Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 10 van 1112

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Maar zoals God alleen maar ter wille van de mensen op deze aarde zo'n buitengewone verscheidenheid van alles wat maar mogelijk is in alle rijken der natuur heeft doen ontstaan, zo heeft Hij ook de mensen zelf in zo'n buitengewone, onafzienbare verscheidenheid zowel naar gestalte als karakter, laten ontstaan, dat je op de duizendmaal duizend mensen er moeilijk ooit twee zult kunnen vinden die als twee druppels water op elkaar lijken. Dat deed God echter ook om de mensen zich in alles en veel van elkaar te laten onderscheiden, zodat zij juist daardoor elkaar wederzijds met meer liefde tegemoet zouden komen. En om te maken dat zij elkaar steeds meer liefde zullen schenken, zijn zij ook met heel verschillende bekwaamheden toegerust.
Hoofdstuk 152: De grote afwisseling onder de schepselen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] En IK zei tegen hem: 'Ga naar buiten en zeg tegen degenen die je gezonden hebben: Wie honger heeft, laat die komen en zich verzadigen, en wie dorst heeft, laat die komen en drinken! Want wie door Mij verzadigd wordt, zal in eeuwigheid geen honger meer hebben, en wie van Mijn wijn gedronken heeft, zal nooit meer dorst hebben; want uit zijn lendenen zullen beken levend water stromen. - Ga nu naar buiten en zeg hun dat!'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] 'In dezelfde tijd (die er nu is) zul jij (Israël) zeggen: Ik dank U o Heer dat U toornig op mij bent geweest, en dat Uw toorn is omgeslagen en U mij troost. Zie, God is mijn heil, ik ben zeker en vrees niemand; want God de Heer is mijn sterkte, mijn psalm en mijn heil. Ik zal met vreugde water (wijsheid en leven) scheppen uit de bron van heil (de liefde van de Heer), en jullie volken zullen in diezelfde tijd zeggen: Dank de Heer, predik Zijn naam (woord des levens), maak Zijn werken bekend onder de andere volken, verkondig dat Zijn naam (het woord van God) zo groot is! Zing de Heer een lofzang, want Hij heeft Zich heerlijk betoond! Laat dat bekend worden in alle landen! Juich en prijs jezelf, inwoonster van Sion (de achtergebleven kennis van de joden), want de Heilige van Israël is bij je!'
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Het boek spreekt van een zeer algemene vloed, die volgens de ons toch steeds beter bekende natuurwetten volkomen onmogelijk is. Als je het de oude Indiërs vraagt, die nog oudere boeken bezitten dan wij, dan kennen die helemaal geen zondvloed van Noach. Maar wel zeggen zij dat vele duizenden jaren geleden een grote staartster heel dicht bij de aarde gekomen is. En die ster bestond puur uit water, en de aarde trok dat water naar zich toe. Daardoor werd een groot deel van het vlakke Indië onder water gezet, dat pas heel geleidelijk in de grote Indische oceaan verdween. In die tijd verdronk alles wat in de dalen woonde: mensen en dieren. Degenen die op de bergen woonden, schreven dat op, om door te geven aan kinderen en kindskinderen. Dat is een Indische en ook een Perzische sage.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] De Romein heeft jullie de ware reden gezegd waarom jullie niet willen geloven dat Ik de beloofde Messias ben. Maar Ik zeg jullie nog één keer: Wie in Mij gelooft, zal het eeuwige leven hebben, en er zullen stromen levend water uit zijn lendenen vloeien; wie echter niet gelooft, zal het eeuwige leven niet in zich hebben, maar slechts de wereldse dood en alle gericht! Maar Ik dring Mij daardoor aan niemand op, maar laat alles over aan ieders vrije wil.
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Dat hoorden ook de Romeinen, en onze AGRICOLA kwam van zijn tafel naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, ook van dit onderricht heb ik alles gehoord en het deed me heel veel genoegen dat U ons ook over dergelijke zaken inlicht! Kijk, wij zijn gewend de misdadigers in de kerkers rivier en zeekreeften te eten te geven! Deze dieren worden, wanneer ze gevangen kunnen worden, in zout water waaraan tijm is toegevoegd gekookt. Wanneer ze rood worden, zijn ze voldoende gekookt. Als ze zo klaargemaakt zijn, geeft men ze de gevangenen te eten. In het begin werden zij, zoals men weet, alleen door erge honger genoodzaakt dit voedsel te eten; maar na verloop van tijd smaakte deze kost hun erg goed, en zij werden tevens kerngezond, zagen er met de dag beter uit, en iedereen verheugde zich tenslotte op de kreeften. Degenen die hun straftijd achter de rug hadden, aten ook later vrijwel niets anders dan kreeften, als ze die tenminste konden krijgen. -Wat vindt U van die kost? Zou het raadzaam zijn dat ook andere mensen te laten eten?'
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Deze atmosferische lucht is weliswaar veel dichter dan de zuivere ether, maar bij zo'n snelheid wordt dat in de ether ook al zichtbaar. Want ook die bevindt zich nog in tijd en ruimte en is dus een stoffelijk iets, hoewel zijn oergrondstoffen vergeleken bij de verdichte stoffen van een aardse wereld vrijwel gewichtsloos zijn, zoals ook deze aardse lucht die op zichzelf altijd nog een lichaam is dat gewicht heeft - anders zou ze bij een sterke beweging niet in staat zijn de machtigste bomen te ontwortelen -, maar onder water lijkt lucht volledig gewichtsloos.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daarom zal Ik eerst de geest van ware wetenschap en allerlei vaardigheden bij de mensen opwekken en vervolgens pas de zeer reine geest van de waarheden uit de hemelen, en alle valse profeten met hun leider zullen dan jammeren en weeklagen, en al diegenen naar de hel vervloeken en op alle mogelijke manieren belagen, die hun voor eeuwig de rug toe zullen keren. Maar dat zal hun allemaal niet helpen; want de eeuwige ondergang der leugen bestaat altijd daaruit, dat zij in het gezicht van de waarheid te schande wordt, zoals het ijs, dat zich zo hard als steen voor zou willen doen, maar door de zon in water verandert, waarna het met zijn hardheid en vastheid afgelopen is.
Hoofdstuk 234: Uitvindingen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Zo is een zon in wording eerst een zuivere, flauw lichtgevende lichtether of een samengaan van talloos vele gedachten en ideeën van God tengevolge van het aan hen uitdrukkelijk ten grondslag liggende en overeenkomstige wilsaandeel uit God. Door deze wil van God die aan hen ten grondslag ligt, trekken zij het aan hen gelijke uit de eindeloze ether voortdurend naar zich toe en zo wordt de eerst flauw lichtgevende ether steeds dichter en krijgt langzaam maar zeker de dichtheid van de lucht van deze aarde. Die verdicht zich langzamerhand ook steeds meer en er zal water te voorschijn komen; maar ook dat verdicht zich langzaam maar zeker en daaruit komt modder, leem, steen en dus ook een vastere bodem voort.
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarna wendde de jongen zich met een liefdevolle blik tot Mij en zei: 'O, goede vader en wijze en machtige man, die helemaal vervuld is van de goede God en die alle macht en kracht bezit, zegt u toch ook tegen Hibram dat hij moet doen wat wij, die arm zijn, hem bij monde van mij eerlijk en openhartig hebben aangeraden, dan zal hij het des te zekerder doen, omdat ook hij reeds veel achting voor u schijnt te hebben! Als hij dat thuis zal doen, dan zalook ons land zo mooi en warm worden als dit hier, en de boze god zal dan beslist niet meer in staat zijn het water te doden en ons hele grote land met de zeer koude sneeuw te bedekken, wat voor de mensen daar het leven erg moeilijk maakt.
Hoofdstuk 39: De opvattingen van de jonge slaaf De toekomst van Rusland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar deze ether is, ofschoon hij er helemaal niet lijkt te zijn, beslist niet zo nietig als hij er voor jullie uitziet; want in die ether bevinden zich alle ontelbare stoffen en elementen in een toestand, die nog minder gebonden is dan in de zuiverste atmosferische lucht van deze aarde. Maar zij bestaan daar nog meer als vrije krachten en zijn veel dichter bij en meer verwant aan het oervuur en het oerlicht, en zij voeden de lucht van de aarde, en die voedt vervolgens het water en het water voedt de aarde en alles wat op haar leeft, beweegt en streeft. Als dat allemaal in de ether aanwezig is, is dat wel degelijk iets en geen niets, ook al lijkt dat voor jullie zintuigen zo.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Als het zaad in de vochtige aarde wordt gelegd en de uitwendige substantieel-materiële bekleding week wordt, omdat haar substantiële zieledelen beginnen overeen te stemmen met de delen die haar in het vocht van de aarde omgeven, dan begint de zuivere geest meteen een juist gebruik te maken van zijn intelligentie en wil. Hij herkent precies de met hem overeenkomende deeltjes in de aarde, in het water, in de lucht en in het licht en in de warmte uit de zon, trekt die naar zich toe en schept daarmee volgens zijn ordening datgene wat met zijn wezen overeenkomt, en zo zie je dan een plant uit de aardbodem opgroeien met steeds dezelfde kenmerkende eigenschappen. Het kruid ofwel het uiterlijk lichaam van de plant vanaf de wortel tot het hoogste punt van de stam is door de geest alleen maar voortgebracht, opdat de zuivere geest zich in de nieuwe zaadkorrels scheppend kan verveelvoudigen en zo zijn ik oneindig verveelvoudigt, hoewel de geest die eenmaal zo werkzaam is geweest, zichzelf verheft en, verenigd met de zieledelen die hij naar zich toe heeft getrokken, overgaat tot de vorming van hogere en meer volmaakte vormen en wezens.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Zo kun je eveneens een blik op de wijsheid en op de wil van God werpen, als ik je laat zien dat dit gevaarlijke meer wel van verschillende kanten toevoer heeft, maar aan de oppervlakte van de aarde geen afvoer . En waarom is dat zo ? Omdat dit meer, zoals ook sommige andere van zulke meren op aarde, ten eerste zijn water nodig heeft om het vuur dat zich eronder bevindt, te temperen, en ten tweede, omdat een bovengrondse afvoer van het pure gifwater het land tot in de wijde omtrek onvruchtbaar en onbewoonbaar zou maken; en daarom draagt de liefde, wijsheid en wil van de ware God ook zorg over hetgeen de blinde mens niet merkt en niet merken kan.
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Alle vissen en andere waterdieren gaan in het water van dat meer dood, evenals de vogels in de lucht erboven, zodat men ze dan ook maar hoogst zelden boven het meer ziet vliegen. ja, zelfs planten en gewassen van wat voor soort ook blijven noch op de bodem noch ergens aan de oevers voor langere tijd in leven; want onder dit meer bevindt zich een uitgestrekte en diep in het binnenste van de aarde gaande aardlaag, waarin grote opeenhopingen van zwavel en aardpek voorkomen, dat op bepaalde tijden ontbrandt en op sommige plaatsen - natuurlijk onder water -met groot geweld de bodem van het meer losscheurt, waarbij het vuur met geweld door en boven het water naar buiten breekt, maar al gauw weer moet doven, omdat het water in de opengereten spleet dringt en het verder branden van de zwavel en het pek belet. En al is zo'n scheur weer gedicht door het water of doordat hij zichzelf weer sluit, dan ontstaan er op een andere plaats weer nieuwe uitbarstingen, die natuurlijk op dezelfde wijze na korte tijd weer gedempt worden.
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] In de middelste grot zul je een grote hoeveelheid zout vinden; gebruik dit om de vissen te zouten die de arenden voor jullie uit de Nijl zullen halen! Leg deze op stenen platen die sterk door de zon verhit zijn en eet ze dan! Bij de uitgang van de eerste grot bevindt zich onder een grijswitte steen een bron die fris water geeft; sla de vrij zachte steen stuk, dan zullen jullie meteen een behoorlijke hoeveelheid goed drinkwater krijgen! Achtervolg geen leeuwen en panters of andere dieren uit deze streek, dan zullen zij jullie dienen, wanneer je hun dienst nodig hebt!'
Hoofdstuk 161: De innerlijke openbaring van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...