Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 10 van 128

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Maar het is zeker, dat nu uit de verloren zoon van het licht de afgezonderde geesten door de macht van God weer gewekt worden, en in het vlees, als kinderen van de wereld worden geplaatst. Zij krijgen de gelegenheid, net als de kinderen van boven, om zich te verheffen tot de hoogste voleinding van de kinderen van God.
Hoofdstuk 231: De ontrouw van Lucifer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Alle materie is daarom afgezonderde geest, die als ziel in de geest van ieder mens tot het eeuwige leven wedergeboren kan worden. Als echter uit de materie van een wereld alle afgezonderde geesten bevrijd zullen zijn, dan is zo'n wereld ook helemaal aan haar einde toegekomen.
Hoofdstuk 231: De ontrouw van Lucifer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De materiewereld bestaat daarom voor ruim twee derde deel uit zielen, en één derde deel is omhulsel zonder ziel, als drager van de eerst afzonderlijke, en vervolgens steeds meer verzamelde, en tenslotte reeds heel concrete en rijpe zielelevens. De materie der omhulsels, of de vaste vorm aangenomen hebbende wil van God, is derhalve een verlossingsinrichting, waardoor de door de val van satan meegevallen afgezonderde geesten volgens de bestaande orde weer een volkomen zelfstandige vrijheid kunnen bereiken, -hoewel natuurlijk via een langere weg dan het tijdens de eerste periode zou zijn geweest.
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar omdat de tijd God niet van de wijs brengt en Hij er ook geen last van heeft, omdat Hij de uiteindelijke verwerkelijking van Zijn grote Ideeën steeds als in het heden voor Zijn alziende ogen heeft - of de tijd nu kort of lang duurt -, daarom zijn voor God duizend jaar als één dag of als één moment. Een aarde kan dan wel, tot aan de volle ontbinding van al de in haar hulsmaterie ingesloten geesten, méér jaren nodig hebben dan het onuitsprekelijk grote aantal fijne zandkorrels dat haar gehele wezen zou kunnen vullen, zo'n tijdsduur is bij God tenslotte toch ook niets meer dan één kort ogenblik.
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Daaruit volgt dan ook als vanzelf dat geen ding dat ooit door God in wat voor bestaan dan ook is geplaatst, ooit kan vergaan en vernietigd kan worden. Het kan wel van vorm veranderen en van minder edel steeds edeler worden, of ook omgekeerd, zoals wij dat in het geval van de eerstgeschapen geesten hebben gezien; maar vernietigd kan er niets worden wat God eenmaal tot aanzijn heeft geroepen. - Zeg Mij nu, Cyrenius, is het geheel je nu wat duidelijker?"
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar houden wij erover op; want het zou nutteloos zijn daaraan nog meer woorden te verspillen, omdat er nog heel veel andere dingen zijn waarover wij uitleg zouden willen krijgen, dan het vaststellen van een 'maatstaf, waarmee de zwakke mensengeest de Goddelijke wijsheid zou kunnen meten. De liefde is duidelijk belangrijker dan alle nog zo belangrijke wijsheid van mensen en geesten.
Hoofdstuk 233: Over het weten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JULIUS zegt dan weer: "Ik ben het helemaal met je eens; men heeft jullie in Genezareth blijkbaar onrechtvaardig behandeld, en dat zal goedgemaakt worden. Maar men zou jullie niet zo hard aangepakt hebben als jullie in het huis van de daar wonende waard Ebahl niet zo dictatoriaal waren binnengedrongen! Maar laten we dat maar laten rusten, want ook voor dat gedrag kunnen jullie van de tempel wel dwingende voorschriften hebben. Maar ik zou nu toch zo, als vriend van de goede zaak, wel eens willen horen met welke bedoeling jullie dan oorspronkelijk door de tempel naar Nazareth en Kapérnaum gezonden zijn."
Hoofdstuk 237: De tweestrijd der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Zelf heb ik reeds verscheidene werelden met kleine zonnen geschapen en ze zelf geheel bevolkt. En al deze werelden zijn meestal beter van alles voorzien dan deze aarde van jullie. Alles plant zich daar net zo voort als hier en de geesten kunnen daar net als hier een grote volmaaktheid bereiken. En waar.om zouden zij dat ook niet kunnen? Uiteindelijk komt toch iedere geest uit God, evenals de kiemen van de toekomstige gewassen nu al verscheidene miljarden malen uit de kiemen der eerdere zaden gereproduceerd zijn.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Want zie, in Gods grote schepping staat niets stil, net als de tijd op aarde die ook nooit stil staat! De geesten maken steeds zichtbaar grote vorderingen en omdat in het rijk van de zuivere geesten voortdurend zo'n grote vooruitgang wordt geboekt, mogen de onsterfelijke schepsels op de hemellichamen niet achterblijven, om niet te ver bij het rijk der geesten achterop te raken.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Het duurt nog vijf uur tot de morgen en zo lang moeten de vijf hoofdmisdadigers het uithouden! Men kan en mag hen geen ogenblik kwijtschelden! Als de bewakers de laster echter niet kunnen verdragen, moeten zij zich terugtrekken zodat zij die niet horen; want geen van de misdadigers zal daardoor ontsnappen en zijn stevige boeien los kunnen maken. Daarvoor sta Ik in! De zeven politieke gevangenen hebben het niet zo moeilijk en zijn rustig, die kunnen met de bewakers wat meer hierheen gehaald worden en morgen zullen we met hen geen moeilijkheden hebben. Maar de roofmoordenaars zullen ons allen nog genoeg te doen geven. Laat het zo gebeuren, want slechts door de grote kwelling kan de ziel van de slechte roofmoordenaars meer en meer bevrijd worden van haar satanslichaam en diens zeer kwade geesten. Zonder die vrijmaking valt er aan genezing helemaal niet te denken." ..
Hoofdstuk 4: De nieuwsgierigheid der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Ja, heil aan de gehele wereld en genade van boven en de naam van onze Heiland, die Jezus heet, zij hoog geprezen! Voor deze naam moeten in de toekomst alle volkeren der aarde, alle engelen in de hemelen en alle, alle geesten onder en boven de aarde hun knieën buigen!"
Hoofdstuk 20: Voorbereiding voor de genezing der misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Wanneer de VIJF vrij zijn, werpen zij zich voor Mij op de grond en roepen: "O, almachtige zoon van David, nu U ons al zover gered heeft, red ons dan helemaal van de eeuwige ondergang! De lichamelijke dood vrezen wij niet, maar wel de eeuwige ondergang! Want in deze nacht leden we niet alleen lichamelijk verschrikkelijke pijnen, maar wij werden ook nog gekweld door visioenen van de verdoemde geesten in de hel! Wij smeken U daarom, ons voor onze misdaden honderd jaar lang op deze aarde in onze slechte lichamen te kwellen, -maar ons te bewaren voor de verschrikkelijke, eeuwige kwellingen en pijnen van de hel die te verschrikkelijk zijn om te beschrijven!"
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Op dit krachtige bevel van Mij verlaten de kwade geesten hun lichamen en smijten de vijf op een verschrikkelijke wijze op de grond.
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar de geesten treuzelen nog en smeken om genade en medelijden, met de verontschuldiging dat het in hun aard lag om slecht te zijn.
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Dan klinkt er een daverende knal, rook en vuur komen uit de aarde en een in een oogwenk ontstane spleet verslindt het ellendige ongedierte. Want de uitgedreven geesten zagen er voor de aanwezigen uit als koolzwarte slangen, die nu gezamenlijk door de vurige scheur in de aard.~ werden verslonden, hetgeen de aanwezigen zo deed schrikken dat Zij begonnen te rillen.
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...