Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3718 resultaten - Pagina 10 van 248

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Ik zeg: 'Dat kun je nu nog helemaal niet begrijpen. Als Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar de plaats waar Ik vandaan ben gekomen en Mijn geest jouw geest vrij zal maken, dan zul je de wedergeboorte van de geest wel begrijpen en in alle diepte en volheid beseffen. Maar nu zou dit jou en niemand van jullie al mogelijk zijn. Maar door het opvolgen van Mijn leer en door deze levensoefeningen zul je tenslotte uit en in jezelf dat licht bereiken.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie meer geeft om het goede leven en een schitterende reputatie in de wereld dan om de goddelijke waarheid, die raakt, al heeft hij nog zo'n goede inborst, in zulke vragen en overwegingen verzeild, trekt zich dan uit het goddelijke licht in de duisternis van de wereld terug en verloochent op die manier God en al Zijn licht, -en als men vraagt: Waarom? - Wat noodzaakt zijn hart daartoe? Wel, niets anders dan zijn hang naar alle soorten van luxe! Gulzig grijpt hij daarom naar alles waarmee hij zich een goed leventje kan verzekeren; en als hij dan vaak met veel moeite en inspanning datgene bereikt, waar hij zijn wereldse zinnen op heeft gezet, gooit hij alle waarheid over boord; en bij het geringste teken dat hij door haar iets af zou moeten staan van zijn prachtige vaste welvaart, tiranniseert hij alles, wat ook maar een vonkje echte waarheid in zich heeft.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] U weet net zo goed als ik, dat de tempelmest waardeloos is; u weet, dat dat allemaal afschuwelijk bijgeloof is, heel geschikt om iedere vonk van het betere licht bij het volk te verstikken, en toch zou u diegene van uw geloofsgenoten, die het zou wagen om daar openlijk over te spreken, als een schender van het heiligdom te vuur en te zwaard vervolgen.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Stelt u zich nu eens een eeuwige rechtvaardige God voor, Die het licht en de onveranderlijke eeuwige waarheid Zelf is en Die Zich niet laat beïnvloeden; wat zal Hij eenmaal zeggen tot zulke dienaars zoals u?!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De rechter was nog maar net uitgesproken of men hoort ook al een luid geschreeuw in de verte uit het dal. komen, en de tolgaarder begint zich van vreugde de handen te wrijven en zegt heel laconiek: 'Aha, aha, zij hebben elkaar reeds ontmoet; binnen een kwartier zullen ze al hier zijn. Nu even vlug alle pekpannen aansteken, zodat het in het dal zo licht wordt als de dag en geen van de spitsboeven ons kan ontsnappen!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Kisjonah zorgde meteen voor een grote hoeveelheid fijn linnen, en iedereen moest direkt schortjes maken, zodat 's morgens alle kinderen een schort kregen; vele handen maakten licht werk. Maar de kinderen werden snel in de grote herberg gebracht, die Kisjonah zelf wat hoger dan de tol had laten bouwen.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als Augustus u gekend had zoals ik u ken, dan zou u echt wel een ander getuigenis hebben gekregen! Maar jammer genoeg heeft hij zich door valse schijn laten bedriegen en heeft hij uw flakkerende lamp aangezien voor het licht van een zon en u daarom een voorrecht gegeven.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Faustus zet grote ogen op en zegt, zeer verbaasd over dit onverwachte getuigenis van Lydia over Mij: 'Wat, wat - wat moet ik nu horen?! Kan het dan zijn dat een hele mooie droom, die ik kortgeleden gedroomd heb, op de een of andere wijze een echte betekenis heeft? De hele hemel zag ik geopend; alles was licht, alle talloze wezens waren licht, en in de diepste diepte der hemelen zag ik blijkbaar U, mijn vriend Jezus, en alle wezens wachtten met een soort ongeduldige vreugde op Uw aanwijzing, om Uw bevelen binnen een ogenblik aan de hele oneindigheid te verkondigen!
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] U laat zich als zogenaamde gezalfde knechten van de Allerhoogste door het geestelijk doodgeslagen volk goddelijke eer bewijzen, en bovendien eist u niet op te brengen offers van het arme volk om daarvoor de poort naar Gods licht en levensrijk met ijzeren deuren en sloten te barricaderen.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Kijk, daar is nu ook jouw Styx en schipper Charon. Aan de andere zijde van de ongeveer twaalf vadem brede en wel een el diepe stroom, die eigenlijk slechts een soort vijver is en op de ondiepe plaats makkelijk overgestoken kan worden, zie je in het schemerige licht ook jouw drie rechters, een paar furiën, Cerberus en Pluto met Prosperina. Deze figuren zien er echter slechts van een bepaalde afstand zo uit, dichterbij en bij helderder licht lijken ze overal op behalve op datgene wat de menselijke fantasie van hen heeft gemaakt. -Maar nu gaan wij, zonder aan Charon veergeld te betalen, te voet over de Styx, en aan de andere zijde zullen we de Tartarus eens wat nader bekijken."
Hoofdstuk 4: De druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Wij waden op een zeer ondiepe plaats door de zogenaamde Styx en gaan door een tamelijk nauwe spleet de Tartarus binnen, die in het licht van onze fakkels maar al te gauw een schat begint prijs te geven, die nog door geen van de Farizeeën verraden was. En zo komt door Mijn toedoen alles wat nog verborgen was aan het licht.
Hoofdstuk 4: De druipsteengrot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toen boog IK Mij in de grafkelder, waarin de jonge Sarah in linnen gewikkeld lag, en zei tegen Jaïrus: "Kijk, het is nacht geworden en het lampje in het graf geeft nog maar heel weinig licht! Ga naar de bewaker van dit school en bedehuis en laat je een sterker licht geven; want als zij het leven terug zal krijgen, moet zij natuurlijk iets kunnen zien om uit het graf te klimmen."
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] JAÏRUS zegt: "O Heer, zou dat echt mogelijk zijn? De ontbinding is bij haar al in een vergevorderd stadium! Maar ik geloof dat bij God alles mogelijk is, en daarom zal ik meteen met een sterker licht terug zijn!"
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Jaïrus haast zich nu om een sterker licht te halen, dat hij echter niet zo snel kan krijgen omdat het vuur bij de huisbewaker is uitgegaan en het hem geruime tijd kostte om twee voor het vuur maken geschikte stukken hout hard tegen elkaar te wrijven tot ze begonnen te branden.
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Jaïrus verontschuldigde zich ervoor dat hij zo lang met het gevraagde licht was weggebleven.
Hoofdstuk 12: Sarah's tweede opwekking uit de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...