Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 10 van 412

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Ik zeg: 'Erger je dan voortaan nooit aan Mij, als je het een of ander over Mij hoort! Tot nu toe was je tegen Mij; wees dan van nu af aan vóór Mij! Want de hele wereld kan je niet geven en voor je doen, wat Ik je gegeven en voor je gedaan heb! Eens zul je echter wel inzien, hoe en waarom Ik dat voor je heb kunnen doen. Denk aan Mij in je hart!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En de overste zei toen met een tamelijk luide stem: 'Ja, jullie blinde en ongelovige dwazen! Een uur geleden nog huilde ik om het verlies van mijn liefste, enige dochter en nu zien jullie me ongelofelijk blij, omdat ik mijn dochter terug heb! Is dit duidelijk zichtbare bewijs nog niet genoeg voor jullie?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Hoewel het al tamelijk laat in de nacht was toen wij thuis kwamen, waren Maria en de broers en zusters nog op. Er wachtte ons een goed toebereid avondmaal, wat velen van ons goed van pas kwam; want omdat wij sinds die ochtend niets gegeten hadden, was het wel begrijpelijk dat ze een behoorlijke honger hadden.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Omdat Ik natuurlijk hun geheimste gedachten kende, richtte Ik meteen het woord tot hen en zei: 'Waarom denkt u zulke slechte dingen in uw hart?! (Matth.9:4) Wat is nu makkelijker te zeggen. 'Je zonden zijn je vergeven! (wat u toch altijd zegt, en nog wel speciaal tegen die mensen. die met kostbare offers bij u komen, terwijl in feite daardoor niemand geholpen wordt) of 'Sta op en wandel!, waarna dat meteen gebeurt!' (Matth. 9:5)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Na deze woorden strekte de zieke. opeens geheel gezond. zijn voorheen allerellendigst verdraaide en ten dele reeds verdroogde ledematen uit en in datzelfde ogenblik kwam ook al het vlees weer terug. Hij bedankte Mij snikkend van overgrote vreugde. stond van zijn bed op en was meteen weer zo sterk en krachtig. dat hij dadelijk de touwen van het bed losmaakte. vervolgens het bed onder zijn linker arm nam, zich met het tamelijk zware en omvangrijke bed met gemak door het grote gedrang een weg baande en het zelf tot Kapérnaum naar huis droeg! (Matth.9:7)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Wees wat u wilt, en Ik zal ook zijn wat Mij goed dunkt! Overigens is het heel vreemd van u, dat u Mij nu uw vriendschap ontzegt, terwijl u Mij in de aard van de zaak nog nooit vriendschap bewezen hebt! Maar Ik ontzeg u Mijn vriendschap niet, hoewel Ik daar eigenlijk het volste recht toe zou hebben, gezien de weinig lofwaardige gedachten die u daarnet over Mij in uw hart koesterde!
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Petrus zegt: ' Johannes vastte voor datgene wat wij hebben, en wij vastten met hem volgens zijn leer en strenge prediking. Johannes kondigde Degene aan, bij Wie wij zijn, en hij getuigde van Hem. Toen Deze echter kwam en zich zelfs door Johannes liet dopen, vertrouwde Johannes niet geheel en al op zijn gevoel, en dat deden jullie ook niet. Want terwijl Johannes onder invloed van de Geest over Jezus getuigde en, toen Deze naar hem toe kwam, tegen ons zei: 'Zie, Die daar komt, Die is het van Wie ik tegen jullie gezegd heb, dat Hij na mij zal komen, Die ik niet waardig ben de riemen van Zijn schoenen los te maken!', had hij toch nog zijn verborgen twijfels, net zoals jullie, en hij twijfelt tot op dit uur nog. Daarom vast hij nog steeds, en jullie vasten ook; bij ons gelovigen wordt echter niet meer gevast! Dat jullie nog vasten is jullie eigen schuld! En zo hoort het ook, want zoals de blinde zijn ogen niet kan laten genieten van het licht en haar kleuren, zo zal ook degene, die in zijn hart blind is, zijn hart en zijn maag niet kunnen verzadigen. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Deze bruiloftsgasten van Mij zijn als geheel ook Mijn bruid. Want zij die Mijn woord horen, het in hun hart bewaren en daarnaar leven, zijn werkelijk Mijn bruid, zoals ze ook Mijn bruiloftsgasten zijn! En je kunt toch niet verwachten dat bruiloftsgasten bedroefd zijn, zolang de bruidegom bij hen is! Maar als de tijd daar is dat de bruidegom bij hen weggehaald wordt, dan zullen ze óók vasten! ' (Matth. 9: 15)
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Iedere vogel zingt en tsjilpt zoals hij gebekt is, en zo zeggen jullie alleen maar datgene, wat je wereldse verstand je ingeeft, en je kunt niets anders zeggen, omdat je niets anders begrijpt! En dat is dan ook alles, wat Ik jullie daarop kan antwoorden. Want ook al zou Ik Jullie iets hogers en waarachtigs uit de hemel meedelen, dan zou je Mij toch niet begrijpen; want je harde hart begrijpt dat niet!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Dit huis van Mijn vriend Matthéus heeft vandaag veel mensen gevoed en gaf zijn hele voorraad uit een waar, goed hart, en als je dat niet gelooft, ga dan maar kijken in de voorraadkamer en op de korenzolder en je zult er niets meer vinden! Hier staat trouwens de heer des huizes; vraag maar aan hem of Ik geen gelijk heb!'
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Wie op God vertrouwt, wordt ook door God vertrouwd en Hij verlaat hem niet en stelt hem nooit teleur! Maar degenen, die net als jullie, wél geloven dat God een God is, maar Hem niét volledig vertrouwen, omdat hun eigen hart zegt dat ze niet waard zijn door God geholpen te worden, die helpt God ook niet; want ze hebben geen vertrouwen in God, maar alleen in hun eigen kracht en middelen, die ze voor bepaald heilig en onkwetsbaar houden en ze zeggen: 'Mens, als je wilt dat je geholpen wordt, help jezelf dan; want ieder mens is zichzelf het naast en zorgt eerst voor zichzelf!' En voordat hij klaar is met het zorgen voor zichzelf, gaat de hulpbehoevende te gronde!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Goed!', zeg Ik,'als u dat van Mij denkt, denk dan ook eens aan wat Ik tegen de leerlingen van Johannes heb gezegd en erken dan in uw hart, dat Ik de volle waarheid heb gesproken!
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Wie van u op dezelfde manier uit de grond van zijn hart te werk gaat, die zal van God ook altijd datgene ondervinden, wat nu onze vriend en broeder Matthéus heeft ondervonden!
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Want geloof Mij: God blijft in Zijn hart steeds Dezelfde! Zoals Hij was, toen er aan het firmament nog lang geen zon, geen maan en geen sterren lichtten, zo is Hij nu nog en zo zal Hij altijd blijven!
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Deze woorden treffen allen diep in het hart, en de leerlingen van Johannes beginnen in zichzelf te overleggen en zeggen: 'Hij moet dan toch een veel grotere profeet zijn, dan onze Johannes was! Want we waren tien volle jaren in zijn gezelschap, maar zo iets hebben we bij hem niet meegemaakt! -De Farizeeër heeft gelijk als hij zegt dat deze Nazareeër er meer vanaf weet! - Je zou echter bijna beweren, dat dat alles van en door hem op een ons onbekende wijze is geschied, en het geheel is een duidelijk zichtbaar bewijs voor de nu aan het licht gekomen blindheid van ons en onze grote meester Johannes!'
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...