Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 9 van 1095

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (Toen nu de Heer merkte dat de Farizeeën gehoord hadden, dat Jezus meer leerlingen kreeg en doopte dan Johannes, hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar alleen zijn leerlingen, verliet Hij het land Judéa en ging weer naar Galiléa. Joh. 4:1-3) Na deze rede van Johannes gingen zijn leerlingen weldra naar Mij, en het aantal van Mijn leerlingen vermeerderde zich dag aan dag, ja vaak van uur tot uur. Want ieder, die in Mij begon te geloven, en die Ik naar de mate van zijn geloof en na de doop met het water, die door Mijn eerste leerlingen gegeven werd, Mijn handen opgelegd had, geraakte vol met geestelijke kracht en moed en had geen angst meer voor de dood.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (En Hij moest door Samaria gaan. (Joh. 4:4) Het was zelfs niet raadzaam rechtstreeks naar Galiléa te gaan, maar het was beter via Samaria te trekken, dat zich met behulp van de Romeinen allang van de priesters van de tempel had losgemaakt.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Johannes antwoordde en zei 'Een mens kan niets aannemen, tenzij het hem uit de hemel is gegeven.' Joh. 3:27) Johannes wordt kalm en zegt tegen zijn leerlingen: 'Luister, het lijkt mij toe dat het zo is: Een mens kan, speciaal wat betreft geestelijke dingen, zich niets toeëigenen, wat hem niet eerst uit de hemel gegeven wordt! De bijzondere mens, Die Zich door mij aan de overzijde van de Jordaan liet dopen, en boven Wiens hoofd ik de geest van God heel zachtjes, zoals een duif zich op haar nest neervlijt, als een lichtend wolkje uit de hemel zag neerdalen, en van Wien ik dat getuigenis gaf, zou niet kunnen hebben wat hij heeft, als Hij alleen maar mens was. Maar Hij is meer dan alleen maar mens en schijnt de macht te hebben om wat Hij maar wil uit de hemel te kunnen nemen, en daarbij het genomene te behouden of te geven aan wien Hij maar wil! En ik denk dat wij allen, dat wat wij hebben, door Zijn genade ontvangen hebben, en het is dus onmogelijk dat wij Hem voor kunnen schrijven wat en hoe Hij moet doen! Hij geeft, - wij zijn degenen, die het van Hem aannemen. Hij heeft Zijn grote korenschop in Zijn hand; Hij zal Zijn dorsvloer vegen zoals Hij wil en Hij zal het koren in Zijn schuur verzamelen, het stro echter verbranden met het eeuwige vuur, en uit de as maken wat Hij wil!'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] ('Wie het echter ook aanneemt, heeft bezegeld dat God waarachtig is.' Joh. 3:33) 'Wie echter deze doop en daardoor het heilige getuigenis zal aannemen, die zal voor de wereld bezegelen, dat Degene, Die hem met de geest gedoopt heeft, Zelf waarachtig God is en de Enige is, Die het eeuwige leven kan geven. Jullie zeggen nu wel direct bij jezelf: 'Waarom moet dat Goddelijke getuigenis van de hemel door God in iemand bezegeld worden?!' Ik heb jullie reeds gezegd: Het vuil is en blijft vuil en de geest is en blijft geest; als echter de aardse mens, die oorspronkelijk gemaakt is van vuil, in die toestand de geest krijgt, zal hij de geest dan kunnen vasthouden, als hij deze niet zeer goed in zichzelf, d.w.z. in zijn hart, bewaren zal?
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] (Toen kwam Hij bij een stad in Samaria, Sichar geheten, dichtbij het dorpje,dat Jacob zijn zoon Jozef had) De weg ging door Sichar, een stad gelegen bij het oeroude dorpje dat Jacob als geboortegeschenk aan zijn zoon Jozef gaf. De bewoners van dit dorpje, die merendeels herders waren, kreeg hij toen hij met Rachel trouwde. Hoewel de stad Sichar niet bepaald de hoofdstad van het land was, woonden er toch wel zeer veel en zeer welvarende Samaritanen en ook menige rijke Romein, want deze stad was zeer mooi gelegen en de omgeving was erg gezond
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Omdat het hoogzomer was, heerste midden op de dag een zomerse hitte en door de zware reis was Ik lichamelijk erg vermoeid en dat gold ook voor allen, die Mij uit Judéa en reeds uit Galiléa gevolgd waren, en deze zochten daarom deels in het dorpje, deels onder de schaduwrijke bomen onderkomen en een zeer gewenste rust, vanwege de grote vermoeidheid.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Onze vaderen hebben op deze berg God aanbeden; en u zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men God moet aanbidden.' Joh. 4:20) Ik weet wel dat in dit geval God alleen maar helpen kan; maar hoe en waar moet men Hem dan daarvoor aanbidden? Onze vaders zeggen dat men op de berg Garizim, waar de eerste aartsvaders God al aanbeden hebben, God moet aanbidden. De Joden zeggen echter dat Jeruzalem de juiste plaats is om God te aanbidden. Omdat u echter duidelijk een profeet van God bent, zeg me dan eens, waar men eigenlijk God moet aanbidden om verhoord te worden. Want zoals u ziet ben ik nog jong en de mensen zeggen dat ik een heel mooie vrouw ben; het zou toch iets verschrikkelijks zijn als ik tijdens mijn leven al door de wormen opgevreten zou worden! O, ik arme slechte vrouw!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Jezus zei tot haar: 'Vrouw, geloof Mij, er komt een tijd dat je noch op de berg, noch in Jeruzalem God de Vader zult aanbidden.' Joh. 4:21) Ik zeg: 'Vrouw, Ik ken je armoede, je nood en je slechte lichaam wel; maar Ik ken ook je hart, dat nu juist niet best, maar toch ook niet slecht te noemen is, en kijk, dat is de reden waarom Ik nu met je spreek. Waar het hart ook nog maar een beetje goed is, daar is ook nog iedere hulp mogelijk! -Maar je bent wel heel verkeerd bezig als je twijfelt over waar men God waardig zou moeten aanbidden, om door Hem verhoord te worden!
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar toch komt het heil niet van jullie, maar van de Joden, zoals God door de mond der profeten gezegd heeft! Lees maar het derde vers in het tweede hoofdstuk van de profeet Jesaja en je zult het vinden!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Hij ging echter door met praten, net zo wijs als eens Elia, en vertelde mij alles wat ik ooit gedaan had. Aan het eind begon hij zelf over de Messias en toen ik hem nog vroeg, waar, hoe en wanneer de Messias zal komen, keek hij mij liefdevol en ernstig aan en zei met een stem die mij door merg en been ging: 'Ik ben het, Die nu met je praat!' ,
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik antwoord: 'Je nam Mij in je hart op en dat hart is veel heerlijker dan je huis, dus zal je Mij ook wel in je huis op willen nemen, dat, net als deze bron, door Jacob voor zijn zoon Jozef gebouwd is. Maar we zijn met veel mensen. Je zult daarom voor twee dagen veel te doen en te zorgen krijgen; maar je zult er veel voordeel aan hebben!'
Hoofdstuk 32: De Heer ziet het hart aan. In Sichar en omgeving. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De vrouw zegt: 'Heer ook al waren jullie met tienmaal zoveel mensen, dan zouden toch, zover mijn middelen dat toestaan, allen bij mij zeer goed onder dak zijn! Want mijn huis is hier en daar wel zeer bouwvallig, maar het heeft veel schone vertrekken en is zo veel mogelijk ook aardig ingericht en wordt slechts door mij, mijn dokter en enige hulpen bewoond. Ik zeg U, o Heer, het huis is het Uwe, U alleen bent er de rechtmatige bezitter van, want U heeft het oudste recht daarop. Kom daarom, o Heer, en trek in Uw huis! Want van nu af aan is het geheel het Uwe en het zal van U ook steeds blijven met alles wat er in is!'
Hoofdstuk 32: De Heer ziet het hart aan. In Sichar en omgeving. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (De vrouw zegt tot Hem: 'Ik weet dat de Messias komt, die Christus wordt genoemd; als Hij zal komen, zal Hij ons dat dan allemaal verkondigen?' Joh. 4:25) Daarop zegt de vrouw, terwijl haar wangen nog erg rood zijn en ze diep ademhaalt: 'Heer, wijze profeet van God, ik weet wel dat de beloofde Messias moet komen en dat Christus zijn naam zal zijn! Als Hij echter komt, dan kan Hij toch alleen maar datgene verkondigen, wat u nu tegen mij gezegd hebt?! Maar wie zal ons zeggen wanneer en waarvandaan de Messias zal komen? Misschien weet u, omdat u zo door en door wijs bent, ook over de komst van de Messias iets naders te vertellen? Want ziet u, we wachten allang en er is helemaal nog geen sprake van de Messias! U zou mij daarom een buitengewoon plezier doen als u me zou willen vertellen, wanneer en waar de Messias precies komen zal om Zijn volk van al zijn vele vijanden te verlossen! O zeg het mij, als u het weet! Misschien zou de Messias Zich ook over mij ontfermen en mij helpen als ik Hem dat zou smeken?!'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Toen nu de Samaritanen naar Hem toe kwamen, vroegen zij Hem bij hen te blijven! En Hij bleef toen twee dagen daar. Joh. 4:40) Nadat deze Samaritanen zo onder elkaar van Mij getuigden, kwamen ze gezamenlijk in alle eerbied naar Mij toe en vroegen Mij, of Ik bij hen wilde blijven. Want ze zeiden: 'Heer, U, Die waarachtig Christus bent, zoals wij U nu duidelijk herkend hebben, blijf bij ons; want in Jeruzalem zult U weinig geloof vinden, in plaats daarvan echter des te meer ongeloof en alle soorten vervolging! Want iets slechters dan een Farizeeër is er op de hele aarde niet te vinden, noch op het land, noch in het water. Hier zal men U echter behandelen, zoals het voor Diegene past, Die ons door Mozes, David en de profeten voorspeld is!'
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De vrouw antwoordt: 'Ik heb in al die tijd heus niet zoveel gezondigd, als jullie tot mijn spijt nog steeds veronderstelt. Voordat ik met een man trouwde, heeft er nog nooit een man mijn lichaam aangeraakt; en nadat Ik getrouwd was, leefde ik geheel zoals dat voor een gehuwde vrouw behoort. Dat ik geen kinderen kreeg en dat ieder van mijn rechtmatige mannen, na gemeenschap met mij, weldra moest sterven, daar kon ik werkelijk niets aan doen. Daarvoor kan men niet mij, maar hoogstens degenen, die mij besmet hebben, aansprakelijk stellen. Nadat mijn vijfde man gestorven was en ik mijn hartzeer nauwelijks verdragen kon, heb ik besloten om nooit meer een man te trouwen. Maar na een jaar kwam, zoals jullie wel weten, een dokter naar Sichar met kruiden, oliën en zalven en genas veel mensen; ik ging ook naar hem toe, gedreven door mijn zeer voelbare nood, in de hoop dat hij mij kon helpen.
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...