Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 10 van 91

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Zolang de in de gevormde materie verbannen geesten en natuurzielen niet beledigd worden; rusten zij alsof zij dood zijn en laten veel uit zich maken en vormen. Maar als ze eenmaal te veel uit hun voorgeschreven rust worden gewekt, wee dan degene, die zich te dicht in hun buurt bevindt!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De aanwezigheid van de geesten in de materie is echter gemakkelijk vast te stellen. Als zij tot buitengewone activiteit gedwongen worden, zullen jullie altijd, al naar gelang de kracht en sterkte der geestelijke activiteit, lichtstraling zien. Hoe sterker het licht, des te krachtiger is de activiteit van de in die materie actief geworden geesten.
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Zo is alles dus nu zoals het zijn moet en het hangt nu alleen van ons mensen af, de aanbevolen levensmiddelen heel nauwgezet te gebruiken, en dan is het grote, dubbele doel bereikt, namelijk: Het kind heeft zijn eeuwige, heilige Vader herkend, het ziet Hem met liefdevolle ogen en verheugt zich buitengewoon over Hem, en de Vader verheugt Zich er ook buitengewoon over dat Hij nu niet meer alleen is, maar in het stralende midden van Zijn kinderen, die Hem kennen, loven, boven alles liefhebben en steeds opnieuw Zijn wondere werken met verbazing aanzien, zeer bewonderen en Zijn oneindige macht en wijsheid prijzen! En zowel voor de Schepper als voor het schepsel moet dat een overvloeiende bron van zaligheid zijn! - Heb ik nu fout of goed geoordeeld?"
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] IK zei: "Voor het levend maken van deze negen is dat zeker niet nodig; maar omdat zij meteen daarna hier weg zullen gaan, moeten zij lichamelijk ook op krachten komen en dat gebeurt door hen eerst wijn in de mond te gieten. Deze wordt door de smaak en tongzenuwen opgenomen en zo ook doorgegeven aan de andere levenszenuwen. Als deze negen straks levend worden, heeft hun in het lichaam teruggekeerde ziel reeds een gesterkt werktuig dat zij meteen voor van alles gebruiken kan. Zou deze voorafgaande versterking echter worden nagelaten, dan zouden de opnieuw levend geworden mensen hier enige tijd moeten blijven om krachten op te doen voor het gebruik van hun ledematen. Tevens zorgt deze voorafgaande versterking bij de betrokkenen voor een goede smaak in de mond, hetgeen wel nodig is, omdat de geur van het troebele water hen na de opwekking zo onpasselijk zou maken dat ze daar nog lange tijd last van zouden kunnen hebben. -Nu weten jullie dat ook; hebben jullie nu nog de een of andere wens met betrekking tot deze zaak?"
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Heb nog wat geduld tot zij nog voor de derde maal wijn in de mond gegoten krijgen, waarna zij dan voor het opnieuw levend worden voldoende reservekracht zullen hebben!"
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Volgens mijn berekening en volgens de berekening van Johannes zullen zij, gerekend vanaf nu, binnen veertig jaar helemaal rijp zijn voor de vernietiging, en u zult dan geheel Judea en geheel Jeruzalem opnieuw moeten veroveren en hun broeinesten grondig moeten verwoesten. Maar vóór die tijd zal er gewapenderhand weinig of niets tegen hen ondernomen kunnen worden, behalve dat wat ik u voorheen heb aangeraden. U kunt hun te gelegener tijd laten vragen hoe die bepaalde zaken liggen. Als zij echter meteen klaar staan met hun uitleg, doe dan zoals ik u gezegd heb, anders kan het slecht aflopen!"
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Welke macht Zijn woord heeft, daarvan heb je nu de nog naakte bewijzen voor je! Deze beide meisjes waren toch zo volkomen dood dat wel niemand daarover ook maar enige twijfel kon hebben! Hij zei slechts: 'Sta op!', - en de beiden richtten zich op en leven nu als opnieuw geboren, vernieuwd en gezond en zijn volkomen helder bij bewustzijn. Het zou alleen wenselijk zijn als beide lieve kinderen kleren zouden krijgen! -Maar ik weet wat ik doen zal! Bij ons Perzen zijn een paar vrouwen die drie stel kleren bij zich hebben. Daarvan kan elk er een ter beschikking stellen en dan zijn deze beiden geholpen!"
Hoofdstuk 26: De opwekking van de twee verdronken meisjes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Volgens de wet van het leven kun je alle deeltjes van een geheel verdelgen, verwoesten of zelfs vernietigen zonder dat het veel uitmaakt. Wat vrij moet worden, moet ook reeds in zijn eerste ontwikkeling vrij zijn! Ook al misvormt het zich in zijn vrije innerlijke bestaan geheel en al, dan kan het toch 'de wet van het moeten' waaronder het valt niet opheffen. Want binnen de vorm blijft steeds de kiem bewaard, die weer opnieuw in de juiste orde uitbot, dat wat in de vrije levenssfeer bedorven is weer vastpakt en in de juiste orde terugbrengt.
Hoofdstuk 34: De wet van gij moet en gij zult. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Vervolgens zeg IK tegen de vele omstanders: "Dit werk is nu ook klaar! Laten wij deze plaats thans verlaten en aan de tafels gaan, waarop reeds een goed klaargemaakte ochtendmaaltijd op ons wacht! .Want als WIJ hier zouden blijven, zouden wij de opnieuw ontwaakten maar in de war brengen en zij zouden denken dat er iets buitengewoons met hen aan de hand was. Als zij echter niemand in hun omgeving zien, zal het hun voorkomen alsof zij door de storm van gisteren helemaal verdoofd en uitgeput op deze heuvel zijn ingeslapen en nu op de ochtend van deze eerstvolgende dag na de sabbat van gisteren weer uit de diepe slaap zijn ontwaakt! Dan zullen zij, zonder zich ook maar om ons te bekommeren, rustig opstaan en naar huis gaan, waar zij natuurlijk met buitengewone blijdschap ontvangen en gesterkt zullen worden."
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Als dienaar moest ik wel gehoorzamen, hoewel ik maar al te zeer besefte dat Johannes met deze hulp slecht gebaat was. Vanaf dat ogenblik kwam Herodias bijna dagelijks in het huis van Herodes en zij verstond het als geen tweede zijn genegenheid voor haar aan te wakkeren. Dat kwam al gauw de slechte tempelpriesters ter ore en zij trachtten de vrouwen voortdurend om te praten. Zij beloofden hun veel goud als zij Herodes bij gelegenheid zover wisten te krijgen dat.hij Johannes, die zoveel volk van de tempel had afgetroggeld, het levenslicht uit zou laten blazen. De oude zwoer bij de tempel dat zij hiervoor zou zorgen en niet zou rusten aleer de waterprofeet gevallen zou zijn! Het lukte de jonge vrouw nu ook steeds Herodes te beletten Johannes te bezoeken en opnieuw raad bij hem te halen. Ik als dienaar durfde Herodes ook niet aan de woorden van Johannes te herinneren omdat ik maar al te goed wist wat voor tiran hij is als zijn hart door hartstocht gegrepen wordt.
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Na verloop van ruim een kwartier begint ZOREL, die overigens vast en met dichtgeknepen ogen slaapt, als volgt te spreken: "O God, o God, wat ben ik toch werkelijk een miserabel, slecht mens en wat een eerlijk, rechtschapen mens zou ik kunnen zijn, als ik het maar zijn wilde. Maar de vloek van de zonde, en van de leugen en de hoogmoed, die beide de eigenlijke hoofdzonden zijn, ligt nu juist daarin, dat zij zichzelf steeds weer opnieuw verwekt en zich vermeerdert als het gras op de aarde en het zand van de zee!
Hoofdstuk 48: Zorel komt tot zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Waar jullie licht, vuur en warmte zien, daar is ook de mens, hetzij al gereed of in een beginstadium. Miljarden licht-, vuur en warmteatomen verpoppen zich en brengen vormen voort. De afzonderlijke vormen gaan opnieuw samen en verpoppen zich in een grotere vorm, die de menselijke vorm al meer benaderden ontwikkelen zich daarin tot een wezen. Dit wezen produceert nu al meer vuur, licht en warmte, waardoor echter een grotere behoefte aan een hogere en meer volmaakte vorm ontstaat. De vele vormen die op zichzelf reeds volmaakter zijn, verscheuren eveneens hun omhullingen, voegen zich samen en verpoppen zich door de substantie van hun wil wederom in een hogere en volmaakter vorm. Dat gaat zo door totdat de mens voltooid is, en daarna ontpopt de mens zichzelf tot de toestand waarin ik mij nu bevind en waarin hij dan volledig gelijk is aan het Oervuur, het Oerlicht en de Oerwarmte. Dat alles nu is God, die ik nu onafgebroken zie in Zijn Oerlicht, met in Zichzelf het volle vuur en de volle warmte, en dat alleen is het wat van eeuwigheid tot eeuwigheid het wezen van God uitmaakt.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Daarom is de mens éérst mens uit God en dán pas mens uit zichzelf. Zolang hij alleen uit God is, lijkt hij op een embryo in het moederlichaam. Pas wanneer hij uit zichzelf een mens wordt volgens Gods ordening, is hij een voltooid mens, omdat hij daardoor pas tot een waar evenbeeld van God kan worden. Als hij dat heeft bereikt, blijft hij eeuwig als een god en is zelf een schepper van de verdere werelden en wezens en mensen geworden. Want het is wonderlijk dat ik nu al mijn gedachten, gevoelens en wensen kan zien en mijn wil vormt het omhulsel van hetgeen ik gedacht en gevoeld heb! Kijk, zo gaat het scheppen steeds opnieuw door!
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Kijk nu eens naar deze aarde, dan zie je ogenschijnlijk niets dan een er als dood uitziende materie. Weliswaar zie ook ik nu die dood lijkende vormen van de materie, maar ik zie daarin nog veel meer dat jij nooit met je ogen kunt zien. Ik zie daarin de in de materie gebonden verbannen geestelijke dingen en wezens en voel hun streven, en zie hoe zij steeds verder voortschrijden met hun innerlijke ontwikkeling en de betere en gerichtere vormgeving en ontploo11ng van hun doelmatige vormen, en ik zie eveneens talloze geesten en kleine geesten die onophoudelijk in de weer zijn, als het zand in een Romeinse uurmeter. Van rust is geen sprake en uit hun onophoudelijke bezigheid ontstaat de gehele doelmatige ontwikkeling van al het leven in de natuur .
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Waar de slechte, zogenaamd wijze mensen zelf niet genoeg wetten hebben kunnen bedenken om de mensheid onder druk te zetten, stelden zij denkende en zeer spitsvondige leiders aan, die, rondgaande met in extase vertrokken gezichten, met veel zelf verzonnen godenwetten te voorschijn kwamen om daarmee de arme en zwakke mensheid opnieuw te plagen. Daarbij bedreigden zij hen op de belachelijkste manier met verschrikkelijke, eeuwige straffen en beloofden zij hoge beloningen, natuurlijk pas na de lichamelijke dood, waar je goed kunt belonen omdat de doden niets meer nodig hebben.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...