Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 10 van 92

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[12] Maar jij verlangt zelfs uiteindelijk een eeuwig leven, terwijl je nu al de geringe moeite ontloopt om dit aardse leven ook maar iets dieper te leren kennen en op zoek te gaan naar zijn aardse wortels!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Daarvoor bedank ik hem bij voorbaat! We zijn toch al uitgemaakt voor duivels! Bestaat er nog iets ergers waarvoor hij ons uit kan maken? Is het niet te prijzen in mij, dat ik deze vijf arme duivels voor hun gehele aardse toekomst wil verzorgen en als dank geven ze ons er van langs zoals U Zelf dat nog nooit hebt gedaan!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ah, ik heb eigenlijk helemaal geen zin meer om naar deze Mathaël te luisteren. Zijn kijk op het leven kan op zichzelf nóg zo juist zijn, maar zij deugt niet voor de aardse levensomstandigheden en geen mens kan daarbij iets voor zijn lichamelijke behoeften doen!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Vraag echter: Wat komt er dan? Wie kan je daarover het juiste antwoord geven, als je tevoren gedurende je aardse leven niet alles gedaan hebt om je hele bestaan een volledig antwoord te laten zijn, vóór die kwade windvlaag komt?! Als je dit heilige antwoord echter in jezelf hebt gevonden, zul je zeker ook aan niemand meer angstig vragen: Wat zal er volgen, als er aan dit korte leven een einde is gekomen?
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Gelukkig dan degenen die hun levenswater nog niet ten behoeve van het aardse gewin hebben laten verdampen. Want als het grote vuur van het oordeel uit de hemel zal komen, zal het hen niet kunnen deren omdat hun eigen levenswater hen daarvoor zal beschermen.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] CYRENIUS zegt: "O, nu begrijpen wij elkaar weer heel goed, nu hoop ik echt veel van jullie te horen en ik heb met jullie een goede vangst gedaan! Ik blijf bij wat ik heb gezegd, voor jullie aardse behoeften. zal ik zorgen, jullie zullen echter voor de geestelijke behoeften van mij en allen in mijn grote huis zorgdragen. ..
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MATHAËL zegt: "O, hoe kunt u dat nog vragen? Als wij iemand kunnen dienen en ons nuttig kunnen maken, zijn wij meer dan tevreden! Want men mag ook een aardse gave, als die uit een waarachtig goed hart komt terwille van het goede en het ware, nooit onderschatten. Want de gever en de reden van het geven maken dat het ook een geheel geestelijke waarde krijgt en zodoende evenveel waard wordt als een zuiver geestelijke gave.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Kijk, dat is de betekenis van dat, wat je daarnet geciteerd hebt! Als je dit weet, hoe kun je dan een aardse plaats meer of minder heilig noemen?
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De buitengewone gebeurtenissen en daarbij de duidelijke beoordelingen en uiteenzettingen, vooral van de kant van de wijze Mathaël, konden niet nalaten in ons een voorstelling van de bewuste heiland op te roepen die op z'n minst voor onze, van alle hogere wijsheid gespeende, aardse begrippen duidelijk goddelijke trekken vertoont!
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] RAPHAËL zegt: "O, volstrekt niet! Ik ben eeuwig onwaardig om ook maar zijn schoenriemen los te maken! Naar de geest kom ik wel van boven, maar in dit eveneens aardse lichaam ben ik alleen maar dat en diegene, die jullie in mij hebben leren kennen!"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Blijven de huwelijken echter goed, dan zullen uit die huwelijken ook goede kinderen voortkomen, en goede kinderen worden ook goede staatsburgers en die worden dan ook in hun hart geheel burgers van Gods rijk, en daarmee is dan aan alles voldaan wat de goddelijke orde ook maar ooit van de aardse mensen kan verlangen! -Is dit alles je nu klaar en duidelijk?
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] MARCUS zegt: "Vriend, je vriendschap zal toch meer waard zijn dan alle grote, aardse schatten die je bij je hebt en die ik niet nodig heb, omdat ik nu misschien nog grotere heb dan jij, maar niet zozeer stoffelijk, dan wel geestelijk!"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt, terwijl hij naar Mij wijst: "Kijk naar Hem, Hij is een genezer van lichaam, ziel en geest! Ik was nog maar twaalf uur geleden het miserabelste wezen op deze aarde. Mijn binnenste was dermate bezeten door de kwaadaardigste geesten, dat mijn gehele wezen daardoor een aardse duivel werd. Bij een bende vreselijke straatrovers was ik de schrik van de gehele omgeving, want al mijn ledematen werden door duivels bestuurd. Maar mijn ziel was verlamd en wist niet wat er met haar arme lichaam gebeurde. Vriend, je begrijpt wel hoe ellendig ik was! Wie zou mij echter hebben kunnen helpen?! Voor ieder die mij nabij kwam, was ik de grootste verschrikking. Je kon beter met tien hongerige tijgers te doen hebben, dan met mij alleen. Slechts een cohorte dappere, Romeinse krijgers kon mij en mijn gezellen overmeesteren. Aan handen en voeten gebonden en geketend, werd ik met mijn vier erge gezellen hierheen gebracht om ter dood veroordeeld te worden.
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De uitdrukking' A v rodite' betekende vrijwel hetzelfde. Als ergens '0 v rodite' stond, dan betekende dat zo veel als: de reine, goddelijke wijsheid baren, en 'slou rodit': de menselijke wijsheid baren. A v rodit betekent echter: de aardse domheid baren en' A vrodite' betekende dan zoiets als een mooie, opgedirkte vrouw, die steeds domheden baart, omdat zij meestal zelf dom is.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] 'V' was bij de ouden steeds het teken voor een vat. Als er nu een heilige 'O' voor de 'V' stond, waarbij deze 'O' de omtrek van de zon en overeenkomstig dan ook God in Zijn oerlicht voorstelde, dan betekende de 'V' de opname van het licht der wijsheid. Stond er echter een' A " waarmee de ouden alles wat geheel en al aards was aangaven, voor de 'V', dan betekende dit vatteken de opname van de nutteloze, aardse domheid. 'Rodit' betekent echter: baren, en' A v rodit' betekent dus niets anders dan: de domheid baren.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...