Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 10 van 1166

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Zal ik, als ik een goed bewerkt stuk grond heb, tegen de oogsttijd uit pure zelfverachting en met een totaal gebrek aan eigenliefde naar mijn buren gaan en zeggen: 'Vrienden, ga en oogst wat op mijn velden is gerijpt, want ik heb als de minste van jullie, als jullie aller knecht zonder enige waarde, slechts voor jullie gewerkt!' Ik vind dat de zo hooggeroemde zelfverloochening en zelfverachting toch bepaalde grenzen moet hebben, zonder welke het zelfs onmogelijk zal zijn Uw leer aan de mensen mee te delen, omdat men daarmee duidelijk zou laten zien dat men zijn broeders voor dommer en blinder houdt dan zichzelf! Want zich geestelijk beter achten dan zijn broeder bevat toch zeker ook wel iets van hoogmoed! Als dat zo is, laten we dan eens over honderd jaar naar de mensheid kijken, dan zullen we ze als ossen in de wei gras zien eten, en van een taal zal geen spoor meer te vinden zijn en net zo min van woonhuizen of zelfs maar van een stad! -Hoe ver mag de eigenliefde van de mens dan gaan?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Blijf Mijn leer altijd trouw, dan zul je nooit reden hebben om te treuren over het verlies van dit licht!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Na dit voorval in het huis van Borus praat men nog lang na, en het gezelschap gaat pas na middernacht uit elkaar. Moeder Maria blijft nog te gast bij Borus, waar ze goed verzorgd wordt en veel troost ondervindt. Mijn twee oudste broers, die thuis gebleven zijn, zorgen voor het hele huishouden en Borus verschaft ze alles wat ze ook maar nodig hebben. En zo leven Mijn vrienden in Nazareth in goede eendracht tesamen tijdens Mijn persoonlijke afwezigheid, en houden zich overdag bezig met Mij, Mijn leer en Mijn daden, waarvan ze zelf getuige waren geweest.
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Het kan gebeuren dat Ik uit ergernis en jaloerse afgunst van de tempel als opruier van het volk en als godslasteraar wordt aangeklaagd en vervolgens aan het dwarshout genageld wordt; maar dat alles zal Mijn macht niet breken en tot aan het eind van deze wereld niet de minste afbreuk doen aan Mijn leer .
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] In de loop van de tijd zullen weliswaar de eigenlijke wereldmensen van Mijn leer grotendeels hetzelfde maken wat de Egyptenaren, Grieken en Romeinen van de oerleer hebben gemaakt, die Adam en zijn eerste nakomelingen kregen. Maar naast die afgoderij zullen er toch velen zijn, die Mijn leer en Mijn macht net zo rein zullen bewaren en bezitten, als ze nu uit Mijn mond komt, en daardoor zullen zij ook steeds de macht hebben en bezitten, die hen door het levende geloof in mijn woord tijdelijk en in het hiernamaals voor eeuwig verleend wordt! Zo ben Ik dus Heer en vrees daarom geen heer en diens wetten! "
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] 's Middags stuurde Ik de beiden naar Matthéus en Mijn andere leerlingen, waaronder zij al gauw Bartholoméus vonden, waarmee ze goed op konden schieten omdat hij, zoals bekend, ook een Esseen was. Tot middernacht spraken de twee met de leerlingen over Mijn leer, Mijn daden en over Mijn goddelijke wezen.
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: "Breng dat, wat in de provisiekamer is, binnen, want nu zijn jullie allen Mijn gasten! Mijn leerlinge['" de twee Essenen en de Farizeeën hebben jullie klaargemaakte spijzen al gehad. Stoor ze niet, want in Mijn naam wacht er op hen nog een belangrijke zaak, die hun krachten tot na middernacht zwaar op de proef zal stellen." -Toen gingen de dienaren de hemelse kost halen.
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar de leer, die jullie gehoord hebben, moet je aan je vrienden en bekenden vertellen. Want Mijn woorden bevatten eeuwige waarheld, die alleen die mens vrij kan maken, die haar in zich opneemt, haar tot zijn levensrichtsnoer maakt en daardoor erkent dat het Gods eeuwige waarheid is. Want die waarheid is en was en zal altijd zijn: het bestaan en het eeuwige leven van ieder mens, die haar levend in zich heeft.
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: " Je kunt weliswaar doen wat je wilt, en Ik zal niet tegen je zeggen: Doe het niet! Want je bent een van de meest wijze vrienden die Ik ooit gevonden heb. In al je woorden en daden gedraag je je werkelijk heel tactvol, maar Ik zeg je, dat alles zal dit slechte soort mensen niets helpen, maar ze alleen nog maar slechter en tevens sluwer maken. Want zij, die eenmaal van de satan zijn, die zijn dat helemaal. Men kan ze nog het snelst met rake woorden op iets beters richten, zoals mijn leerlingen dat nu gedaan hebben en zoals dat in Nazareth is gebeurd, waar de overste en de Farizeeën en schriftgeleerden Mijn leer hebben aangenomen. Maar vaak kan men niets doen en net zo min op jouw manier! Want je drijft met de roede één duivel uit, maar op de plaats van die ene nestelen zich tien anderen, die stuk voor stuk erger zijn dan die ene, die er eerst was."
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Nu wendde de hoofdman zich tot Mij en zei: "Heer en Meester uit de school van God, leer ons onbevreesd de waarheid, en wat het volk in het vervolg moet doen met betrekking tot de menselijke voorschriften! Ik weet dat hemel en aarde en alle elementen U gehoorzamen, en dat U met de geringste ademtocht van Uw mond deze booswichten net zo gemakkelijk als stro in de lucht kunt verstrooien als waarop U in staat was de zee te gebieden om ons als een vaste ondergrond te dragen. Met al mijn macht, die zeker niet gering is, ben ik maar een zwak mens tegenover U, maar toch sta ik tot de laatste man en de laatste druppel bloed tot Uw dienst! Deze miserabele booswichten zullen de stad Genezareth leren kennen!"
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Daarom ben Ik ook in de wereld gekomen, om door Mijn leer en door Mijn daden iedereen het wapen in de hand te geven waarmee hij moeiteloos de wereld kan overwinnen!"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Wel, dat is ook de reden waarom enige volkeren pas later Mijn leer te horen krijgen! Zij zijn er nu nog niet rijp voor, maar op het juiste moment zullen zij rijp worden en dan zal Mijn leer hen ook bereiken. -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zeg, terwijl Ik Mijn handen op de schouders van de Essenen leg: "Beste vrienden, pas Mijn leer toe en je zult Mij daardoor net zo'n vreugde bereiden als Ik jullie nu bereid heb! En jullie loon zal niet gering zijn als je ook de andere mensen daartoe over zult halen."
Hoofdstuk 149: Verdere geestelijke symboliek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Daarom zei Ik tegen jullie dat je je schoolhuizen vrij en open moet bouwen, opdat iedereen uit en in kan gaan als hij wil! In jullie school mag helemaal niets geheim zijn! Wijd degene, die wil, in, voor zover hij het begrijpen kan, want ik verkoop jullie met Mijn leer geen kat in de zak, - Ik zeg jullie alles open en duidelijk en doe nergens geheimzinnig over, behalve als het verstandiger is voor het welzijn van de mensen. Wees daarom ook open tegenover iedereen bij wie je een goede wil ziet! Maar wees bij alles ook verstandig, want de openheid hoeft niet zover te gaan dat men de zwijnen de edele en kostbare parels voor zou werpen!
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Heer, ik ben weliswaar slechts een mens, maar door mijn steeds met regeringszaken bezige leven ben ik zover gekomen en heb ik zoveel ervaring opgedaan, dat ik nu duidelijk inzie dat het voor de gewone man het beste is als hij met ijzeren vuist geregeerd wordt, en zo nu en dan ter wille van de goede zaak de zweep voelt. Als dat in een grote menselijke samenleving niet het geval is, barst binnen de kortste keren alles uit de voegen!"
Hoofdstuk 154: De zieken in de herberg bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...