Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 10 van 403

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] De opperpriester zegt: 'Ja Heer, voor het hoogste moet de mens ook het hoogste inzetten! Wie genieten wil van het uitzicht op een hoge berg, die moet eerst de moeite en de bezwaren van het klimmen willen doorstaan. Wie oogsten wil, moet daarvoor eerst ploegen en zaaien, en iemand, die weet dat hij iets kan winnen, moet eerst iets op het spel zetten; degene, die niets waagt uit angst om te verliezen, die zal onmogelijk ooit iets winnen! Daarom, als ons Uw wegen bekend gemaakt worden, o Heer, zal het voor ons ook helemaal niet moeilijk zijn om datgene te bereiken, wat U ons eerder verkondigd hebt, namelijk -net zo volmaakt te worden als de Vader in de hemel volmaakt is!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Over al het andere wilde ik, hoe onzinnig het ook klonk, niets zeggen, maar wat moet je nu denken van die aanbevolen zelfverminking, als één van de eigen ledematen ergernis geeft; en dan ook nog het kennelijk aanbevolen nietsdoen, waarbij iemand al zijn aandacht moet geven aan een voortdurend op zoek zijn naar het Godsrijk, zonder voor iets anders te hoeven zorgen, omdat al het andere van boven gegeven zal worden!? - Laten we dat nu eens met een kleine proef van een paar maanden uittesten; gedurende die tijd moeten de mensen alles laten liggen en niet werken, dan blijkt wel of de gebraden duiven hen in de mond zullen vliegen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Na dit noodzakelijke onderhoud met Matthéus komen de andere leerlingen binnen, en daarop volgen de priesters en de andere notabelen van deze stad en zij begroeten Mij zeer berouwvol. En de voornaamste priester komt iets naar voren en zegt: 'Heer, U heeft dit huis zeer goed voor U ingericht, zodat het waardig is om U te herbergen. Salomo bouwde de tempel met veel pracht, opdat deze waardig zou zijn, om als woonplaats voor Jehova bij de mensen te dienen. Maar de mensen hebben deze woonplaats door hun vele ten hemel schreiende laster ontheiligd, en Jehova verliet de tempel en de ark en kwam naar ons op de berg, net zoals U, o Heer, eerst in de tempel was en weinig weerklank vond en toen naar ons, Uw van oudsher echte vereerders, gekomen bent. En zo zal nu geschieden, zoals geschreven staat:
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Wie kan zijn vijanden liefhebben, wie kan diegene goed doen, die hem kwaad doet en wie kan diegenen zegenen, die hem haten en slechts kwaad over hem spreken?! En als iemand iets van mij lenen wil, moet ik mij dan niet van hem afwenden en mijn oor en hart afsluiten voor zijn vraag, als ik heel goed zie dat de lener het geleende nooit terug zal kunnen geven?! Ah, dat is toch te dom! Als de luien en werkschuwen dat ontdekken, zullen ze dan niet direct naar de vermogenden gaan en net zo lang bij hen lenen tot deze niets meer hebben?! Als deze dan op die manier alles aan de niets teruggevende armen geleend hebben, en er gaat niets gemakkelijker dan dat, dan hebben ze tenslotte zelf niets meer. Dan vraagt men zich af, wie dan in de toekomst nog zal werken en van wie de armen dan nog iets kunnen lenen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als de Heer ons nu iets zuiver geestelijks vertelt, terwijl wij toch met z'n allen in het starre keurslijf van de natuurlijke orde zitten, dan kan Hij dat alleen maar doen door middel van de overeenkomstige beelden in gelijkenissen. Om deze echter goed te kunnen begrijpen, moeten wij proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De geest moet de wereld wel zien en leren kennen, maar moet er niet verzot op raken! Als hij merkt, dat de wereld hem aantrekt, moet hij er zich direkt van afwenden, omdat hij dan al gevaar loopt! En kijk, dit noodzakelijke afwenden stemt overeen met het beeld van het uitrukken der ogen; en Degene, Die ons zo'n treffend beeld kan geven, moet echt heel goed thuis zijn in alle geestelijke en materiële verhoudingen van de mensen. Volgens mij kan Diegene dit alleen maar zo weergeven, door Wiens kracht, liefde en wijsheid alle dingen geestelijk en stoffelijk geschapen zijn! Ik denk, dat U me nu wel begrepen hebt en nu zult inzien, hoe grof u zich bezondigd heeft aan Hem, Die uwen ons aller leven in Zijn almachtige hand heeft!?'
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] U kunt daarom beter niet klaar staan om de fouten van uw naasten te zien, maar het is beter inschikkelijk en geduldig met hen te zijn! En als ze in hun zwakheid iets van u verlangen, dan moet u ze niets onthouden, want zo vermeerdert zich de liefde in uzelf en evenzo in uw zwakke broeders! Als deze liefde eenmaal zowel in u als in uw broeders rijkelijk aanwezig is, dan zal het goddelijke zaad goed in u gedijen en de zwakke zal dan in zijn sterkte u welwillend aanzien en u viervoudig vergelden, wat u hem in zijn zwakheid gegeven heeft.
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] U, als Samaritanen, kunt echter gevoeglijk met de voeten beginnen, want ofschoon uw oog nu naar het goddelijke is gewend, en uw handen goed werk doen, is uw voet, of wel uw lust tot verder gaan, puur op de wereld gericht! Want u verwacht van de Messias iets geheel anders, dan wat u volgens de voorspelling van alle profeten van Hem verwachten moet! En dat is geestelijk gezien uw rechtervoet, die u afhakken moet om de juiste weg naar her rijk van God te kunnen inslaan. En daarom heeft de Heer alleen voor u ook over de rechtervoet gesproken, maar Hij heeft het niet op laten schrijven, omdat de latere aanhangers van de leer des Heren wel zullen weten, waar en waaruit het rijk van de Messias bestaat, en wat men moet doen om daarin te komen. Heeft u nog meer bezwaren?'
Hoofdstuk 44: Symbolische ogen, armen en voeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Je hebt toch ook een groot aantal gelovigen om je heen; maak hen tot je helpers, dan zal het gemakkelijker gaan. Want als er ergens een mens is, die een grote last moet optillen en daar alleen niet sterk genoeg voor is, dan neemt hij een helper. Gaat het met die ene nog niet, dan neemt hij een tweede en een derde daarbij en wordt op die wijze de last de baas. Als er al een dergelijk groot aantal gelovigen is, en hier is dat zelfs iets groter dan het aantalongelovigen, dan is daar het werk licht.
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Laat je dus nooit iets wijsmaken als er het een of ander over Mij, verteld wordt! Want degene, die tot aan het eind toe trouw en onverstoord blijft in het geloof en in de liefde, zoals Ik dat verkondig en verkondigd heb en voortdurend verkondigen zal, die zal zalig worden in Mijn eeuwig: rijk in de hemelen, dat je nu boven je geopend ziet, terwijl Mijn engelen opstijgen en neerdalen!'
Hoofdstuk 48: Heerlijke belofte voor daadwerkelijke volgers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Irhaël heeft gelijk! Wie zich stoot, die moet zich dan maar stoten en moet dan maar zijn berg beklimmen! Als hij daar niets meer zal vinden, dan zal hij vanzelf wel iets beters gaan bedenken.
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Maar het is toch ook helemaal niet nodig, dat de sabbat geheel opgeheven wordt; alleen maar het dwaze van de sabbat! God de Heer heeft onze dienst en onze eer niet nodig, want Hij heeft de wereld en de mensen zonder enige vreemde hulp geschapen en verlangt van de mensen slechts, dat ze Hem erkennen en met al hun krachten zullen liefhebben, en dat niet alleen op de sabbat, maar dag in dag uit zonder onderbreking!
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] God neemt Zelf geen ogenblik rust, maar is altijd door voor de mensen bezig en nooit voor Zichzelf, want Hij heeft voor Zichzelf noch een aarde, noch een zon, een maan en al de sterren nodig en alles wat daarin is en daaruit voortkomt. Dat heeft God allemaal niet nodig; maar al de geschapen geesten en mensen hebben dat nodig, en de Heer is dus alleen voor hen, altijd maar door onafgebroken bezig.
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Al het volk dat geloofde, at mee; slechts een nog ongelovig deel ging naar huis, want dat dacht, dat het een valstrik was. Dat kwam, omdat het merendeels geïmmigreerde Galileeërs waren, waaronder velen uit Nazareth, die Mij kenden en ook Mijn leerlingen, die ze vaak op de vismarkt hadden gezien. Zij zeiden ook tegen de inheemse Samaritanen: 'Wij kennen hem en zijn leerlingen; hij is timmerman van beroep en zijn leerlingen zijn vissers. Hij was bij de Essenen in de leer, en die zijn goed bedreven in allerlei kunsten, in de heelkunde en in buitengewone toverij. Dat heeft hij daar geleerd, en nu oefent hij zijn perfect geleerde kunst uit om de Essenen een grote aanhang en veel inkomen te verschaffen. Deze jongemannen zijn verklede en door dezelfde Essenen in de Kaukasus gekochte en welopgevoede meisjes; die konden wel eens de grootste aantrekkingskracht uitoefenen! Wij laten ons echter niet zo gemakkelijk verlokken, want we weten dat met de God van Abraham, Isaäk en Jacob volstrekt niet te spotten is. Maar voor de Essenen, die zo ongeveer van mening zijn dat hun voorvaderen de wereld geschapen hebben, is het gemakkelijk te spotten met wat voor hen niet bestaat. Zolang wij aan een God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven, hebben we die Esseense goocheltrucs niet nodig; en mocht het zijn, dat we ooit ons geloof verliezen, dan zullen de Essenen met hun slimme afgezanten zeker niet in staat zijn om dat te vervangen, maar dan zouden ze maken dat we pure Sadduceeën werden, die in geen opstanding en eeuwig leven geloven. Daarvoor behoede ons Jehova!' Met zulke opmerkingen gaan ze naar huis terug.
Hoofdstuk 47: Bij Irhaël. ledere heer heeft dienaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Tijdens de werkdag oefent de mens zich, ondanks dat hij werkt, alleen maar in de zelfzucht; want hij werkt dan voor zijn vlees en noemt dat het zijne, wat hij aan goederen en geld met werken verdient. Wie het verdiende van hem wil hebben, moet het van hem kopen, hetzij door arbeid of met geld, anders krijgt hij van niemand Iets van enige betekenis. Als de mensen nu op de werkdagen alleen voor hun zelfzucht zorgen en op de sabbat, de enige dag waarop ze zich in de werken der liefde moeten oefenen, tot de starste leegloperij gedwongen zijn, dan vraagt men zich in alle ernst af, wanneer de mensen zich dan wel in de echte godsdienst oefenen moeten of oefenen mogen, als je beseft, dat die dienst alleen maar bestaat uit het liefdevol helpen van je naaste!
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...