Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 9 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[8] Maar boven Jeruzalem woedt deze storm nu het hevigst en de bliksems ontzien het ijdele goud van de tempel niet. Er heerst nu een groot gehuil in en rond de tempel en rond menig huis. De bliksem slaat hier en daar in en de mensen zijn druk met blussen. Ook in de tempel heeft de bliksem al op enkele plaatsen de droge balken vlam doen vatten; maar men bedwingt de brand direct aan het begin en zodoende richt de bliksem ook in de tempel zelf geen schade van betekenis aan. Maar de angst van de Farizeeën is groot en het volk dringt er bij hen op aan om bij God te bewerkstelligen dat de storm gaat liggen. En de Farizeeën en priesters, schriftgeleerden en Levieten staan nu hard hun gebeden op te dreunen, maar dat helpt niet, en het volk wordt wilder en roept allerlei bedreigingen en maakt zich terwijl het volop stormt vrolijk over de machteloosheid van de Farizeeën, die al vaak voorgewend hebben dat ze net als Jozua en Aäron zelfs macht hebben over zon, maan en sterren en nu niet eens de nachtelijke storm kunnen gebieden.
Hoofdstuk 141: Een onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen ze echter buiten kwamen, hielden ze een poosje hun ogen en oren dicht; want aan één stuk door schoot de ene bliksem na de andere met hevig geknetter en gedonder vanuit de zwarte wolken naar de aarde.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Uiteindelijk vatten de aanwezigen meer moed, openden hun ogen en oren, en konden zich niet genoeg verbazen over de hevigheid van de wind; Rafaël gebood deze echter om de heuvel heen te gaan en daarom werd het op de heuvel ook plotseling volkomen windstil. Ook mocht er geen bliksem in de buurt van de heuvel komen, maar meer op een afstand van enkele morgens* (Oude landmaat, per streek sterk verschillend. Eigenlijk zoveel land als in een morgen kon worden geploegd.) akkerland; en daar zag het eruit als een ware stroom van vuur, die zich in de wijde omtrek met dreunend gebulder en geknetter vanuit de wolken op de aarde stortte.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Nu vroeg Agricola: 'Maar zeg ons toch hoe het eigenlijk komt dat deze ware vuurzee, die aan één stuk door op aarde neerstort, voorzover men kan zien nergens huizen en bomen en ook geen hele bossen vlam doet vatten en in brand steekt! Ik heb eens een soortgelijk heel droog onweer met bliksem en wind meegemaakt in Hispania, ook ongeveer rond deze tijd. Maar daar heeft het grote en werkelijk verschrikkelijke vernielingen aangericht; hier ziet men echter weinig of eigenlijk helemaal mets van een bijzondere brand. -Hoe is dat te verklaren?'
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Rafaël zei: 'Dat zullen jullie heel gemakkelijk begrijpen als straks de hele storm zal ophouden. Het constante, zeer felle licht van de bliksems zorgt ervoor dat het zwakke schijnsel van verscheidene branden nu niet waarneembaar is; maar wanneer de bliksems meer en meer zullen ophouden, zullen jullie ook wel enkele flinke branden opmerken, en wel in het bijzonder boven het gebied rond Jeruzalem. Maar daar is ook niet zoveel aan gelegen, en als jullie een brand opmerken, moeten jullie daar niet bang voor worden; want waar het toegelaten wordt dat een bliksem een huis of een hut in vlam zet, of ook een dorp of een droog bos van de een of andere gierigaard, die zijn hout liever liet verrotten dan dat hij een arme ook maar een paar droge takjes liet nemen om te gebruiken, daar overkomt de goede mensheid werkelijk geen schade! En zo is het ook met de hutten, huizen en dorpen gesteld; kortom: alles wat jullie nu zien en later nog zullen zien gebeurt niet tot schade, maar alleen tot groot voordeel van de mensen, wat jullie later nog duidelijker zullen begrijpen.
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Maar voordat jullie dit verschijnsel in de eerste plaats vanuit het natuurlijke gezichtspunt kunnen begrijpen, is het noodzakelijk om jullie eerst te laten begrijpen hoe het zit met de bliksem, zodat speciaal jullie Romeinen niet naast de leer van de Heer ook nog denken aan de fameuze bliksemfabrikant Vulcanus en aan de grote uitdeler ervan, Jupiter. Let dus goed op wat ik jullie nu zal laten zien en zal uitleggen!'
Hoofdstuk 142: Oorzaak en gevolg van de onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Maar wanneer ondanks zo'n vlucht de genoemde ethergeesten zich ergens op de achtergrond in de buurt van de aarde nog voortdurend steeds sterker ophopen, wat jullie goed kunnen merken aan het steeds zwarter en dichter worden van de wolken, dan wordt die druk voor hen ondraaglijk. Plotseling gaan ze dan in een soort grimmige woede vanuit hun traagheid over tot de grootste activiteit, en die zeer grote activiteit van hen is dan het vernietigende vuur van de bliksem, die met nagenoeg de snelheid van een gedachte met groot gebulder uit de voor hem te belastende wolk ver wegschiet en alles wat hem op zijn weg komt, met onweerstaanbaar geweld vernietigt. De aarde en luchtgeesten worden bij deze gelegenheid echter als het ware door reusachtige stoten dusdanig tegen elkaar aangedrukt, dat ze noodgedwongen elkaar moeten vastgrijpen, steeds dichter en materieel zwaar worden en als een zware regen of, als het er heel grimmig toegaat, ook als hagel op de aarde vallen.
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Als twee winden met grote hevigheid op elkaar botsen, wat gemakkelijk kan gebeuren in streken waar hoge en steile rotsgebergten zijn, omdat de wind daar gemakkelijk van de harde wanden afketst en zodoende met grote hevigheid tegen zichzelf begint te woeden, zullen jullie weldra ook een groot aantal vuurverschijnselen waarnemen. Als de hevigheid minder groot is, welnu, dan verloopt dat geleidelijker en dan zullen jullie af en toe daar, waar een hevig op elkaar botsen plaats vond, een bliksem uit de wind zien schieten en hier en daar een wervelwind ontwaren, die met groot gemak één of ook wel meerdere sterke bomen zal ontwortelen. Als echter een dergelijke met zichzelf vechtende wind de grootst mogelijke hevigheid bereikt, op een gunstig punt in een daarvoor geschikte omgeving, dan ontbranden door die activiteit alle daarin aanwezige ethergeesten en dan wordt een wervelwind, zoals zojuist beschreven, tot een alles vernietigende vuurzuil; voor het geweld daarvan moeten dan de machtigste bomen, stevige burchten en zelfs rotsen beven en aan stukken geslagen wijken.
Hoofdstuk 144: Weersverschijnselen en hun oorzaak - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Jij hebt in je leven toch al verscheidene malen allerlei blinde en in zichzelf stomme krachten door elkaar zien woeden en razen; maar heb je ook al eens ergens een orkaan zien woeden, die door middel van zijn zeer grote machts en krachtsontwikkeling ook maar een nog zo armzalige schapenstal of varkenshok bij elkaar wervelde? Of heeft er wel eens een bliksem, als die vanuit een wolk in de aarde sloeg, ooit iets anders dan een hoogst wanordelijke vernietiging teweeggebracht?
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Zo zullen ze ook de bliksem weten te bedwingen en die maken tot de snelste overbrenger van hun wensen en hun wil van het ene uiteinde van de aarde naar het andere. En als zij, die trotse en hebzuchtige koningen, oorlog met elkaar zullen voeren, zal het vuur daarbij ook een zeer beslissende rol te spelen krijgen; want door de grote kracht daarvan zullen er ijzeren massa's in de vorm van een kogel met een groot gewicht met de snelheid van de bliksem naar de vijand, de steden en vestingen geslingerd worden en grote verwoestingen aanrichten.
Hoofdstuk 185: De eerste twee soorten louteringsvuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik kan mij er nu natuurlijk geen voorstelling van maken waar en wat voor soort grote steden de mensen mettertijd nog zullen bouwen en hoe zij de kracht van de elementen en zelfs die van de bliksem zullen regelen en beteugelen om die te gebruiken -maar ik en ongetwijfeld wij allemaal zijn blij dat wij dat niet begrijpen en dat wij die kracht nog door Uw wijsheid en macht geleid zien; want als wij dat nu al zouden begrijpen, dan zou die vreselijke tijd van loutering door die vier soorten vuur beslist nog eerder aanbreken dan U, o Heer en Meester, ons die nu aangekondigd hebt.
Hoofdstuk 187: De voorwaarden voor de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Er is bijna geen Griek die in het Joodse land leeft en handelt, die niet vertrouwd is met de leer van Mozes en de andere profeten. De God nu, die door Mozes aan de Joden verkondigd werd, de God, die op de berg Sinaï onder donder en bliksem met Mozes en door hem en zijn broer Aäron sprak en later ook steeds door de mond van de profeten en vele andere wijze mannen, wiens meer dan heilige naam Jehova is, is de ene, enig ware, eeuwig levende, meest wijze, meer dan goede en oppermachtige God, die de hemel met de zon, de maan en alle sterren en deze aarde met alles wat daarin, daarop en daarboven is, uit Zichzelf heeft geschapen.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Een ander zei: 'Als ze daar met een grotere snelheid dan van de bliksem door de lucht heen zijn geslingerd - wat toch wel het meest waarschijnlijke is - dan zal het hun op zo'n tocht zeker niet zo goed zijn vergaan!'
Hoofdstuk 14: Wat de Grieken dachten van het verdwijnen van de acrobaten (3.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Dat was voor onze moeder hetzelfde als wanneer Jehova haar dat onder bliksem en donder vanaf de berg Sinaï verkondigd zou hebben.
Hoofdstuk 15: Een rechtszitting in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Toen het volk, waarvan nog steeds een tamelijk groot deel aanwezig was, dat hoorde, zei het onder elkaar: 'Deze mens heeft weliswaar hoogst wonderbaarlijke en zeldzame eigenschappen - maar dat hij zichzelf ziet als degene die ons het verloren rijk Gods en de gerechtigheid ervan terug zal brengen, geeft hij blijk van een grote inbeelding en zelfoverschatting! Wij komen immers uit de buurt van jeruzalem en weten er niets van dat zoiets nu zou gebeuren! Maar als hij beweert dat hij ons het verloren rijk Gods en de gerechtigheid ervan terug zal brengen, dan kan hij ons dat toch ook direct openbaren! Waarom treuzelt hij eigenlijk nog en houdt ons in vergeefse afwachtende spanning?'
Hoofdstuk 27: De gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23