Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

851 resultaten - Pagina 10 van 57

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Volgens de Oud-Egyptische taal betekent Zo of Za ongeveer hetzelfde als 'voor', dia of ook wel diaia 'werk' en kos 'een deel' of ook wel 'de deling'. Juist vertaald betekent Za diaia kos (ook wel kose) letterlijk: voor het werk de deling of: Indeling van het werk.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie een arme opneemt in Mijn naam, neemt Mij op en het zal hem op de jongste dag vergolden worden. Wie een wijze opneemt terwille van de wijsheid, zal ook het loon van een wijze oogsten. Wie een dorstige ook maar een beker water geeft, zal in Mijn rijk met wijn vergolden worden.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Na deze woorden viel Helena letterlijk in een liefdessluimer en hield Mijn hand vast aan haar borst gedrukt, hetgeen Jarah haast wat pijn begon te doen, omdat Ik tijdens het gesprek met Helena niets tegen haar had gezegd. Maar toen Ik haar vriendelijk aanzag, ging de pijn meteen weer over .
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Mathaël en Helena werden door de plechtige vertelling van de oude Ouran zo ontroerd, dat ze hun tranen niet konden bedwingen, en MATHAËL zei aan het eind van Ouran's verhaal: "Dat is toch wel het meest onbegrijpelijke van het onbegrijpelijke, dat Hij, die geestelijk het hoogste goddelijke wezen is, met ons mensen spreekt en omgaat alsof Hij niet de Heer der oneindigheid is, maar een mens zoals wij, als een beste vriend met zijn beste, vertrouwdste vriend, ja, als een echte broeder met zijn broeder. Kortom, Hij laat letterlijk met Zich spelen, en toch is iedere beweging van Zijn handen, iedere stap van zijn voeten en ieder heel onbelangrijk klinkend woord uit Zijn mond een overgrote les in wijsheid. Zijn daden getuigen van Zijn onbetwistbare goddelijkheid, en alles wat Hij doet, lijkt al eeuwen van te voren bepaald te zijn om het beste resultaat te bereiken. O, je zult binnenkort nog veel zien, horen en beleven!"
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Het was echter geen gemakkelijk karwei zo'n steenbok te vangen en vaak ging er een steenbokseizoen voorbij zonder dat men er één te pakken kreeg. Als in een gunstig seizoen echter een aantal steenbokken gevangen werd, was dat letterlijk een triomf voor heel Egypte! Want van zo'n steenbok gebruikte men alles als een wonderbaarlijk geneesmiddel, en een minimale hoeveelheid was al voldoende om alle ziekten te genezen. De koning van Egypte beschouwde de horens als de grootste en kostbaarste sieraden, nog waardevoller dan goud en edelgesteente. Ja, in de oertijd werd de rijkdom van een Varaon zelfs afgemeten aan het aantal steenbokhorens. Later droegen ook de opperpriesters vergulde horens als teken van hun buitengewone wijsheid.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Heeft u het snelschrijven van Raphaël niet gezien?! Is dat, als u dat ook maar een beetje serieus neemt, niet in tegenspraak met de gewone natuurwetten, terwijl u het toch met eigen ogen heeft gezien?! Kunt u beredeneren dat dat onmogelijk is?!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De OVERSTE zegt: "Edele heer en gebieder, wat u ons nu hebt verteld, zijn wij langs geheime wegen ook al te weten gekomen, en ik persoonlijk ben het daar helemaal mee eens. Maar neemt u daarentegen de scheppingsgeschiedenis van Mozes, dan valt daarin geen spoor te ontdekken van alles wat u mij nu hebt uitgelegd en wat mij al twintig jaar bekend was.
Hoofdstuk 139: Cyrenius geeft uitleg over aarde en maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Sommigen zeggen weliswaar: dat, wat Mozes zei, heeft een heel andere betekenis en slaat op iets geheel anders dan wat er letterlijk staat. Ook dat geef ik, wat mij betreft, heel graag toe. Maar hoe zou dat de brede laag van de bevolking, die niet pas door ons, maar reeds door onze voorouders zo dom mogelijk werd gehouden, zonder nadelige gevolgen bijgebracht moeten worden?! Ten eerste ligt de geestelijke betekenis zo diep verborgen dat men die waarschijnlijk zelf met duidelijk genoeg kan ontdekken en ten tweede is het de vraag, hoe men een erg achtergebleven, dom, zeer bijgelovig volk, waaraan alle elementen van de hogere wetenschap nog onbekender zijn dan de noordpool iets moet bijbrengen waarvan men, eerlijk gezegd, zichzelf nog nooit een heel duidelijke voorstelling heeft kunnen maken!
Hoofdstuk 139: Cyrenius geeft uitleg over aarde en maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Nauwelijks hadden de Joodse, priesterlijke spitsboeven dat gezegd, of er kwam al letterlijk een wolkbreuk van gevraagde offers! Dat zagen ónze priesters, die eveneens niet op hun achterhoofd gevallen zijn en zij gingen op zoek, of zij hun volk met een handige zet óók niet konden bewegen tot zulke royale offers. Ook zij vonden in de oude leer der goden iets dat hen goede diensten verleende om te laten offeren. Zij lieten Apollo verliefd worden op de een of andere nieuwe Daphne en met haar een onderonsje hebben. Dat had zijn vijand, Pluto, meteen in de gaten en die stal intussen de zon, waardoor Gea, Apollo en zijn nieuwe schone zich meteen in de vreselijkste narigheid bevonden! Dat daaruit een afschuwelijke godenoorlog moest ontstaan kon iedere Griek en Romein wel begrijpen! Misschien, als de machtige Zeus eens goed benaderd werd met offers en smeekbeden, dat hij dan deze gevaarlijke situatie nog kon bijleggen! Dit idee bracht ónze priesters ook behoorlijk wat op, maar lang niet zoveel als het goddelijke gericht dat door de Jóódse priesters aan hun schapen werd verkondigd.
Hoofdstuk 140: Alarmerende berichten uit Caesarea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De boodschapper neemt dit aanbod heel graag aan omdat hij al erg hongerig en dorstig was, en Cyrenius wenkt slechts naar de aanwezige Julius, die al weet wat er moet gebeuren omdat hij ook het hele relaas van de boodschapper mee heeft aangehoord.
Hoofdstuk 140: Alarmerende berichten uit Caesarea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als het zwarte gezelschap inclusief de overste dat hoort, wordt het hun en hem wat zonderling te moede en de OVERSTE neemt het document, geeft het aan de spreker en zegt: "Hier, pak aan en breng het weg. Wij zijn verloren, want hiermee is onze laatste hoop in rook vervlogen!"
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Wel, de zon is ook, net als onze aarde, een bewoonbare en ook geheel bewoonde wereld. Alleen is zij duizendmaal duizend keer groter dan onze aarde die, zoals u ziet, toch ook niet klein is. Maar het licht dat van die grote wereld afkomstig is, ontstaat niet op de bewoonde zonneaarde, maar op een haar geheelomgevende luchtlaag met een spiegelgladde oppervlakte. Deze wekt in de eerste plaats, door wrijving met de haar aan alle kanten omgevende ether, voortdurend een onvoorstelbare hoeveelheid onnoemelijk krachtige lichtenergie op en neemt in de tweede plaats, op haar enorme, bolle oppervlak het licht van aeonen zonnen op en zendt dat weer naar alle zijden uit.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Kijk eens naar welke dienaar dan ook die erg goed beloond wordt! Hij heeft vrijwel alles wat zijn schatrijke heer heeft. Hij kan de beste spijzen genieten en wijn drinken van de gastvrije tafel van zijn heer. Als zijn heer reizen maakt over water of land, neemt hij zijn dienaar mee, en waarvan de heer geniet, daarvan geniet zijn dienaar ook. Maar toch is het genieten van beiden verschillend.
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] De ochtend deed veel goeds van jullie verwachten, maar de avond schijnt bij jullie weer een zieleavond te worden! O verschrikkelijk blinde mensheid! Zo nu en dan wordt je weliswaar een beetje verlicht, maar omdat dat licht niet op de eigen grond ontstaan is, is het niet blijvend en in weinige ogenblikken neemt de nacht weer de plaats in van de zielemorgen!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HERME zegt: "Heer der heren, daar op ongeveer tien passen van deze tafel staat een man met een wonderlijk vriendelijk en tevens zeer wijs gelaat, die een meisje bij zich heeft. Het meisje, dat er erg lief en hartelijk uitziet, is met hem in gesprek en als hij wat zegt, geeft zij blijk van een onbeschrijfelijke, zalige vreugde daarover! Wie is die aardige man? Ach, wat een waardigheid straalt er gewoonweg uit zijn héle wezen! Hoe edel ziet de menselijke vorm er toch uit bij zo'n wonderheerlijke gestalte! En vrijwel iedereen kijkt naar hem! Naar zijn kleding te oordelen moet hij een Galileeër zijn! Kunt u mij iets over deze man vertellen? O goden, hoe meer ik de man bezie, hoe meer ik letterlijk verliefd op hem wordt! Ik neem het mijn vrouwen mijn drie dochters niet kwalijk als ze nauwelijks hun ogen van hem af kunnen wenden! Ik wil er wel mijn leven onder verwedden dat deze man een goed, edel en wijs mens is! Maar wie, wie, wie en wat is hij! Heer der heren, vertel mij dat en daarna gaan we meteen de spitsboeven onder handen nemen! O, die ontlopen ons in geen geval meer, we moeten echter vooral niet serieus op hun getuigenis ingaan!"
Hoofdstuk 142: Voortzetting van de rechtszaak tegen de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...