Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 9 van 373

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] En toen ze in hun hart duidelijk de woorden vernamen: 'Wat jullie willen, dat zal ook dadelijk gebeuren!', - zeiden ze tegen de treurige bewoners: 'Vrede zij met u! Het Rijk van God, waarvan wij in de naam des Heren de verkondigers zijn, kome tot u! Ga met ons mee uw plaats in, en we zullen voor u afrekenen met de onrechtvaardige en harteloze belastingafpersers!'
Hoofdstuk 142: De eerste daad van de uitgezonden apostelen. Aan de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wel heeft er vóór hem nooit een mens een zo streng leven geleid als hij -want, als hij een begeerte in zijn lichaam voelde, at en dronk hij dagenlang niets en was op die manier de grootste boeteling der aarde, zonder ooit gezondigd te hebben -; maar toch zeg Ik jullie allen: Als een zondaar zich bekeert en vol liefde in zijn hart tot Mij komt, staat hij hoger dan Johannes!
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Want wie tot Mij zegt: 'Heer ik ben een zondaar en ik ben niet waard, dat U in mijn huis komt!', is Mij liever dan negen en negentig rechtvaardigen, die geen boetedoening nodig hebben en in hun hart God ervoor prijzen, dat ze geen zondaars zijn en daarom beter zijn dan iemand die haast niet zondigt. Ik zeg jullie: Hun loon zal eens in Mijn rijk niet zeer groot zijn!'
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen Ik deze toespraak beëindigd had, kwam er uit de volksmenigte een tollenaar naar voren wiens hart al lang van liefde voor Mij gloeide, hoewel het zich van menige zonde bewust was. Deze man viel voor Mij neer, raakte met zijn gezicht de grond en sprak:
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar als een echte profeet in een huis komt en als zodanig aangenomen wordt, zal degene die hem als een echte profeet opneemt, of ook als hij een door de profeet gezondene in naam van de profeet opneemt, hem aanhoort en in zijn hart rekening houdt met diens woorden, in het hiernamaals in het Rijk van God het loon van een profeet krijgen. En wie een rechtvaardige in de naam van een rechtvaardige opneemt, -dat wil zeggen, als zo iemand als rechtvaardig bekend staat en die naam hem toekomt, of ook als hij niet als zodanig bekend staat, maar door degene die hem opneemt als zodanig erkend wordt en hem zo opneemt, zonder van de rechtvaardige een bewijs te vragen -, die zal eenmaal in het hemelrijk het loon van een rechtvaardige ontvangen. (Matth. 10:41)
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Neem Mijn juk op, leer van Mij het te dragen en doe zoals Ik want Ik ben zachtmoedig en deemoedig van hart - dan zullen jullie rust hebben en alle angst zal je verlaten! (Matth. 11:29)
Hoofdstuk 149: De opwekking tot het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Johannes noemde jullie 'slangengebroed' en 'opgefokte adders'! Ik heb jullie nog nooit zo genoemd; maar nu noem ik jullie ook zo en geef je te verstaan, dat je hier moet verdwijnen, anders Iaat Ik beren uit de wouden komen en laat met jullie dat gebeuren, wat ten tijde van Eliza gebeurde met de ondeugende knapen die deze profeet bespotten! Want voor jullie is nu wel ieder glimpje medelijden uit Mijn hart verdwenen.
Hoofdstuk 150: De bestraffing van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen de pas gearriveerde Farizeeën hoorden dat wij de hoge berg beklimmen wilden, vroegen ze aan Kisjonah of ze mee mochten met het gezelschap. Kisjonah zei: 'Als u geen kwaad in de zin hebt, dan biedt de berg, die van hier tot Griekenland ongeveer twintig uur gaans lang en ongeveer vijf uur gaans breed geheel mijn bezit is, voldoende ruimte om ook u op te nemen. Maar ik kan u beslist niet gebruiken als u kwaadwillige spionnen bent van het priesterdom in Kapérnaum en Jeruzalem, want ik ben een Griek en nu een zeer toegewijd aanhanger van de heilige en volgens mijn mening alleen echte leer van deze goddelijke meester van alle meesters, en dan zou ik mij met ieder mij ten dienste staand middel tegen uw gezelschap verweren! Raadpleeg uw hart! Is het zuiver, dan hebt u vrij toegang; is het onzuiver, dan kunt u beter meteen weer daarheen gaan, waar u vandaan bent gekomen!'
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar, zoals reeds aangeduid, daar bij de mens het verstand vaak helemaal niet ontwikkeld is en de mens slechts het geloof heeft, dat in zekere zin op zichzelf slechts gehoorzaamheid van het hart en zijn wil is, daarom moet de mens heel voorzichtig behandeld worden opdat hij niet ten prooi valt aan waandenkbeelden of op de verschrikkelijkste zijwegen terecht komt, zoals dit bij alle heidenen en ook in deze tijd bij zeer velen maar al te duidelijk de treurige waarheid is.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Wie dit gebed in het hart bidt, maar het echter niet begrijpt, is als een blinde die de zon looft en prijst, maar haar ondanks haar zeer machtige licht niet ziet en zich van haar ook geen voorstelling kan maken. Daardoor zondigt hij weliswaar niet; maar aan de waarheid heeft hij ook niets, want daarbij blijft hij toch in dezelfde duisternis.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Als je dus het hart van een mens werkelijk toerust voor het leven, vergeet dan niet om eerst het verstand goed te ontwikkelen, anders maak je van hem een blinde zonaanbidder waar je niets aan hebt.'
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Dan begint het in uw wezen wat schemerig te worden, en God ziet hoe goed het licht is voor uw duisternis; maar u kunt en wilt dat zelf maar niet inzien. Daarom vindt er dan ook een deling in u plaats, dag en nacht worden namelijk gescheiden, en door de dag herkent u dan in uzelf de vroegere nacht van uw hart.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Hoe meer de mensen met hun verstand de aardse dingen proberen te vinden, des te zwakker wordt in hun hart het goddelijke licht van de liefde en van het geestelijke leven. Daarom noemde Mozes zulk aards licht van de mens ook de avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Alleen wanneer God door Zijn barmhartigheid een levenslichtje in het hart van de mens aansteekt, dan begint de mens pas de waardeloosheid in te zien van alles wat hij eerder met zijn verstand, de geestelijke avond, zich toegeëigend heeft, en hij ziet dan ook langzaam .maar zeker steeds meer in, dat al de schatten van het avondlicht net zo vergankelijk zijn als het avondlicht zelf.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar Gods ware licht, aangestoken in het hart van de mens, dat is de morgen die met en uit de voorafgegane avond de eerste echte dag in de mens teweegbrengt.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...