Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13452 resultaten - Pagina 10 van 897

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Zaai je een edel, goed zaad in de grond van je eigen levenstuin, dan zul je ook edele vruchten oogsten. Stop je echter distel en doornzaden in de grond van je levenstuin; dan zul je eens ook oogsten watje nu hebt gezaaid. Want je zult ook wel weten dat aan distels geen vijgen en aan dorens geen druiven groeien!
Hoofdstuk 72: Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JOHANNES zegt: "Die vraag zul je, als je één bent geworden in je innerlijke licht, helder en duidelijk beantwoord vinden, net zoals wij die gevonden hebben. Als wij nu echter zouden proberen je dat nader uit te leggen, zou je ons van je levensdagen niet begrijpen. Vooraf mag je echter wel weten welk begrip een waar mens zich van God moet maken, luister dus !
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De man moet vóór zijn vierentwintigste jaar geen meisje aanraken -jullie weten wel, op welke manier Ik dat vooral bedoel -, en het meisje moet zeker achttien jaar zijn of minstens voluit zeventien; vóór die tijd kan zij niet rijp zijn en mag zij geen man bekennen, want een enkele maal komt het voor dat een meisje al vóór die leeftijd schijnbaar rijp is. Komt zij echter te vroeg in aanraking met een wellustige man, dan is haar lichaam reeds geschonden en zij wordt een zwakke en door hartstochten beheerste ziel.
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Daarop roep IK Raphaël en zeg tegen hem: "In het centrum van Afrika, daar waar de hoge Komrahaibergen staan en de belangrijkste bron van de Nijl uit een rots ontspringt, zul je op tien manshoogten onder de losse stenen een steen ter grootte van een mensenhoofd vinden. Breng die hier bij Mij, hij zal deze nacht voldoende voor ons verlichten! Maar als je hem hier gebracht hebt, leg hem. dan op die kale boomstam, opdat zijn licht ver zal schijnen en de omgeving verlicht! Dat Ik nu echter met je gesproken heb als met een mens, gebeurde slechts terwille van de mensen opdat zij zullen weten wat er moet gebeuren en Mijn macht erkennen door jouw uitvoering van Mijn wil."
Hoofdstuk 89: De lichtgevende steen van de Nijlbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De beide geroepenen komen nu dichterbij en ZINKA zegt: "Heer, dat is voor mensen zoals wij, die nog zeer onvolmaakt zijn, een heel moeilijk te beantwoorden vraag! Want wij zouden nog heel veel willen zien en weten omdat wij, ondanks dat wij toch al heel veel gezien en meegemaakt hebben, nog zeer veel niet gezien en beleefd hebben. Maar wat er nu van dat eindeloos vele het meest noodzakelijke voor ons is, dat is een heel andere vraag, die wij niet kunnen beantwoorden omdat wij nog lang niet weten wat voor ons eigenlijk vóór alles het allernoodzakelijkste is! U o Heer, weet echter precies wat wij het meest nodig hebben; handelt U dus, zonder dat wij iets wensen, volgens Uw oneindige liefde en wijsheid en dan zal iedereen wel het beste zien, horen en voelen!"
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Daarnaast zijn er nog talloos vele afwijkende gevallen, die elk op een wat andere wijze behandeld moeten worden; maar ongeacht dat alles moet er toch een algemene richtlijn zijn waarnaar zich alle andere uiteindelijk moeten richten, zoals de aarde door één regen bevrucht moet worden opdat daardoor het uitgezaaide zaad kan gaan kiemen. Hoe dan echter de verschillende soorten zaden, die in de aarde wachten om tot leven gewekt te worden, uit de regendruppel halen wat van hun gading is, dat is een zaak van de speciale intelligentie van d e geesten die in de kiem wonen en heel goed voor hun huis weten te zorgen.
Hoofdstuk 93: De ontwikkeling van de ziel op aarde en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Vriend, jullie Romeinen hebben een heel goed spreekwoord, dat ongeveer zo luidt: "Longum iter per praecepta, brevis et efficax per exempla!* (* Lang is de weg door middel van woorden, kort en doeltreffend door middel van voorbeelden!) Kijk, dat is hier ook heel goed van toepassing! Wacht op de later volgende voorbeelden die Ik jullie op wonderbaarlijke wijze zal laten zien! Die zullen dat wat je nu nog niet duidelijk is, duidelijk maken; de zuivere kern van de zaak zul je echter pas dan te weten komen als de pure geest van de eeuwige waarheid over jullie zal komen en jullie zal leiden in alle waarheid van de hemelen en van alle werelden.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Mocht hij echter niet meer in staat zijn het geleende terug te geven, dan moeten jullie daarom niet boos op hem worden of het tegoed van zijn nakomelingen zien te krijgen; want dat zou hard zijn en geheel tegen Mijn orde. Als de nakomelingen en vooral de kinderen of de oudste klemkinderen vermogend zijn geworden, zullen zij er goed aan doen, en dat zou Mij aangenaam zijn, als zij de schuld inlossen die hun arme vader of grootvader bij een mensenvriend heeft gemaakt. In zo'n geval zal de mensenvriend dan ook wel weten wat hij met dat geld uit liefde tot Mij en de naaste zal moeten doen!
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Jullie zullen weliswaar zeggen: "'Als men iemand die in nood zit geld tegen rente uitleent, dan is dat toch ook een goede daad; de lener heeft zich daardoor uit de nood gered, is een rijk man geworden en kan dan immers heel gemakkelijk kapitaal en rente teruggeven! Want de geldschieter heeft toch het risico gelopen om zijn geld, in geval van een ongunstige speculatie, te verliezen! Maar als de lener er voordeel van genoten heeft dan kan toch geen God met al Zijn wijsheid er op tegen zijn als hij, de lener, aan de geldschieter het kapitaal inclusief de afgesproken rente terugbetaalt! Want de geldschieter is ten eerste ook een mens ten opzichte van wie een ander .dezelfde verplichtingen heeft als hij tegenover hem, en ten tweede kan het uitgeleende geld immers het hele bezit van de geldgever uitmaken, waarvan hij moet leven zoals de landman van zijn grond en bodem! .Als de geldgever zich echter het geleende geld, evenals de rente daarover, met terug laat betalen, waar moet hij dan van leven? Of heeft de lener ook maar in de verste verte het recht om te verlangen het geleende geld te houden, terwijl hij daarmee toch heel veel verdiend heeft en goed weten kan en moet dat het het enige bezit van de vriendelijke geldgever is?!
Hoofdstuk 98: Het geven van geldelijke hulp. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] CYRENIUS zegt: "Heer, U, enige Waarachtige in eeuwigheid, niemand is aan U gelijk! Uw woorden zijn duidelijk, zij zijn waarheid en leven! Ik begin nu pas te leven en het komt mij voor alsof ik nu pas goed uit een heel diepe slaap ben gewekt. Zoals U, o Heer, nu hebt gesproken, kan alleen maar een God en geen mens spreken, omdat geen mens kan weten wat in hem is en wat hem tot leven wekt, en hoe hij het leven met vrucht moet ontwikkelen! Wij, o Heer, zijn nu rechtstreeks door U voor eeuwig goed verzorgd en bewaard; maar zij die na ons zullen komen, zullen ondanks alle dienstvaardigheid misschien wel veel te stellen krijgen met allerlei onkruid op Uw akker temidden van de heerlijkste tarwe! Wat mij betreft zal de hel het echter helemaal niet zo gemakkelijk hebben om haar onkruid uit te strooien op de akker die U ons nu hebt laten zien!
Hoofdstuk 101: Het onkruid tussen de tarwe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De leren zak is toch ook nooit de wijn zelf, maar slechts een voorwerp om de wijn in te bewaren. Wie zal echter zo dom zijn om vanwege de verlokkende geur meteen in de zak te bijten en deze te beschadigen, terwijl hij toch kan weten dat hij de zak slechts op de juiste plaats behoeft te openen om de pure wijn eruit te krijgen?
Hoofdstuk 104: De zelfzucht als oorsprong van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Nu is er dus een planeet ontstaan en die heeft steeds een verschrikkelijke honger, en omdat zij nu nauwere banden met de zon heeft dan daarvoor als komeet, krijgt zij van haar ook voldoende voedsel, dat tegelijkertijd een lokmiddel is om degene die ontsnappen wil steeds dichter en dichter tot zich te trekken en na lange tijden weer geheel in zich op te nemen, - een prijzenswaardige wens van de oorspronkelijk geschapen geesten in de zon, die echter wat betreft de zeer grote planeten, waartoe ook deze aarde gerekend kan worden, zeker nooit op die wijze in vervulling gaat. Want ofschoon de in de planeten verbannen geesten nog zeer stoffelijk zijn, kennen zij de zonnematerie en hebben zij geen speciale behoefte en helemaal geen zin zich nog ooit weer geheel met de zon te verenigen. Zij nemen de uit de zon naar hen toekomende geesten en geestjes als een goede versterking en voeding heel graag op, maar van een algehele vereniging met de zon willen zij niets weten.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Het MANNETJE lacht weer en zegt: "Wat je ziet, hoef je niet te weten! Jij ziet nu toch ook meer dan je anders kon zien! Ik zie echter nog meer dan jij, omdat ik geen stinkend vlees om mij heen heb hangen; en dus zie ik precies hoe het met jou en met ieder ander van jullie gesteld is. Ik zeg je, beeld je niets in over al je goede eigenschappen, want die zijn nog lang niet van jezelf!"
Hoofdstuk 115: Jarah en de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Nu weten jullie echter ook wat er met deze wezens aan de hand is. Let nu op het verdere wat komen zal!"
Hoofdstuk 116: Het wezen, en doen en laten van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Daarom eet de mens dan ook meestal alleen de vrucht van de planten waardoor de plantenkiem zielen zich rechtstreeks met zijn ziel kunnen verenigen. De wat grovere delen van de kern en de vrucht kunnen zich echter alleen met het bloed en het lichaam en met het kraakbeen en het beendergestel verenigen. Uiteindelijk moet dit zich allemaal, omdat het nog te onzuiver is, na het sterven soms nog meerdere malen opnieuw door het rijk van de plantenwereld gaan om zich te zuiveren, tot het uitrijpt tot kiemgeest en volledig rijp wordt voor de opname in een nieuwe dier of zelfs mensenziel. -Nu weten jullie zo terloops ook, hoe deze kluwens ontstaan en welke ontwikkeling zij doormaken en wat hun einddoel is, en nu kunnen jullie dus weer verder gaan met je beschouwingen en zien of er niet weer een verschijnsel voor jullie zal opdoemen!
Hoofdstuk 117: Een kluwen zielestof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...