Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 10 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[8] Het verschijnsel duurde ongeveer een kwartier, en in die tijd beval Ik de om Mij heen knielende engelen terstond de machtigste bliksem, wind en regenstorm boven deze streek te gebieden, opdat Ik deze woestijn daarna tot vruchtbaar land zou zegenen!
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Daarmee stelden de leerlingen zich weer tevreden. Een paar passen verderop was echter een ruime grot. Toen de storm steeds heviger werd, de ene bliksem duizendmaal duizendvoudig op de andere volgde en de regen in stromen uit de wolken begon te storten, grepen de rovers hun lastdieren en vluchtten daarmee de grot in, terwijl Ik met Mijn leerlingen op die open plek bleef, zonder door ook maar één regendruppel geraakt te worden.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De dag van Mijn tweede wederkomst zal zijn als een bliksem, die van het oosten naar het westen hoog langs de bewolkte hemel schiet en alles verlicht wat onder de hemel is. Voordat dat zal gebeuren, zal -zoals Ik jullie al verscheidene malen heb verkondigd - de Zoon des mensen nog veel moeten lijden en geheel en al verworpen worden door dit geslacht, namelijk door de Joden en Farizeeën, en in later tijden door degenen die men nieuwe Joden en Farizeeën zal noemen.
Hoofdstuk 70: De wederkomst van de Heer (Luc. 17:22-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Het is. echt verbazingwekkend hoe weinig jullie de dingen nog begrijpen. Ik heb jullie toch al vaak genoeg uitgelegd waarom het aardse tijdstip nog niet - zoals jullie denken - tot op de dag nauwkeurig vast te stellen is, terwijl Ik jullie wel precies met zekerheid het ogenblik zou kunnen noemen waarop deze of gene berg met zijn rotsige toppen door een bliksem vernietigd wordt! Want in dat geval hebben we met gerichte materie te maken, die in alles helemaal afhankelijk is van de macht van Mijn wil; maar bij de mensen, die een vrije, zichzelf bepalende wil hebben, gaat dat niet op dezelfde name. De. reden daarvan heb Ik jullie al vaak getoond en jullie zullen die toch eindelijk eens begrijpen, en jullie moeten daarom ook niet voortdurend met dezelfde vragen bij Mij aankomen!
Hoofdstuk 71: De laatste tijd vóór de wederkomst van de Heer (Luc. 17:37) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Terwijl de Farizeeër zo nog verder wilde praten, ontlaadde zich buiten een heftige bliksem, waar onmiddellijk een geweldig dreunende donder op volgde. Toen renden de twee Farizeeën van schrik en angst naar ons toe om bij ons bescherming en troost te zoeken. Maar het duurde niet lang, of een tweede bliksem ontlaadde zich met een nog grotere hevigheid, die ook de overige Farizeeën en de schriftgeleerde naar ons toe bracht. Iedereen in het hele huis was vervuld van vrees en hevige angst en drong onze zaal binnen, en de Farizeeën kropen weg onder de tafel waar ze eerder aan hadden gegeten.
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De Farizeeën hadden dit nog maar nauwelijks gezegd, of opnieuw ontlaadden er zich een paar hevige bliksems met een luid geknetter, en één bliksem was zelfs ingeslagen in de synagoge die tegenover het huis van de waard stond en had het houtwerk, het dak en de banken, tafels en kasten in brand gezet.
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De waard zag dat direct door het raam van de zaal en zei tegen de Farizeeën: 'Sta op en ga blussen; want de laatste bliksem is in jullie synagoge ingeslagen en heeft het houtwerk in brand gezet! Kortom, de synagoge staat in brand; ga er dus heen en probeer jullie schatten en heiligdommen te redden!'
Hoofdstuk 75: Het nachtelijke onweer (7.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Daarop verdween de man en spoedig daarna zag ik een boosaardig dier op mij afkomen. Toen raakte ik in een nog grotere angst. Maar ik zag een bliksem uit de hemel komen die dat boosaardige dier trof, waarvan ik je de gestalte niet kan beschrijven. Het begon te kronkelen en te steigeren en weldra stortte het in een diepe afgrond, en ik begon mij meer op mijn gemak te voelen.
Hoofdstuk 79: De droom van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] En nu God Zelf in alle volheid van Zijn eeuwige macht en kracht en met al Zijn liefde en wijsheid lichamelijk naar de mensen toe is gekomen, zien ze dat niet en beschouwen het in hun grote blindheid en domheid als onmogelijk, terwijl bij God toch alle dingen mogelijk zijn. En omdat Hij Zichzelf nu met een lichamelijke mond en niet met bliksem en donder openbaart, houden ze nu God Zelf voor een godslasteraar en een boosaardige opruier van het volk tegen God en tegen de koningen van de wereld, die zichzelf als goden beschouwen en zich ook als zodanig door de mensen laten eren.
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als dat gebeurd is en Mijn evangelie aan de mensen verkondigd is, zij het ook door vele valse profeten, dan zullen ze ook in staat zijn om hun weten schappen en wat ze daarmee tot stand brengen geleidelijk aan te reinigen; en die zullen dan een bliksem zijn, die van zonsopgang tot zonsondergang alles wat er op aarde is helder verlicht. Onder 'zonsopgang' moet het geestelijke verstaan worden, onder 'zonsondergang' al het natuurlijke.
Hoofdstuk 91: Het trapsgewijze reinigen van de wetenschap en haar toepassingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] En zo ging de kennis van de aarde en de sterren verloren. Slechts bij enkele, zeer weinige wijzen in een verborgen uithoek van de aarde bleef ze nog bestaan; maar die durfden er bij de geheel verduisterde mensen niet mee voor de dag te komen. En zo is die kennis zo goed als geheel verloren gegaan. Maar in de toekomstige tijden zullen de mensen die weer krijgen, nog helderder dan in de oertijd, en ze zullen alles berekenen; en dat zal bij de bliksem behoren, die oplicht van zonsopgang tot zonsondergang.'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de Farizeeën dat van Mij hadden gehoord, zei de ene, die nog de beste van hen was, tegen de schriftgeleerde: 'Luister, die Galileeër heeft op zichzelf inderdaad geen ongelijk. Zijn woorden steken weliswaar als scherpe pijlen, maar hij spreekt de waarheid! Waarom heeft de bliksem eigenlijk precies onze synagoge moeten treffen? De Galileeër weet waar wij mee bezig zijn en kan dat zeer zeker geen lof toezwaaien, en hij weet dan ook heel goed dat God onze bede onverhoord zal laten. Wij zouden hem nu vriendelijker moeten benaderen, dan zou hij ons misschien toch op wonderbaarlijke wijze kunnen redden. Wie van ons kan er nu met enige zekerheid beweren dat hij niet Degene is die ons beloofd is?'
Hoofdstuk 76: De jongste Farizeeër begint de Heer te herkennen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'De aarde. Behoort Mij overal toe, en Ik weet op welke plaats Mijn wederkomst het nuttigst zal zijn voor de hele aarde! In die tijd zullen de mensen echter van het ene einde der aarde naar het andere met elkaar in verbinding kunnen treden, en wel zo snel als een bliksem uit een wolk schiet" en door gebruik.te maken van de in vuur en water gebonden geesten zullen de mensen via ijzeren wegen de grootste afstanden op aarde rijdend kunnen afleggen, en wel sneller dan de hevigste storm van het ene einde van de aarde naar het andere jaagt, en de schepen zullen met behulp van diezelfde krachten binnen veel kortere tijd over de grote oceaan varen dan nu de Romeinen van Rome naar Egypte. Dan zal ook het bericht van Mijn persoonlijke wederkomst gemakkelijk binnen zeer korte tijd over de hele aarde verspreid kunnen worden, en dus ook naar Azië.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Rafaël zei: 'Toen wij aankwamen waren jullie op het dakterras en hadden jullie je blik op het meer gericht, toen een zeer heldere bliksem uit de hemelen naar de aarde schoot, tussen de mensen die langs de oever stonden, en jullie dachten: 'O, dat moeten wel grote zondaars in Gods ogen zijn, omdat God zelfs een bliksem uit de meest heldere hemel in een ongebruikelijke tijd van het jaar tussen hen in laat schieten!' Kijk, met die eerste bliksem, waarover jullie je geweldig verbaasden en die jullie enorm tot nadenken stemde, kwam die jongeman aan, die daar nu heel minzaam naast een zeer waardige vrouw zit. Al gauw schoot er toen een tweede bliksem uit de hemel tussen de schare van de door jullie vermeende grote zondaars, beschadigde opnieuw niemand, en jullie zeiden: 'God vermaant de zondaars!' En kijk, met die tweede bliksem kwam die jongeman aan, die daar tussen de zeven mannen zit, die nog niet zo lang geleden zijn leerlingen waren. En met de derde bliksem ben ik aangekomen.
Hoofdstuk 120: De meningen van de tempeldienaren over de drie aartsengelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] Daar achter een rots hebben ze een wacht met scherpe ogen geplaatst, en die heeft nu al gemerkt dat wij noch van Herodes noch Farizeeën zijn. En die wachters verlaten nu al hun plaats en zullen weldra Zo dicht bij ons komen dat ze zich er met meer zekerheid van kunnen overtuigen wie wij zijn. Daarna zullen ze aan de verstopte bewoners van dit plaatsje vertellen dat wij geen vijanden zijn, en dan zullen de bewoners snel bij ons zijn en blijk geven van hun buitengewoon grote blijdschap, omdat Ik hen bezocht heb.'
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23