Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 10 van 90

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Wie in het hart volgens Uw leer door de daad is gevormd voor het hemelrijk, heeft geen Mozes en geen profeten meer nodig!'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ahab zegt: 'Maar toch alleen maar Mozes en de profeten zonder de zeker gedeeltelijk misvormde staatswetten, de onnutte godsdienstbepalingen, die nu nergens meer goed voor zijn, omdat we ons wat de staat betreft toch zonder meer onderwerpen moeten aan de Romeinse wetten!?'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Daarop vraagt een Griek: 'Moeten we dan onze knie weer voor de opgeblazen Farizeeën buigen en hun oude onverteerbare zuurdeeg vreten? Vriend, u bent weliswaar een groot meester vol goddelijke kracht en macht en u bent goed, wijs en rechtvaardig, maar nu verlangt u iets zeer onzinnigs van ons. Tot Mozes hoeven we niet terug te keren - heel eenvoudig, omdat we hem daadwerkelijk nog nooit verlaten hebben, en de God der Joden is ook de onze in onze harten; de uiterlijke naam Jood of Griek zal toch hopelijk geen afbreuk doen aan de wijsheid van God?! Maar voor ons is het toch een goede beschutting tegen de onafgebroken vervolgingen en pesterijen van de Farizeeën! Waarom zouden we dan weer Joden en geen Grieken heten?!
Hoofdstuk 187: Jood of Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De Griek zet grote ogen op na die uitleg en zegt: 'Meester, nu begrijp ik het! Dat kan alleen maar een God en geen mens weten. U bent Zelf God, of minstens Gods zoon en niet de zoon van een mens zoals wij ! Daarom zullen wij ons weer op de tempel richten, maar niet onder de tuchtroede van de Farizeeën, maar helemaal vrij! Maar deze Farizeeën moeten weg; want ze hebben ons te veel bedrogen en ons vrijwel al ons bezit ontnomen, geestelijk en lichamelijk! In naam blijven we dus Grieken, maar in waarheid in ons hart volmaakte belijders van Mozes en de profeten! We zullen ook jaarlijks naar Jeruzalem gaan en de tempel bezoeken; en als die afgesloten wordt, dan blijft de vreemdenzaal nog voor ons open, die toch ook bij de tempel behoort.'
Hoofdstuk 187: Jood of Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Al zou Ik het u willen zeggen, dan zou u het toch niet aannemen; want de driedubbele doek van Mozes hangt ook voor uw ogen, opdat u niet zou merken, wie degene is, die nu met u spreekt! Als u Hem zou kennen, dan zou U zo'n vraag nooit stellen; maar omdat u Hem niet kent, daarom vraagt u zoals u vraagt!
Hoofdstuk 222: De vijf Farizeeën. (5.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Dan zegt Borus, de dokter uit Nazareth die van geboorte een Griek was: ' Ah - hinc ergo illae lacrimae?! (hetgeen betekent: Daarom huil je dus!) Luister! Ik ben, zoals u allemaal wel weet, een Griek en heb dus met uw theologie niets te maken, hoewel ze mij beslist niet onbekend is. Het zij verre van mij, om uw Mozes en al de andere door uw voorouders mishandelde profeten af te keuren; want hun leringen en vermaningen zijn beslist niet anders dan die, welke mijn beste vriend Jezus u ingeprent heeft, en zij zijn daarom ook vol waarheid en vol goddelijke geest.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Vergelijk uw voorschriften alleen maar eens met de profeet Jesaja en neem daarbij voor waar aan, dat Jehovah, Mozes en de profeten toch een beetje meer moeten betekenen, dan een fabel ten bate van uw hebzucht en uw goede leventje, dan moet u toch zelf wel terugschrikken voor het schreeuwende onrecht dat u op de heilige plaats begaat!
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] U brengt het volk de kennis over een God bij waaraan u zelf nooit hebt geloofd; want als u in een God geloofde, aan Jehova, die Mozes u duidelijk heeft verkondigd, en waarin uw voorouders levendig geloofd en waarop ze gehoopt hebben, dan zou u met de almachtige God niet de honendste spot en de brutaalste schande bedrijven!
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Heer, waarom heeft U ten tijde van Abraham de tien steden met Sodom en Gomorra zo zwaar bestraft, -terwijl hun inwoners, behalve voor wat betreft hun verkeerde vleselijke lusten, toch blijkbaar engelen waren vergeleken bij deze booswichten, waarvan er nu in het hele Jodenland meer zijn dan het totale aantal inwoners van de tien steden!?
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Dan zeggen de elf: 'Heer, wij hebben er nog één achter Chorazin, waarin oude schatten bewaard worden, die ten tijde van de Babylonische ballingschap uit de tempel en uit andere godshuizen daarheen gebracht zijn. Tot in onze tijd wist niemand iets daarvan; maar wij jaagden ongeveer zeven jaar geleden op korhoenders en wij zochten bijen en honing in het bos. Toen vonden wij na ongeveer dertig veldwegen gaans, al bijna helemaal op het Griekse gebiedsdeel, waar zich een middelmatig gebergte verheft, een plaats waar de honing en de was letterlijk over een vier mans hoge en loodrecht steile wand naar beneden liep. Bovenaan de wand was een opening te zien zo groot, dat een knaap van ongeveer twaalf jaar daarin rechtop zou kunnen staan.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als een moeder de door Mozes als onrein aangegeven spijzen eet, dan moet ze het kind niet zogen, maar het door een ander laten zogen die reine spijzen gebruikt, anders zal ze met het kind veel zorgen krijgen.
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarom hebben de Joden reeds vanaf Abraham, voornamelijk van Mozes, wettelijk voorgeschreven gekregen wat de reine dieren en de reine vruchten zijn, en allen, die zulke wetten nauwkeurig volgden, hadden nooit zieke kinderen en bereikten zelfs een hoge ouderdom en stierven gewoonlijk aan ouderdomszwakte.
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Bovendien hebben alle profeten, ieder op gelijke wijze, in een steeds eendere geheime beeldspraak gesproken en geschreven, en wie niet uit hun school kwam, kon hen onmogelijk verstaan! Ik ben weliswaar een Griek; maar daarom ken ik jullie Schrift wel en ook Mozes en al jullie profeten! Wie die woord voor woord begrijpt, moet echt wel van goeden huize zijn!
Hoofdstuk 15: Philopolds getuigenis over de godheid van Jezus.(17.8.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Natuurlijk zegt U: 'De bok, die Mozes en Aäron voorgeschreven hebben, wordt tot op dit uur ieder jaar belast met de zonden van geheel Israël, vervolgens geslacht en in de Jordaan geworpen!' (Lev. 16) O gij blinden! Wat kan de bok er aan doen, dat u steeds maar door zondigt en u zich in uw hart niet verbetert?
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Het lichaam reinigt men, als dat nodig is, een, twee, of driekeer op een dag, en men reinigt de kleren als ze vuil zijn; want dat heeft Mozes voor de gezondheid van het lichaam geboden. Zo bedekt men ook de graven met een handdikte tichelleem en maakt deze leemafdichting, als ze droog is geworden, enige keren wit met goede kalk, opdat er geen scheuren in komen, waardoor vooral in de eerste jaren van de rotting de schadelijke dampen gemakkelijk op zouden kunnen stijgen en allerlei schadelijke ziekten aan mensen, dieren en planten aanrichten.
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...