichzelf doen groeien, dat Mijn woorden geen lege mensenwoorden zijn, maar woorden van God!
Hoofdstuk 32: Hoofdkenmerken van Gods wezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Voorwaar, wie dit hier uitgesproken bewijs niet in zijn hart ten deel zal vallen, die zal weinig of niets aan alle andere bewijzen hebben! Want Mijn woorden zijn op zichzelf licht, waarheid en leven.
Hoofdstuk 32: Hoofdkenmerken van Gods wezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[28] Dan gaan zij allen slapen, en ieder beraamt voor zichzelf wat hij zal doen.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...