Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 10 van 458

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Ik zei: 'Daar heb je gedeeltelijk wel gelijk in; maar Ik, die wel het beste weet hoe de hele mens van nature is en waarom hij ook zo moet zijn, om een mens en geen mensendier te zijn, zeg je dat de mens alleen wat zijn lichaam betreft een heel kunstig en wijs ingerichte machine is, waarvan de gezondheid, instandhouding en gebruiksmogelijkheid niet afhankelijk is van de vrije wil van de mens, maar alleen van Hem, die die machinerie geschapen en gebouwd heeft. Wanneer er dan iets aan de machine mankeert, kan de Meester ervan door Zijn almachtige wil ook gemakkelijk helpen, zonder daardoor ook maar in het minst schade toe te brengen aan de vrijheid van kennis, geloof en wil van de mens. Maar als Ik het ook zo zou doen met de ziel en geest van iemand, dan zou de eigen levenskracht van de ziel, die bestaat uit haar vrije liefde, uit het net zo vrije denken, vorsen en kennen, uit het geloof en uit het vrije willen, zo goed als gebroken en vernietigd zijn en daarmee dan ook iedere individuele zelfstandigheid. Wat zou een ziel en uiteindelijk Ikzelf, daar dan aan hebben?
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[26] jij kunt nu nog een lichamelijke of ook een reeds lang zuivere, machtige geest zonder lichaam zijn, dat is voor mij verder van weinig belang. Maar voor mij is van belang, dat ik door een juiste levenswandel ook eenmaal datgene word wat jij nu bent en wat jij aan de zijde van de Heer en Meester zeker ook gemakkelijker hebt kunnen worden dan ik het zal kunnen; maar ik wil ook niet naar jouw hoogte opklimmen en zal met veel minder al helemaal tevreden zijn. Want stellig is het van God uit niet ieder mens gegeven om zich tot jouw hoogte op te kunnen werken; maar iedereen dient God te danken voor wat Hij hem gegeven heeft.
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Iedereen, die in Mijn naam over de hele wereld zal reizen om de volkeren Mijn leer even zuiver te verkondigen als hij die van Mij vernomen heeft, zal veilig over alle wegen en straten reizen en door geen enkele straatrover aangevallen worden. Hij zal over slangen, salamanders en schorpioenen kunnen lopen en zij zullen hem niet kunnen schaden; en als iemand vergif door zijn eten of drinken zal mengen, zal het zijn lichaam en bloed geen nadeel berokkenen. En mocht hij in hele troepen wolven, leeuwen, tijgers, panters, hyena's, beren en everzwijnen terechtkomen, dan zullen deze boze dieren hem niet alleen geen enkel kwaad doen, maar hem in geval van nood van dienst zijn; want een mens die van Gods geest vervuld is, is ook heer over de grimmigheid en toorn van boosaardige dieren, zoals hij ook heer over alle elementen is, als hij het geloof daarvoor zonder enige twijfel in zijn hart en ook in zijn ziel draagt.
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Dat zag de man zonder armen wel in, maar toch zei hij tegen de overste: 'Als die grote Heer en Meester jou zoveel macht verleend heeft om zulke kreupelen, zoals wij eerst waren, doorjouw woord en door het opleggen van jouw handen plotseling en wonderbaarlijk te genezen, wat eigenlijk toch ook overeenkomt met een volledig nieuw scheppen, dan zou het toch ook mogelijk zijn om mij mijn verloren gegane handen terug te geven; dat zou waarschijnlijk voor jou en die Meester net zo goed mogelijk zijn als het heel plotseling genezen van onze verlamde en geheel en al kreupel geworden ledematen, zintuigen en zieke ingewanden! Want kijk, ik voel mijn beide verloren gegane handen nog steeds alsof ik ze nog had, en zelfs voel ik af en toe nog als het ware een brandende pijn in mijn beide verloren gegane armen; en zodoende geloof ik dat mijn ziel de handen niet kwijtgeraakt is, ook al heeft mijn lichaam ze verloren.
Hoofdstuk 201: De genezing van de zieken van de overste der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Maar Ik zei: 'Omdat jullie het tot nu toe hebben uitgehouden, zullen jullie ook wel in staat zijn het nog een paar ogenblikken uit te houden zonder van honger of dorst om te komen! Wacht op de warme spijs; pas als die op tafel staat, moet je eerst wat brood met zout nemen en daarna een kleine slok wijn, dan zal het avondmaal jullie sterken en fris en monter maken, maar anders jullie ledematen en ingewanden alleen maar verzwakken! De mens moet ook zijn lichaam gezond proberen te houden als hij zijn ziel van droefheid en angst bevrijd wil zien. Doen jullie ook zoals Ik het doe!'
Hoofdstuk 6: Het weerzien met Kado - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'Doe dat zonder enige vrees en bid God vóór het eten of hij voor jou en alle mensen de spijzen en de drank wil zegenen; dan zal Hij zo'n bede altijd verhoren, en ieder voor mensen bedoeld voedsel zal heel bevorderlijk voor je zijn en je lichaam waarlijk voeden en sterken! Zo zij het en blijve het!'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Als er een uiterst goede, wijze en rechtvaardige God zou bestaan, dan zou Hij dat toch ook moeten inzien en met Zijn almacht die mensen moeten tuchtigen die er de voornaamste oorzaak van zijn dat de mensen in steeds toenemende mate slechter worden, en die dat nog voortdurend zullen blijven veroorzaken tot aan het eventuele einde van de wereld en haar boze tijd. Maar de grote en machtige duivels in mensengedaante worden zelfs voor hun grootste gruweldaden vrijwel nooit zichtbaar door God gestraft, als een afschrikwekkend voorbeeld voor anderen die net zo zijn als zij, maar ze leiden helemaal vrij en ook altijd hooggeëerd een weelderig leven en kunnen bovendien nog ongestraft de ene gruweldaad na de andere begaan. Dan kan het ons in feite toch niet kwalijk worden genomen als wij beweren dat er, wanneer de situatie zo is, nooit een werkelijke God heeft bestaan of ooit kan bestaan, zoals de geschriften van Mozes en de andere profeten Hem ons beschrijven, maar dat de een of andere kracht van de aarde, die wij mensen niet kennen, onder invloed van de zon, de maan, de planeten, de andere sterren en de vier elementen ons zeer armzalige mensen en ook alle andere wezens en dingen heeft voortgebracht zonder dat zij dat wilden; en zo wordt men ongeveer op die manier in het leven geroepen door krachten van de ruwe natuur, die zich van zichzelf beslist even weinig bewust zijn als de mens zich ervan bewust is hoe zijn lichaam groeit, hoe er op zijn huid allerlei haren en het voor hem lastige ongedierte worden voortgebracht. Daarom is diegene een dwaas, die ook maar enigszins vreugde beleeft aan zijn zo ellendig geregelde en altijd vergankelijke leven en bovendien nog vol deemoed en diepste overgave aan een nergens bestaande God dankbaar is voor dat leven.
Hoofdstuk 17: De verontwaardiging en goede bedoeling van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Degene bij wie Ik nog allerlei leed en rampspoed toelaat, help Ik op de juiste tijd; degene die Ik echter zijn aards trotse en zwelgend goede leventje ongehinderd verder laat genieten, draagt zijn gericht en eeuwige dood reeds in zich en dus ook overal met zich mee. Nu weet je dus ook waarom menigeen met werelds aanzien en wereldse rijkdom ongestraft verder kan zondigen en gruwelijke dingen doen tot aan de dood van zijn lichaam.'
Hoofdstuk 29: Waarom de bezetenheid van de zoon werd toegelaten (20.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als het lippengebed een goede en God welgevallige manier van aanbidden zou zijn en God dat van de mensen en engelen zou verlangen, dan zou Hij net zo zwak, ijdel en onwijs zijn als een blinde en hoogmoedige Farizeeër, die door iedereen boven alles hoog geëerd wil worden en over iedereen wil heersen. Want als een mens dag en nacht met zijn mond tot God zou moeten bidden, en wel zonder onderbreking, waar zou hij dan de tijd voor ander noodzakelijk werk vandaan halen en hoe zou hij dan zichzelf en de zijnen de noodzakelijke voeding voor het lichaam verschaffen? Helaas bestaan er onder de Joden nu een groot aantal van zulke dwazen, en die zullen ook in de toekomst bestaan, die God met vrijwel eindeloze lippengebeden aanbidden en denken dat dat een echte godsdienst is en dat God daar welbehagen in heeft, in het bijzonder wanneer dat gejammer met de lippen met allerlei ceremoniën vergezeld gaat.
Hoofdstuk 37: De voorwaarde voor een persoonlijke openbaring van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] Ik zei: 'Het rijk Gods zal zonder enige uiterlijke pracht en praal komen, en men zal niet zeggen: 'Kijk, hier is het, of daar!' ; want het rijk Gods is geen materieel, maar een geestelijk rijk, omdat God Zelf in Zichzelf de oereeuwige en zuiverste Geest is en Zijn rijk daarom ook niet voor het lichaam gegeven en op deze aarde opgericht wordt maar voor de ziel en de geest van het lichaam. De ziel en de geest zijn echter binnen in de mens en niet buiten hem; en daarom is het rijk Gods ook alleen maar binnen in de mens, en als het tot de mens zal komen, zal hij het enkel in zichzelf gewaarworden en niet buiten zichzelf.'
Hoofdstuk 67: Farizeeën en schriftgeleerden verzoeken de Heer (Luc. 17:20-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Geloof zonder te twijfelen in God, houd je aan Zijn geboden, heb Hem boven alles lief zoveel je maar kunt en je medemensen als jezelf, en geloof dat Ik de beloofde Messias ben, die als de eeuwige Waarheid, het Licht en het Leven Zelf nu in een lichaam in deze wereld ben gekomen, opdat allen die in Mij geloven en volgens Mijn leer leven, het eeuwige leven zullen hebben! Als je dat allemaal gelooft en ernaar handelt, zul je voor je ziel in eeuwigheid het ware, levende heil verwerven en behouden.
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De waard zei: 'O Heer en Meester, ik geloof dat nu vast en zonder enige twijfel; alleen heeft Mozes nog een heleboel regels en voorschriften gegeven, bijvoorbeeld dat men als Jood alleen maar bepaalde spijzen mag eten, zijn lichaam herhaaldelijk moet wassen, moet vasten, boete moet doen in zak en as, een haren mantel moet dragen, en zo nog een groot aantal voorschriften meer, die moeilijk te onthouden en derhalve nog moeilijker in acht te nemen zijn, waardoor je dan ook steeds in de angst leeft datje vol zonden bent, die je in onwetendheid hebt begaan. Hoe moet je je wat die dingen betreft eigenlijk gedragen? Is het strikt in acht nemen van alle voorschriften die Mozes en ook de andere profeten hebben gegeven een absolute voorwaarde om het goddelijke welgevallen te bereiken?'
Hoofdstuk 69: De waarde van de instellingen van de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Als Mijn brood, Mijn leer dus, door het verstand fijngekauwd ofwel als volle waarheid begrepen en opgenomen is, moet die vervolgens ook door de liefde voor de waarheid in het hart worden opgenomen en door de vaste wil overgaan in de daad. Als dat gebeurt, dan wordt het woord. omgezet. in vlees en door de ernstige daadkrachtige wil in het bloed van de ziel, dat Mijn geest in haar is, zonder welke de ziel even dood zou zijn als een lichaam zonder bloed.
Hoofdstuk 73: De Heer geeft uitleg over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Zoals de natuurlijke maag van het lichaam in gezonde, krachtige toestand allerlei rein en desnoods ook onrein voedsel in zich kan opnemen zonder schade te lijden, omdat hij door zijn activiteit al het onreine uit zichzelf verwijdert of het in iets zuivers verandert, zo doet ook de gezonde, krachtige maag, van de ziel dat, en zodoende is voor de reine mens alles rein, en zelfs de meest onreine geestelijk(e pestwalm van de hel kan hem geen schade berokkenen.
Hoofdstuk 74: De betekenis van het handelen volgens Gods woord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar nu heeft, overeenkomstig de voorspelling van de profeten, Jehova het lichaam van de mensen van deze aarde aangenomen en zodoende tussen Zichzelf als de oereeuwige geest en de mensen een beschermende wand geplaatst, opdat zij Hem zonder schade voor hun leven kunnen zien, aanraken, horen en spreken, en niemand hoeft bang te zijn dat hij door Mijn zichtbare aanwezigheid verpletterd wordt.
Hoofdstuk 85: De Heer spreekt over Zijn menswording - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...