Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 9 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[14] Het wolkje stond echter maar een korte tijd stil; daarna begon het nogmaals te bewegen, het kwam recht op ons torenhuis af, wat mij en mijn beide dienaren geen aangenaam gevoel gaf, en wij achtten het raadzaam om zo snel mogelijk het huis in te vluchten en af te wachten wat er tenslotte allemaal nog uit dit verschijnsel zou voortkomen.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen Ik dat gezegd had, werden alle aanwezigen stil en richtten hun blik naar de zonsopgang; alleen de oude dienaar van Kado hield zijn ogen onafgewend op Mij gericht en keek alleen naar Mij en bekommerde zich niet om de opgang van de wereldse zon.
Hoofdstuk 191: De vliegproef van de Griek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Daarop greep de harpspeler met geoefende vingers de snaren en liet een aangrijpend voorspel klinken. Toen de vreemdelingen de zeer zuivere klanken en prachtige melodieën hoorden, werden ze stil en luisterden met gespannen aandacht naar de kunstenaar.
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Toen de hele zaal volkomen stil was begon de kunstenaar onder een prachtig klinkende begeleiding met een wonderzuivere en ook zeer welluidende stem de volgende psalm van David te zingen: 'Zing de Heer een nieuw lied; zing voor de Heer, gij allen! Zing voor de Heer en prijs Zijn naam! Verkondig dag na dag Zijn heil! Vertel de heidenen Zijn eer, onder alle volkeren Zijn wonderen; want de Heer is hoog verheven en zeer te prijzen, wonderbaar boven alle goden! Want alle goden der volkeren zijn dode afgoden; de Heer alleen heeft de hemel gemaakt. Prachtig en luisterrijk staat het vóór Hem en machtig en lofwaardig gaat het toe in Zijn heiligdom.
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De voorste gids van de karavaan hield vóór ons stil en vroeg ons in het Grieks of men via deze weg wel goed naar Jericho en vandaar verder naar Egypte kon komen.
Hoofdstuk 45: De karavaan van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De waard zei: 'Ja, als het over mijn heilige Godmens gaat, kon je wel eens gelijk hebben; want wat iemand zo'n grote vreugde verschaft en zijn hart volop in beroering brengt, kan men ook moeilijk stil houden. Maar als het echt nodig is, kan ook ik zwijgen, daar kunnen jullie volledig van verzekerd zijn.'
Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De schriftgeleerde zei weer: 'Heer en Meester! Jozua, die ook een door God uitverkoren leider van het volk Israël naar het Beloofde Land was moet van dat alles, wat Mozes beschreven heeft, toch ook nauwkeurig op de hoogte zijn geweest! Hoe kon hij dan voor Jericho tegen de zon zeggen: 'Zon, sta stil, tot ik alle vijanden verslagen heb!', -en de zon schijnt aan zijn bevel gehoor te hebben gegeven? Als hij dat tegen de aarde had gezegd, dan zou dat volgens wat U ons zojuist hebt uitgelegd echt betekenis hebben gehad; nu we van U de ware stand van zaken hebben gehoord, blijkt het bevel van Jozua aan de zon iets te zijn wat duidelijk geen betekenis had, en het lijkt erop dat Jozua de ware stand van zaken toch niet gekend heeft, als het zijn bedoeling was dat zijn bevel op het natuurlijke niveau voltrok.'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Hierop zonk het meisje op haar knieën en loofde en prees Mij stil in haar hart, terwijl ze van louter liefde huilde.
Hoofdstuk 107: Het meisje herkent de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] De tolk zei:'Vriend,je vergist je heel erg in ons, als je denkt dat wij nog net zulke afgodendienaren zijn als onze oude voorvaderen onder de Babylonische overheersing dat waren! Wij kennen de ene en enig ware God van de Joden ook en vereren Hem in stilte in ons hart; alleen voor de schijn, voor de blinde wereld, betreden wij af en toe nog een oude afgodstempel en bewonderen daarin de nauwelijks voorstelbare domheid en blindheid van de mensen. Wij hebben ook al dikwijls stil in ons hart gebeden of de ene, enig ware God bij ons in het morgenland ook eens een waar levenslicht wil laten Opstaan, aangezien wij immers allang genoeg in de diepste levensnacht hebben gesmacht -wat wij natuurlijk alleen maar weten doordat wij door de handel met heel veel volkeren omgaan en ons op die manier menige troostende waarheid eigen hebben gemaakt; maar ons bidden was tevergeefs.
Hoofdstuk 111: De Heer geneest de zieke leider van de kooplieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Wij wilden Hem immers alleen maar zien en - indien mogelijk - ook horen; daarvoor zijn wij immers hierheen gekomen! Die genade, waar wij allemaal zo vurig naar verlangd hebben, is ons door Zijn toelating onmiskenbaar ten deel gevallen - wat zouden wij nu nog meer willen? Als we Hem nu ook nog hebben horen spreken, zullen wij heel stil onze rekening aan een dienaar betalen en ons daarna onmiddellijk met een blij en dankbaar hart op de terugreis begeven; want hier begin ik mij van louter verhevenheid en heiligheid behoorlijk ongemakkelijk te voelen. Ik begrijp alleen niet hoe de andere mensen Hem zo zonder enige vrees durven te naderen en zelfs met Hem durven te praten als met een ander mens. Daar is toch meer dan menselijke moed voor nodig! En voorzover ik kan horen, praten ze met Hem ook nog over heel onbelangrijke dingen en omstandigheden van deze wereld.'
Hoofdstuk 126: De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Dat laatste is wel het geval, maar hij zal ons weldra achterna komen. Want hij is bijna een uur na ons vertrek in Kis aangekomen; hij kreeg te horen waar wij heen gereisd zijn, heeft direct een schip gehuurd en zal ons hier inhalen, nog voor er een uur voorbij zal zijn. Maar als hij komt, besteed dan niet veel aandacht aan hem, hoewel hij jullie veel zal willen vertellen. Zeg tegen hem: 'Bespaar jezelf onnodig gepraat; want de Heer weet alles!' Dan zal hij weldra stil worden.' ..
Hoofdstuk 135: Het vertrek van Kis naar Jesaïra - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Pas na een poosje dieper nadenken zei hij, niet zozeer tegen Rafaël maar meer tegen zichzelf (de arts): 'Dat ziet eruit als bestaan en niet bestaan! Zojuist nog een heel stevig lichaam en nu -weliswaar nog dezelfde gestalte, maar zonder ook maar het minst voelbare wezen! Hoe kan het menselijk inzicht dat begrijpen en zelfs het scherpste menselijke verstand dat beoordelen? Hier staan mijn inzicht en verstand bij stil! O hoogst heerlijke en zalige vriend, dat moet je mij uitleggen, anders zal het voor ons Grieken nog moeilijker zijn dan voorheen om helderder en beter te begrijpen wat het rijk Gods inhoudt.
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Daarna werd alles stil en rustig. Ook de geesten in de lucht, in de aarde en in de wateren werd door Mij in stilte bevolen zich volkomen rustig te houden. En zo werd het in de gehele zichtbare natuur zo volkomen rustig, dat er zelfs niet het kleinste zuchtje wind bewoog, geen vogeltje rondvloog en het water van het meer zo volkomen kalm was, dat men de hoge bergen, die het grote meer omringden, vanuit de waterspiegel even duidelijk en helder te zien kreeg als op natuurlijke wijze, wat alle aanwezigen in hoge mate verrukte, omdat ze zo'n volmaakte rust van het meer nog vrijwel nooit hadden gezien.
Hoofdstuk 192: Het verschijnsel van de luchtspiegeling (24.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Met name de arts uit Melita (het huidige Malta) was erin geïnteresseerd, want hij had zijn kennis vooral in Athene, ook in Alexandrië in Egypte en in Syracuse op Sicilië verworven, en had zich in zijn jeugd veel met het onderzoeken van de aarde en haar krachten beziggehouden. Voor dat doel was hij toen door Egypte gereisd tot aan de watervallen en ook door heel Griekenland, de streken aan de Pontus en langs de Kaspische Zee, alsook door een groot deel van Arabië en de kusten van Azië aan de Middellandse Zee, en daarom zou hij graag met Rafaël een gesprek hierover begonnen zijn; maar omdat Rafaël zo terloops over alles sprak, kon onze arts niet aan het woord komen en luisterde hij dus maar liever stil naar de uitleg van Rafaël en maakte wat opmerkingen voor zichzelf.
Hoofdstuk 183: Het onderricht van Rafaël (12.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar als jullie Mij iets vragen, gebruik dan niet veel woorden en absoluut geen ceremonie, maar bid heel stil in het geheime liefdeskamertje van je hart:
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20