Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 10 van 149

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Maar de DIENAAR was slim en zei: "De heer heeft vanwege de vele zieken veel te bespreken met de wonderdokter en wilde daarom met hem alleen zijn!"
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] 's Avonds komt er ook een hoofdman, die in deze plaats het bevel heeft over de soldaten, en vraagt Mij of Ik ook niet de vele zieke soldaten zou willen helpen.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Het zou echter over 't algemeen goed zijn als Romeinen zoals u, in plaats van de vele afgodentempels, herbergen voor armen zouden stichten, want uw goden uit hout, metaal en steen zijn dode beelden, door mensenhanden gemaakt. Ook al lag u er jarenlang voor op uw knieën, dan zullen ze u toch niet kunnen helpen, omdat ze dood zijn. Maar als u de vele armen, zieken, gebrekkigen, kreupelen, lammen, blinden en doven in goed ingerichte herbergen verzorgt, en tracht de zieken genezing te brengen, dan zal de ene, ware, levende God uw goede werken aanzien en u daarvoor veelvoudig zegenen. Maar uw dode goden zullen u voor het goede wat u doet niet zegenen en voor het kwade niet straffen.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daarom is het naar mijn bescheiden mening met iedere godsdienst en iedere openbaring niets gedaan. Het ontstaan mag nog zo zuiver zijn, in handen van de mensen treden maar al te gauw zoveel vervormingen op, dat de gelijkenis met het oorspronkelijke net zo groot is als die van een honderdjarige grijsaard met het uiterlijk wat hij had als pasgeboren kind! De tijd en de vele hartstochten en noden van de mensen veranderen het zuiverste in het onzuiverste, en als grote nooit te overwinnen getuige van die waarheid staat daar de geschiedenis van alle tijden en alle volken voor ons, die niemand kan tegenspreken!
Hoofdstuk 106: Hoe de Romeinse hoofdman de wereld ziet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Dat is hij zeker, tot grote beschaming van vele Joden, die Gods woord en Gods geboden hebben en waarvan het gehele hart toch volleugen en vol bedrog, vol twist, toorn, echtbreuk en allerlei hoererij is. Daarom zal het ook gebeuren dat, zoals Daniël getuigt, het aan David beloofde rijk van de Joden wordt afgenomen en aan de heidenen gegeven zal worden, en dat de nakomelingen van de zoon van Hagar zullen heersen over de nakomelingen van Isaäk, hoewel in deze tijd al het heil voor de gehele wereld afkomstig is van de stam van Juda."
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik heb behalve voor mijn vrouwen mijn vele kinderen, die zich in Rome bevinden, nooit liefde voor iemand gevoeld, maar handelde steeds redelijk naar recht en billijkheid. Ik handhaafde de wet nooit streng, maar altijd mild en dat ging steeds goed. Maar nu voel ik dat men de mensen moet liefhebben en hen uit liefde goed kan doen, dat wil zeggen: Men kan zelf willen om de mensen naar kracht en mogelijkheid dat te geven, wat men voor zichzelf als rechtvaardig en nodig ziet, -en dat is naastenliefde.
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Spoedig daarna opent Ebahl wijd de deur van de zaal en ongeveer twintig Farizeeën en schriftgeleerden komen binnen. Het spreekt wel van zelf dat die twintig nog een aantal begeleiders bij zich hadden met pakezels en muildieren, die hen en hun vele reisbagage moesten vervoeren. Voor de begeleiders en de dieren en alle bagage moest gezorgd worden. T oen de Farizeeën en schriftgeleerden allemaal in de zaal waren, bekeken zij meteen nauwkeurig het aanwezige gezelschap en vroegen de waard waarom de Romeinse soldaten hier waren.
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Dat zie je toch wel, Mijn lieve Jarah! Je bevalt Mij bijzonder! O waren alle mensen maar zo prettig als jij, dan zou het wel goed en naar Mijn zin zijn. Maar er zijn in de wereld zo vele duizenden en nogmaals zoveel duizendmaal duizenden, die Mij niet zo aangenaam zijn als jij! Dat zijn pure wereldse mensen, en jij bent een engel! Nu echter op weg, want het is al het derde deel van de dag!"
Hoofdstuk 130: Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] JARAH zegt: "Duizeligheid is ook een ziekte! De heiland van alle heilanden is hier; hem aan Wie het mogelijk was zo vele honderden te genezen van hun kwalen, zal het ook wel mogelijk zijn om u van uw duizeligheid te bevrijden! Vraag Hem daarom en Hij zal u genezen!"
Hoofdstuk 131: Op de bergtop van de Morgenkop. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] JARAH zegt: "Dat zou weliswaar verschrikkelijk wonderbaarlijk zijn; maar waar zouden gedurende die tijd de lieve vissen blijven en ook de vele schepen, die ten dele langs de oevers liggen en dikwijls ook op zee rondvaren?"
Hoofdstuk 134: De opheffing van de zee van Galiléa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Toen JARAH een beetje van haar verbazing bekomen was, vroeg ze Mij: "O Heer, zijn dan al die ontelbare sterren net eender als deze ster, die ik nu echt met eigen ogen of met mijn geestelijke ogen gezien heb? Want dat is een reusachtige wereld! Deze wereld lijkt me nu, vergeleken bij die, zo klein als een slakkenhuis ten opzichte van deze berg! Mensen, heel volmaakte mensen, die in onuitsprekelijk grote en wonderheerlijk gebouwde tempels wonen zijn er ook in die overgrote heerlijke wereld. Maar die mensen zijn zo groot, dat ze, als ze beneden aan de zee zouden staan, de berg minstens drie maal zouden overtreffen. En zo is in die wonderwereld alles vele duizend malen duizend maal groter dan hier!
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Kortom, ik zou mijn leven lang wel door kunnen vertellen over wat ik daar in die paar ogenblikken heb gezien, maar dan zou ik de tijd die U, o Heer, voor iets beters bestemd heeft, met onnutte dingen verpraten! Maar nu zou ik van U willen horen of al die talloos vele sterren ook zulke werelden zijn, zoals degene die ik gezien heb!"
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Wel, dit paleis is het huis van het hoofd van een school uit de streek die je nu hebt gezien. Al die schoolhutten staan onder zijn leiding en de op de meren ronddrijvende voorwerpen worden op bepaalde tijden voor het verdere onderwijs in de hogere wijsheid gebruikt. Zoals deze woning staan er nog vele honderdduizenden alleen al op de middenzone van deze lichtwereld, en ook nog een aantal zeer grote steden. Naast deze zone, waarvan je nu een zeer klein deel ziet, zijn er op deze wereld nog zesenzeventig nevenzones, die elk op een geheel eigen manier zijn ingericht. Deze wereld is, net als de eerdere, een zon zoals die van ons die overdag de aarde verlicht, maar er is dit verschil, dat de zon die jij eerst zag ongeveer duizend maal groter is dan de zon van onze aarde. Degene, die je nu ziet is ongeveer vierduizend maal groter dan de onze. Onze zon is ongeveer duizendmaal duizend maal groter dan de hele aarde.
Hoofdstuk 139: Een blik in de orde der sterrenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar dan zijn er nog middelzonnen, waarom weer duizendmaal duizend van de zoëven genoemde middelzonnen met al hun aardezonnen bewegen, en dan weer middelzonnen waar omheen de middelzonnen van de tweede categorie bewegen, en tenslotte een gemeenschappelijk middenwereldlichaam dat zich bevindt in de onmetelijke diepte van een middenzonnengebied en geen andere beweging heeft dan die om zijn eigen as. Dit middenlichaam is ook een zon, maar die is zo groot dat alle talloze aardezonnen, de middenzonnen van de eerste, tweede en derde orde en alle aarden en manen, die om de talloos vele aardezonnen draaien, samen met de vele duizenden grotere en kleinere kometen, die als toekomstige aarden in onregelmatige kringen om de aardezonnen hun weg banen, niet het honderdduizendste deel van haar lichaamsinhoud uit zouden maken als die genoemde hoofdmiddelzon een holle kogel zou zijn en de bovengenoemde talloos vele hemellichamen zich daarin zouden bevinden. -Jarah, kun je je nu voorstellen wat Ik verteld heb?"
Hoofdstuk 139: Een blik in de orde der sterrenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Dan zeg ik je, dat de grote snelheid van die zon toch een slakkegangetje is vergeleken bij mijn geestelijke snelheid! Want weet je, ondanks haar voor jouw begrippen ontzaglijke snelheid heeft die zon toch nog tienmaal honderdduizend jaar nodig om haar uitgestrekte baan om de hoofdmiddenzon af te leggen, terwijl ik of een andere geest van mijn soort, diezelfde afstand zo snel kan afleggen dat je tussen mijn vertrek en mijn terugkomst niet het kleinst merkbare tijdsverschil zou constateren. Ja, ik zou in diezelfde korte tijd ook een vele duizendmaal honderdduizend maal grotere baan af kunnen leggen!
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...