Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 10 van 84

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] HEBRAM zegt, wat humeurig: "Dat zeker, maar dat versteld staan zal uiteindelijk waarschijnlijk wel zijn oorzaak vinden in het feit dat wij hetgeen de wijze erover zegt, net zo min zullen begrijpen als dit wonder zelf, zónder de verhelderende uitleg van een wijze! Want om de wijsheid te begrijpen, moet je zelf een soort wijze zijn. Al heb je nog zo'n gezond verstand, dan is dat op zich toch niet voldoende om de wijsheid tot in de kern te begrijpen. Je krijgt er wel enig idee van, maar niet veel meer. Het hooglied van Salomo, die een wijze was, staat zogezegd nog het dichtst bij het gezonde, menselijke verstand. Als je het leest denk je het ook te begrijpen. Ga je er naderhand goed over nadenken, dan kom je al gauw tot de vervelende overtuiging dat je eigenlijk toch niets hebt begrepen! Een voorbeeld zal je laten zien wat ik bedoel!"
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De in de buurt van Hebram zittende JULIUS, aan wie deze praatjes niet .ontgaan zijn, zegt: "Wat zitten jullie nu weer voor geweldige onzin te verzinnen omdat je de aard der dingen niet kent! Kijk, Raphaël is een geest, die jullie in zijn oorspronkelijke toestand onmogelijk zouden kunnen zien en spreken. Om zich met buitengewone toestemming van de Heer onder ons mensen als een medemens te kunnen manifesteren, moet hij zijn puur geestelijke wezen omgeven met een soort licht stoffelijk omhulsel en daarvoor heeft hij als een van de machtigste aartsgeesten steeds veel lichte materie nodig, die hij meteen omvormt om voor ons zichtbaar te kunnen bestaan. Er is geen sprake van het afzonderen van de genoten spijzen in zijn eventuele ingewanden, omdat hij al het genotene al in zijn mond enkel en alleen omzet in zijn menselijke figuur. Kijk, zo werkt dat! Kraam daarom onder elkaar niet zulke onzin uit!
Hoofdstuk 20: Voorbereiding voor de genezing der misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Neem jezelf nu eens en vraag je eens af of jullie waarlijk buitengewone kennis en wijsheid jullie gelukkig maakt! Ja, de menselijke geest kan doordringen in oneindige diepten der wijsheid en dan de wonderbaarlijkste zaken aan het licht brengen. Maar volgens mij is toch slechts die mens gelukkig, die heel eenvoudig is, en God, zijn Schepper, in alle liefde is toegewijd en Zijn geboden houdt. Als God hem dan, net als Salomo, wijsheid wil geven, dan moet hij deze heel dankbaar aanvaarden en met een opgewekt gemoed wijs gebruiken. Maar als de geschonken wijsheid de mens juist alleen maar ongelukkig maakt, dan prefereer ik liever iedere domheid waardoor het hart van de mens blij wordt.
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar omdat de heren Romeinen af en toe, ondanks alle strengheid van hun wetten, toch nog menselijker zijn dan de zwarte heren in de tempel, die nu zelfs onze lieve Heer naar hun pijpen laten dansen, proberen wij u als gestrenge, maar tevens toch nog menselijke heren, niet alleen onze misdaad Anti Romam (tegen Rome), maar ook de aanleiding daartoe duidelijk te maken. Misschien zult u daardoor wat menselijker met ons arme duivels omspringen, want mensen zijn wij al lang niet meer. Dat hield op toen wij het duivelswater ruilden voor de opruiings opdracht tegen u, Romeinen."
Hoofdstuk 38: De ondervraging van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Vriend, is er iets brutalers denkbaar dan de gedachte dat God de Almachtige aan een zeer kwaadaardige stofworm al Zijn macht over alle mensen en over alle andere schepselen zo gegeven zou hebben, dat deze worm nu naar zijn eigen kwaadaardige willekeur met God Zelf en met alle mensen en met alle schepselen ongestraft zijn meer dan satanische boze opzet uit kan leven?! Nee, nee, heer! Dan is er óf geen God, óf God laat zulke duivels als in de tijden van Noach en Lot hun helse maat volmaken! Grote, heilige God, waar bent U, waar blijft U toch? Waarlijk, wat de tempel nu uitvoert, gaat alle menselijke begrip te boven! Uiterlijk vertoont hij weliswaar nog hetzelfde troost en hulpfluisterende gezicht zoals in het gunstigste geval in de tijd van Salomo, maar inwendig is hij een onderste hel geworden! Maar het is beter er geen woord meer over te spreken en daarom zullen wij zwijgen en verwachten wij van u meer over de heiland uit Nazareth te horen!"
Hoofdstuk 39: Suetal vertelt over de kennis van de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Slechts een vonkje in het centrum van de ziel is datgene, wat men de geest van God en het eigenlijke leven noemt. Dit vonkje moet gevoed worden met geestelijke voeding, namelijk het zuivere woord van God. Door deze voeding wordt het vonkje in de ziel groter en sterker, neemt tenslotte zelf de menselijke vorm van de ziel aan, doordringt daarna de ziel volledig en transformeert tenslotte de gehele ziel in zijn eigen essentie. Ja dan wordt de ziel zelf helemaal leven, dat zich als zodanig in zijn diepste innerlijk herkent.
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar als hij alleen maar bijzondere, menselijke kracht mocht hebben, kan hij maar beter niet te vaak naar Jeruzalem gaan om de tempel te reinigen! Want dan zou hij daar wel eens het onderspit kunnen delven. Hij kan dan nog zo'n groot profeet of tovenaar zijn, lang kan hij zich toch niet tegen al die helse intriges en voortdurende vervolgingsplannen blijven beschermen en hij zal hen tenslotte ellendig ten prooi vallen.
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De VORIGE SPREKER uit de bergen van Genezareth zegt: "De tempel zal tegen hem niet veel doen! Want nu de hoge heren hem de tempelreiniging niet hebben aangerekend en hem niet hebben gegrepen, zou dat een tweede maal ook wel eens moeilijk kunnen gaan, want toen moet zijn wil toch wel geheel vervuld geweest zijn van een waarlijk goddelijke kracht! En waar dat het geval is heeft iedere menselijke kracht zo goed als niets in te brengen!"
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Kijk, de wetenschap van de mensen is in onze tijd al heel ver gevorderd, en aan de menselijke wijsheid heeft nog nooit iemand paal en perk kunnen stellen. Daarom is het best mogelijk dat een mens in Nazareth, door buitengewone, geestelijke gaven gesteund, een steen der wijzen heeft gevonden waarvan de wereld tot op heden geen weet had! Hij kan daarom welongelooflijke dingen doen die ons verstand te boven gaan, zoals bergen verplaatsen en in hartje zomer de zee laten bevriezen, ja, doden opwekken en duizenden, slechts door het te willen, laten vergaan; maar dat zijn allemaal dingen die reeds lang vóór zijn tijd door mensen zijn gedaan!
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wat slimheid betreft zul je in de Nazareeër een zeer machtige en onoverwinlijke tegenstander vinden! Ik ken hem en weet, dat van menselijke zijde helemaal geen vat op hem is te krijgen, want het is heel moeilijk één op de duizendmaal iets tegen hem in te brengen!"
Hoofdstuk 51: Verdere twijfels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar deze twee wonderen hier, die de leerling van de grote meester deed, en de wonderbaarlijke genezingen waar wij van gehoord hebben dat zij door de grote heiland verricht zijn, zijn zo zuiver boven al de magische bedriegerijen verheven, als een zon met haar heldere en reine licht verheven is boven ieder nietig en bedrieglijk dwaallicht. Bij deze twee wonderen is, zoals gezegd, iedere menselijke wijsheid uitgepraat. Daar helpt geen denken en testen meer, daar werkt de almacht van God aan wie natuurlijk niets onmogelijk kan zijn.
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Steeds viel er iets zuivers en goddelijks weg en kwamen er wereldse, menselijke voorschriften voor in de plaats, zodat het enige dat werkelijk voor ons behouden is gebleven, thans alleen bestaat uit de namen, maar verder is alles van Mozes zo goed als verdwenen. Alleen datgene wat de tempeldienaars nog een zeker goddelijk aureool geeft is gebleven. Het strafrechterlijke heeft men in stand gehouden, om daardoor uit hoofde van een als het ware door God gemachtigde betweterij, de mensen op duivelse wijze te kunnen kwellen. Maar het eigenlijke goddelijke is allang volledig uitgebannen. Terwille van de tien geboden van God laat men voor zichzelf geen grijs haren boetekleed meer maken. Echtbreuk bij mensen van aanzien, die zeer rijk zijn, vindt nog wel waardering omdat zulke mensen zich met veel geld vrij moeten kopen van de steniging. Zij krijgen dan alleen maar een zogenaamd vervloekt water te drinken, waarvan hun buik echter niet barst, want dat soort zondaren zijn voor de vele behoeften van de tempel nog meermalen goed te gebruiken! Als daarentegen de hoge dienaars van de tempel echtbreuk begaan, kraait daar nooit enige haan naar, alleen als een arme duivel eens echtbreuk zou begaan, dan wordt deze natuurlijk naar behoren gestenigd.
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Bekijk het gras op de velden eens en zie dan hoe daar de kruiden door elkaar heen staan! Waarom is daar geen orde waaraan ons symmetrisch gevoel een wiskundig plezier zou kunnen hebben?! Overal waarheen je je zintuigen kunt en wilt wenden, zul je bij al het geschapene veel meer chaotische, dan op symmetrische wijze, geordende zaken aantreffen! En toch moet de Schepper ook een juist begrip van de symmetrie hebben, want daarvoor vinden we allereerst in onze menselijke vorm al overtuigende, duidelijk aantoonbare bewijzen. Maar als de goede Schepper zeker in staat is om in één opzicht de grootste symmetrie te handhaven, daar echter anderzijds niet de minste rekening mee schijnt te houden, dan moet daarachter een voor ons, stofwormen, totaal onbekende reden verscholen liggen die maakt dat de Schepper aan de ene kant de grootste symmetrie en aan de andere kant het absolute tegendeel daarvan aanhoudt! Waarom is het ene jaar dan niet gelijk aan het andere, waarom niet de ene dag net als de andere?
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik zeg jullie: In zo'n geval moet een ongetrouwde man niet eerder een vreemde trouwen dan dat hij zich precies op de hoogte heeft gesteld van al haar vroegere omstandigheden! Levert dat niets op en voelt hij zich erg tot de vreemde vrouw aangetrokken, dan moet hij haar huwen. Verneemt hij dan later toevalligerwijs haar vroegere, burgerlijke staat, dan mag hij haar niet verraden, maar hij moet haar op dezelfde goede manier behouden als waarop hij haar heeft genomen. De vrouw kan door zeer trouw te zijn aan haar nieuwe gemaal, haar vroegere zonde goedmaken. Want God is geen onrechtvaardige rechter en weet de zwakheden van het menselijke lichaam precies af te wegen en er rekening mee te houden. Iemand, die zijn vrouw vermoordt, is erger dan een vrouw die echtbreuk pleegt!
Hoofdstuk 67: Bepaalde uitzonderingen bij seksuele omgang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De meest verwerpelijke sexuele daad bestaat echter uit het schenden van knapen en in het erbij betrekken van andere ledematen en delen van het vrouwenlichaam dan die welke God daarvoor bestemd heeft, of zelfs in het schenden van dieren. Deze schenders moeten voor altijd geheel uit de menselijke maatschappij gebannen worden.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...