Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

217 resultaten - Pagina 10 van 15

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15
[26] Jij kent de oude wet van de vaderen, werd zelf door hen tot leraar benoemd - zeg Me: Is dit de vrucht van je ambt? Welk giftig insect heeft je zodanig verwond dat jouw hart zich in dat van een tijger heeft veranderd?
Hoofdstuk 31: Hored en Naƫhme met de onbekende Abedam in de kring van de aartsvaderen, Horeds straf voor zijn afgunst op Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] Daarna bad ik mijn verborgen God om zo genadig te zijn mijn geheim.te voornemen zelfs niet aan de meest eerheven engel prijs te geven; en God verhoorde mijn verzoek en gaf mij steeds in het diepste geheim in wat ik in iedere situatie van mijn koninklijke ambt noest doen.
Hoofdstuk 107: Horadals geheim en het verhaal uit zijn verleden aan het hof van Lamech in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wie nu een ambt ontvangt zal dat voortaan behouden hier en ginds; maar wie er nu zo heel onbekommerd aan voorbij loopt terwijl het leven waait, aan hem zal ook het leven voorbij waaien en dan zullen zijn levensgeesten maar heel zwakjes zijn!
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Broeder Henoch, ik zeg het je, jou is wel het zwaarste ambt ten deel gevallen!
Hoofdstuk 143: Op de dag der geschillen of dinsdag. De woorden van Abedam, de andere, over de zwaarte van het leraarsambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Geloof me, lieve broeder Henoch, het ambt zal niet eenvoudig zijn! Jij bent geheel en al liefde en zult ook louter liefde prediken, - maar daardoor tijdens je leven allerminst ontvangen!
Hoofdstuk 143: Op de dag der geschillen of dinsdag. De woorden van Abedam, de andere, over de zwaarte van het leraarsambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Hierop bezon Henoch zich korte tijd en zei toen tegen Abedam: 'Broeder, je hebt beslist geen ongelijk; maar wat mij betreft denk ik, dat het op deze wereld eigenlijk niet op behaaglijkheid aankomt, waarmee het een of het andere ambt verbonden zou moeten of kunnen zijn, maar alleen op de wil van de Heer en de ware deemoed van ons hart!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Want het is nu eenmaal een feit dat in de grond van de zaak de liefde een allerhoogste graad van hoogachting is van hetgeen men liefheeft, waarvan de zogenaamde achting voor het ambt dan slechts een vonk is.
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Want voor hetgeen men waarachtig liefheeft, gaat men ook door het vuur; wat men slechts als achting voor het ambt ervaart, daarachter pleegt men zich dan te verschuilen, indien er bijvoorbeeld gevaar mocht opdoemen.
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Daarom heeft Hij ons ook Zijn wil bekendgemaakt en aan eenieder van ons het ambt van de liefde gegeven, maar aan de minderen daarbij ook nog het minder belangrijke ambt van de wijsheid.
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Laten wij dus maar hoogst dankbaar blijven en deemoedig van hart, waartoe Hij ons geroepen heeft! Want wij kunnen er allen van verzekerd zijn dat Hij, de allerzuiverste liefde en de allerhoogste wijsheid, ons niet tot ons verderf een dergelijk ambt gaf, maar alleen voor het eeuwige welzijn van ons en van al onze vaders, moeders, broers en zusters; daarom zij Hem alleen alle liefde en alle lofprijzing van ons allen!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Adam trad onmiddellijk in zijn ambt als rechter naar voren met zijn aangewende strengpatriarchale gezichtsuitdrukking en vroeg hen ook zoals gewoonlijk: 'Welk geschil heeft jullie hierheen gedreven?'
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Broeder, weet je wat? Laten wij voor God en de wereld maar mooi ons ambt neerleggen, dan zal het meteen beter met ons gaan; want nog zo'n kwestie kost ons allen ons beetje leven! Ja, ja, laten we dat doen!'
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Want Hij heeft ons het ambt zeker niet voor onze wereldlijke verheerlijking gegeven, maar voor onze altoos durende verdeemoediging tegenover Hem en ook tegenover de wereld!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Ik geloof nu ook vast, dat Hij aan degene aan wie Hij een ambt heeft gegeven, ook zeker het verstand niet weigeren of onthouden zal!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] De hoge Abedam heeft mij een dergelijk ambt beslist alleen als beproeving van mijn deemoed opgelegd, wat ik nu des te duidelijker inzie; daarom zal het wel juist zijn dat jij mijn plaatsvervanger wordt!'
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15