Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3048 resultaten - Pagina 10 van 204

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Zulke vijanden van de volgens Mijn leer levende mensen, hebben na hun dood geen macht om te reageren. Dat kunnen alleen maar die geesten, die, behorend aan mensen die het betere wilden op deze wereld, door tirannieke, bovenmatig hoogmoedige, zelf en heerszuchtige en derhalve ook totaalonrechtmatige heersers op de gruwelijkste wijze gedood zijn!
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als onmenselijke rechters zich met hun onrechtvaardige vonnissen vijanden maken, zullen de geesten van deze vijanden zich op de onrechtvaardige rechters wreken; want zij hebben van Mij toestemming om te reageren; maar de echt boze geesten mogen dat nooit! -Nu geloof Ik wel dat je geen twijfels meer zult hebben!?'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar de mensen, die in het geheel niet met Mijn leer in aanraking komen, krijgen aan de andere zijde gidsen, die hen naar deze brug zullen brengen. Als de met Mijn leer onbekende geesten de gidsen volgen, zullen ze ook over de brug tot het ware leven komen; als ze echter hardnekkig bij hun eigen leer blijven, dan zullen ze overeenkomstig hun leer als schepsel slechts naar hun levenswandel geoordeeld worden en nooit het kindschap van God bereiken! -Kijk, zo zit het in elkaar! Denk er over na en zeg Mij, wat je er van denkt, -maar vlug; want weet je, Mijn tijd in deze plaats is bijna verstreken!'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Aan U zijn echter alle geesten ondergeschikt, en U bent de totale gebieder over wat in de hemel en wat op de aarde en in de aarde is; U behoeft dus alleen maar Uw voor ons onzichtbare machten een aanwijzing te geven, en ze zullen onmiddellijk doen wat U wilt!'
Hoofdstuk 97: Kapérnaum. De zieke knecht van de hoofdman. (17.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie echter toch zoals deze Jezus, over wie wij ook al gehoord hebben, door toverij of met de hulp van Beëlzebub daden verricht, is een monster uit de hel, de eeuwig vervloekte woonplaats van Gods vijand. En wie zich inlaat met zijn leer en zijn tekenen, die staat dan ook net eender tegenover God en Zijn dienaren, als die duivelsdienaar! Dat is de zuivere waarheid; wee jullie, als je naar Jezus gaat en zijn leer en hulp aanneemt!'
Hoofdstuk 98: Het volk daagt de priesters uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Petrus zegt: 'Er is er Eén onder ons, Die in Kana op de bruiloft van Simon, die ook hier bij ons is, water in wijn heeft veranderd. Deze Ene zou ook nu, als dat nodig was, hetzelfde kunnen doen. Maar omdat het nu beslist niet nodig is, kunnen we ons ook met het bijzonder goede water behelpen, dat mijn zuivere huisbron ons biedt. ,
Hoofdstuk 101: Het bijzondere wijnwonder voor Judas. (19.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen ging Judas naar de bron en putte. En bij het drinken van het geputte water, bleek het zeer goede wijn te zijn en hij bedronk zich, zodat hij bij de bron bleef liggen en in de diepe bron gevallen zou zijn als een paar knechten van Petrus hem niet gevonden en in huis op een bed hadden neergelegd. Zo was het goed geregeld; want Ik heb op deze avond veel mensen genezen die last hadden van allerlei kwalen en besmettelijke ziektes, en bij velen boze geesten uitgedreven, - en daarbij zou Judas ons veel moeilijkheden hebben opgeleverd.
Hoofdstuk 101: Het bijzondere wijnwonder voor Judas. (19.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Op dit woord verlieten alle geesten de bezetenen, en degenen, die allerlei ziektes en kwalen hadden, werden ook op datzelfde ogenblik gezond. (Matth. 8,16)
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Toen we daar met z'n allen aan land gestapt waren, en naar de kleine stad Gadara wilden gaan, die op een heuvel aan het meer op ongeveer zes duizend pas van onze landingsplaats verwijderd lag, liepen tegenover de stad, vanaf een kleine aan het meer gelegen berg op wiens helling de begraafplaats van de bewoners van deze omgeving en stad lag, ons twee naakte personen met gruwelijk vertrokken gezichten tegemoet. Zij werden door een heel legioen boze geesten bezeten en waren zo woest dat door hun toedoen bijna niemand deze doorgang kon passeren. (Matth: 8,28) Zij woonden in de graven van het kerkhof op de berg. Niemand kon ze vangen of met ketens gebonden houden. Want ook al werden ze zo nu en dan door een groot aantal sterke mensen overweldigd, met kettingen gebonden en in de boeien geslagen, dan werden die kettingen toch in een oogwenk verbroken en de boeien tot poeder gewreven! Dag en nacht waren ze op de berg in de graven, schreeuwden verschrikkelijk en sloegen zichzelf ontzettend met stenen.
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik gebood de boze daarop uit deze twee te gaan! Ogenblikkelijk verliet een grote hoeveelheid boze geesten, in de zichtbare vorm van grote zwarte vliegen, de twee, maar vroeg Mij dringend, haar niet uit deze streek te verjagen!
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen de boze geesten deze kudde zagen, vroegen ze Mij, of Ik ze toestemming wilde geven om in deze kudde te gaan. (Matth. 8,31)
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De leerlingen komen naar Mij toe en zeggen: 'Kijk toch eens wat een lieve vrouw, en wat een bijzonder liefdevolle moeder! Ze is nu toch al vijf en veertig jaar oud en ziet er uit, als was ze net twintig geworden. En ze is zo buitengewoon lief en bezorgd en wat zwelt haar werkelijk heilige zuivere borst van pure moederliefde! Echt, het is een vrouw, die verheven is boven alle andere vrouwen op aarde!'
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Judas zegt: ' Ja,ja,ja, jij ook altijd met je oude geest van Kaïn! Waar is Kaïn, en waar zijn wij?! Het geslacht van Kaïn ging ten onder; alleen Noach bleef, en in zijn nakomelingen zit geen druppel van Kaïns bloed, maar het zuivere bloed van de kinderen Gods stroomt in onze aderen. En als het bloed zuiver is, dan is ook de geest zuiver; want de geest van de mens komt altijd uit zijn bloed voort en daarom is de geest ook altijd net zo rein als het bloed!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Hoe dienen jullie God?! Mest, vuil en viezigheid verbranden jullie op het aan God gewijde altaar, en de vette ossen, kalveren en rammen eet je zelf op, en je offert ze aan jullie buiken die nooit gevuld raken. Het zuiver goddelijke van je leer heb je verworpen, en wie van jullie het nu waagt om het zuivere te Ieren, die behandel je zoals je tot nog toe al je profeten behandeld hebt!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Zijn zoon Johannes predikte te Bethabara de waarheid en riep jullie gewetenloze misdadigers in het heiligdom van God op tot boetedoening en tot terugkeer naar Mozes en diens zuivere leer; en wat deed je met hem?! Waar kwam hij terecht?! Hij verdween; -zover ik weet is hij 's nachts door boosaardige beulsknechten opgepakt!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...