Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 9 van 234

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] De opperpriester ging staan en vroeg Mij, zeggende: 'Heer, nu U ons toch de grote eer bewijst om ook gedurende deze dag bij ons te blijven, heeft U dan zin om, samen met mij, Uw leerlingen en alle anderen die in U geloven, de drie dichtbij gelegen dorpjes te bezoeken? Misschien zijn daar ook nog mensen, die in U zullen geloven, als zij U zien en horen.'
Hoofdstuk 52: De belastering van de dochters van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Petrus zegt: 'Vriend, het zal je niet lukken om wat zwart is weer wit te praten! Het gaat er hier niet om, wat je over mijn meester denkt, dat is een aardig verhaal om mij te laten vergeten hoe grof je, daarvoor tegen mij hebt staan liegen! Het kan me met schelen of je van de opperpriester vindt dat hij een ijveraar is, hij moet, als openbaar ambtsbekleder van deze kleine stad toch weten of er hier kort geleden zo n magiër is opgetreden, zoals jij mij die hebt beschreven! Want dat is voor mij het voornaamste, omdat ik daaraan wil afmeten, wat ik van mijn Meester moet denken!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dan vallen de kinderen Mij sprakeloos om de hals, met tranen van vreugde en liefde in de ogen. De leerlingen achter Mij zeggen echter: 'Kijk, als dat nu nog in huis gebeurde! Maar hier open en bloot op straat ten aanschouwe van een paar duizend toeschouwers, dat geeft toch wel veel te veelopzien!'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Nu blijf dan in de liefde en let niet op deze wereld, maar wel, door Mij, op de hemel!' De leerlingen zijn daarmee tevreden en prijzen Mij in hun harten.
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] We gaan nu verder met onze wandeling en komen na een uur in een mooi schaduwrijk bos, dat eigendom is van een rijk koopman uit Sichar. In dit bos zijn allerlei verfraaiingen aangebracht, zoals kleine tuinen, beekjes, vijvers met vele soorten vissen, en allerlei vogels. Aan het eind van het zeer uitgestrekte bos staat een oud en heel groot kasteel met dikke beschermende muren. Dit kasteel had Ezau gebouwd en hij woonde daar ten tijde dat Jacob in den vreemde was. De stormen der tijden hadden het niet onberoerd gelaten, maar deze koopman had er veel geld aan besteed en het weer geheel bewoonbaar gemaakt, en hij woonde met zijn hele huishouding vaak in dit kasteel, en woonde er ook nu. Hij was weliswaar iemand die veel goeds deed, en hij had nog meer landgoederen, maar op dit bezit was hij bijzonder gesteld en hij vond het niet prettig, als zijn grote bos door te veel mensen betreden werd, want hij gaf veel uit voor de aanleg en het onderhoud ervan.
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu zegt de koopman niets meer, dankt met Mij de Vader en zet zich dan aan een grote tafel, die in het midden van de zaal staat. Ik en al Mijn leerlingen, Jonaël met zijn vrouwen kinderen, Irhaël met haar gemaal Joram en in hun midden Maria, de moeder van Mijn lichaam, gaan dan ook aan dezelfde tafel zitten.
Hoofdstuk 62: De Heer opent voor allen de weg naar de hemel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] En als ik tot dusver de Heer goed begrepen heb, dan zou het nog wel eens zo kunnen zijn, dat de Heer liever de in zwakheid volbrachte daad der kinderen heeft; en dat de kracht en de daden van de grote en machtige geesten des hemels uiteindelijk geleid moeten worden door de zwakte der kleine kinderen om bij de tafel der kinderen te komen! Want als de Heer Zelf tot de zwakken komt, dan veronderstel ik, dat Hij de zwakken sterk zal maken!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De overste zegt, geheel doordrongen van de waarheid van Mijn toespraak: 'Vriend, het is me uit uw toespraak duidelijk geworden, dat u een van de wijste mensen van deze aarde bent, en ik zal daarom ook alles doen, wat u mij aangeraden hebt; maar alleen zou ik nu graag van u zelf horen, wie u eigenlijk bent! Want u hebt me door de u begeleidende jongemannen een zeer smadelijke totale nederlaag toegebracht, die ik slechts kan verklaren door aan te nemen dat deze jongemannen goden of beschermgeesten uit de hemel zijn, die me daardoor op wonderbare wijze op de vlucht hebben doen slaan. Afgezien daarvan is het mij echt wel duidelijk, alleen al door uw buitengewoon grote wijsheid, dat u beslist méér bent dan zo maar een heel eenvoudig mens! Aan veel van uw leerlingen heeft u waarschijnlijk al verteld en laten zien wie u bent; u ziet echter dat het mij nu volkomen ernst is om in ieder geval naar de geest een leerling van u te worden! Vertel mij daarom ook, wie u bent! Wie en wat en waarvandaan bent u nu eigenlijk?
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] In alles moeten jullie daarom in woord, leer en daad Mijn leerlingen zijn als je tot uitbreiding van Mijn Rijk op aarde Mijn dienaren wilt zijn en worden! Wil je dat echter niet, of vind je dat te bezwaarlijk of niet juist, dan kunnen jullie beter allemaal naar huis gaan; ook uit stenen kan Ik Mij leerlingen maken!
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Daarom is het nu juist ook zo dringend nodig om op deze wereld liefde en ware vriendschap te geven en welke vijand dan ook liever goed dan kwaad te doen en diegene te zegenen, die mij vervloekt; want ik kan niet weten wanneer de Heer hem van deze wereld zal wegroepen! Als hij in deze wereld slechts in bepaalde kleine dingen een vijand van mij was, dan zal hij het mij later als geest honderdvoudig in grote dingen terugbetalen.
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Daarom is het beter, dat een profeet tussen vreemden verkeert; want daar waar men hem niet kent, kan hij nog het beste iets te weeg brengen bij de mensen. En daarom zal Ik, samen met Mijn leerlingen, jullie nu verlaten, maar Ik zal, zoals Ik beloofd heb,jullie binnenkort weer bezoeken.
Hoofdstuk 82: Afscheid van Irhaël en Joram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Voor jullie is de wereld ook een werktuig, waarmee, als je het heel doelbewust gebruikt, buitengewoon veel goeds en heerlijks gemaakt kan worden! Maar nu je Mijn leerlingen bent moeten jullie dit werktuig zó gebruiken, zoals Ik, jullie enige waarachtige Meester, het je nu gedurende drie en een halve dag geleerd heb!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Daar naar het zuiden staat een ceder aan de verste rand van de bergenrij; vergelijk diens kleine schijnbare hoogte met de hoogte van een pol gras hier, die maar net een handbreedte hoog is, en je zult zien dat deze graspol, als je haar voor je gezicht houdt, schijnbaar vele malen hoger in de lucht oprijst dan die verre ceder, die in werkelijkheid verscheidene honderden malen hoger is dan deze graspol! En Iet op, dat komt door de afstand! Als je goed lopen kunt, dan bereik je die ceder binnen tien uur. Zoveel invloed hebben die tien uur op de indruk die je oog daarvan krijgt!
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een aantal van hen, die met Mij waren meegegaan, gingen naar hun eigen huis; Mijn leerlingen echter en moeder Maria en Mijn broers, dat wil zeggen de vijf zonen van Jozef, bleven bij Mij.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Ja, ga en doe dat; want Mijn leerlingen moeten ook hun wereldse huishouding in orde hebben! Regel echter jullie huishouding vast voor de komende paarjaar en verhuur deze aan een arm persoon, maar wel kosteloos! Want jullie als Mijn broers en leerlingen mogen in de hele toekomst van niemand huur of loon vragen, maar alleen maar dat aannemen wat men je vrijwillig zal geven!' De broers en ook Maria beloven dat en vertrekken naar Nazareth.
Hoofdstuk 89: Twee rustdagen in Kana. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...