Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 9 van 71

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[17] Toen klopte de ENGEL Floran op de schouder en zei glimlachend: "Dat is goed gesproken en denk maar niet dat ik een woordenstrijd met je wil beginnen, want je hebt gelijk en ik heb ook gelijk! Ik wilde je alleen met mijn wat onnozele vragen gelegenheid geven jouw mening ook voor je broeders wat openlijker uit te spreken dan eerder het geval was en ik zeg je nu dat je al rijp bent de Heer te ontmoeten! Volg mij dus, -ik zal je zelf naar Hem toebrengen!"
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Deze les moeten jullie vóór alles onthouden en er in je hart diep over nadenken, dan zullen jullie de lichte levenswegen beginnen te ontdekken en daardoor al het andere goed gaan waarnemen!
Hoofdstuk 163: Het terugbrengen van het verlorene. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[29] KISJONAH zegt: "O Heer! Uw getuigenis is het beste! Maar ik verheug mij erop eens met het meisje een gesprek te beginnen."
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ja, Ik zeg jullie: Als Ik nu begon op puur hemelse wijze met jullie om te gaan, dan zouden jullié je allemaal beginnen te ergeren en zeggen: 'Kijk eens, hoe onzinnig die mens zich gedraagt! Hij zegt dingen die kant nog wal raken! Hoe kun je hem nu geloven?!'
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Daarop beval Cyrenius zijn dienaren direkt een prachtig Romeins erekleed te voorschijn te halen, dat bestond uit een schitterend geplooid hemd van byssus (* Byssus was in de oudheid een fijn weefsel. Het werd in de tijd van de Farao's ook gebruikt voor het omwikkelen van de Egyptische mummies.), dat tot aan de knie reikte, dan een toga, die met goud was afgebiesd en gemaakt van een weefsel van prachtig blauw gekleurde, Indische zijde, vervolgens een kostbare, Romeinse voetbekleding en tenslotte een voorname, Egyptische turban, versierd met veren en een waardevolle broche van smaragd. Bovendien liet Cyrenius de boodschapper nog zes kostelijke onderhemden en honderd pond zilver geven. Natuurlijk was de man daardoor buiten zichzelf van vreugde en hij wist nauwelijks hoe hij moest beginnen om Cyrenius voor al deze weldaden te bedanken.
Hoofdstuk 141: Herme, de boodschapper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] IK zeg: "Zoals nu, moeten jullie ook in de storm en het gevaar niet alleen met je mond spreken, maar ook met je hart, dan zul je door je geloof en door je levende vertrouwen Mijn bescherming genieten. Maar als je in het gevaar zou beginnen te versagen, zou Mijn bescherming je niet zo erg veel baten!"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] IK zeg: "Goed zo, maar nu beginnen de stormwolken van beide zijden elkaar de vochtige handen te reiken en het zal dus wel gauw losbarsten! Ook op zee vertonen zich al hier en daar grote rollers en het is dus voor de vreesachtigen tijd om het droge op te zoeken!"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Vissen springen uit het water om de laagvliegende muggen te vangen; Ook vermeit zich een steeds groeiende zwerm zeemeeuwen en zwaluwen boven de wateroppervlakte en helpt de vissen om het aantal muggen te verminderen. Het water wordt op verschillende plaatsen erg onrustig en hoog in de lucht dwarrelen de wolken steeds dichter en wanordelijker door elkaar. In het westen is ononderbroken het rollen van de donder te horen en de stormvlagen boven de volle zee beginnen met hun vreesverwekkende razende en loeiende strijd.
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Als het lawaai van de snel naderende storm steeds sterker en dreunender wordt en er zich een vrijwel volledige duisternis over de zee en over de gehele streek begint uit te breiden, beginnen de meer angstigen zich in de tenten terug te trekken en hebben geen zin meer om buiten bij Mij te blijven. Ook de leerlingen beginnen onder elkaar luid van hun bezorgdheid blijk te geven. Van de vijftig Farizeeën blijft er niet één buiten zodra zij een paar hagelkorrels van een pond voor zich op de grond zien vallen.
Hoofdstuk 187: De storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Nu begint het al wat harder te hagelen. Hagelstenen ter grootte van twee vuisten vallen met grote kracht op de grond, op zee beginnen huizenhoge golven zichtbaar te worden, de ene bliksem volgt op de andere en samen met de dichte hagel begint ook de regen in stromen neer te vallen.
Hoofdstuk 187: De storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] IK kom daartussen en zeg: "Vriend, dat is hier echt met nodig! In Perzië is dat wel gebruikelijk, maar bij ons moeten we daar nooit aan beginnen! Vriend, voor God is deemoed die dwaas en vernederend is voor de mensenziel, net zo'n dwaasheid als alle andere slechts in het heidendom voorkomende dwaasheden, -Iaat staan dan een. te grote vernedering van de ene mens voor de andere. Zo'n kruiperige uiting van nederigheid van de ene mens voor de andere maakt beiden slecht. De eerste omdat hij die nederigheid meestal slechts huichelt en daardoor zijn medemens van nog meer hoogmoed beticht en de tweede, omdat hij daardoor ook werkelijk nog hoogmoediger wordt! .
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Nu zul je ook de werkelijke reden beginnen te zien waarom Ik eigenlijk deze Perzen van de ondergang op zee heb gered. Om hun lichaam in leven te houden zou Ik geen engel gezonden hebben om hen te redden. Maar omdat de juiste voorlichting van deze mensen over Mij en Mijn werk erg belangrijk is in verband met de grote invloed die zij uitoefenen op hun grote land en op hun talrijke volk, moest Ik hun leven redden. Zonder hen zouden wij geen effectief middel hebben om de Perzen te bevrijden van hun eenmaal opgevatte waanvoorstelling."
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Terwijl Ik echter wat terzijde Cyrenius inlichtte, dachten de Perzen daar iets heel anders van en onze SCHABBI zei tegen zijn metgezellen: "Kijk eens, hoe die beide leiders samen heimelijk staan te overleggen op welke nieuwe, nog sluwere manier zij ons misschien toch kunnen vangen! Want tot nu toe hebben ze niets uit ons weten te krijgen, maar nu moeten we nog tien keer zo erg oppassen! Tot nu toe brachten zij slechts licht geschut in stelling, maar nu zullen zij hoogstwaarschijnlijk met muurdoorbrekende stormrammen beginnen en als wij niet heel goed standhouden, zullen wij als dun riet worden fijngestampt! Daarom moet ieder van ons zoveel mogelijk op zijn hoede zijn! Want zij mogen beslist nooit ons innerlijke geloof uit ons te voorschijn halen als een emmer water uit de een of andere onderaardse regenput! De onderzoeker heeft mij eerst angst aan willen jagen door te beweren, dat hij onze geheimste gedachten heel precies kende zoals hij eerder onze nood op het water gezien en onderkend had. Maar ik dacht bij mij zelf: "O.ho, sluwe vos! Door dit gat zou je dus willen ontsnappen?! O, dat gaat met door, snode vriend!' Hij zag echter al gauw in dat hij mij op die manier zéker niet zou kunnen vangen, daarom ging hij meteen naar de opperstadhouder en nu heeft hij vast met hem overlegd, welke val nu voor ons gezet zou moeten worden om ons met zekerheid te vangen. Maar zowel positief als negatief zullen wij met geen val te vangen zijn! We moeten echter opletten als kraanvogels in hun moerassen, -anders zijn wij verloren!"
Hoofdstuk 198: Schabbi blijft achterdochtig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Zij beginnen daarover na te denken en vinden niet zelden met hulp van de satan bepaalde zaken en zij houden wijs lijkende toespraken, waardoor de mensheid, die leek is op het gebied van alle kennis, tenslotte het verschil niet meer kan bepalen tussen wat waar en echt is en wat onwaar en slecht is.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik zeg jou en je metgezellen: Als jullie déze gouden sleutel niet gevonden en in je hart opgenomen zouden hebben, zouden jullie nooit de weg hierheen hebben gevonden! Wat het echter wil zeggen en wat het betekent dat jij en je metgezellen hierheen zijn gekomen, ook al is het door een kolossale storm in het uiterlijke leven, dat beginnen jullie nu al te bespeuren, - de nabije toekomst zal jullie pas naar het ware licht leiden! Pas als je Mij helemaal zult kennen, zul je ook begrijpen of Ik aanbeden kan worden of niet!"
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...