Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 10 van 1095

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[13] Dan zegt de vrouw, terwijl ze op Mij wijst, met tranen van liefde en oprechte dank in haar ogen: 'Hier zit Hij nog! Hij alleen is nu mijn hoogste eer, een eer, die mij niet door jullie en ook niet door de hele wereld gegeven is en die mij dus net zo min afgenomen kan worden! Want Hijzelf heeft hem mij gegeven en van Hem heb ik hem gekregen! Ik weet wel, dat er niets in mijn hele wezen de moeite waard is om van Hem, de Heer der heerlijkheid eerbetoon te krijgen; maar Hij gaf het en ik nam het voor jullie en vertelde jullie van Hem, omdat je voordien niets van Hem wist. Zie, dat is het wat ik hier heb en wat je mij niet gegeven hebt, en omdat ik het nu eenmaal heb, kunnen jullie het mij niet meer afnemen, en het is een ereteken van de juiste soort en het houdt zijn waarde tot in eeuwigheid. Jullie ereteken is echter maar tijdelijk en dan nog alleen maar voor Sichar, en dat kan men missen als men het eeuwige heeft. Ik hoop dat je nu begrijpt hoe en wanneer ik mijn grootste deel van de echte eer genomen heb.'
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Onderweg ontmoette hij echter een paar zeer rechtzinnige Mozaïsche schriftgeleerden, die hem tegenhielden en zeiden: 'Vriend, het past je niet om op de sabbat zo hard te lopen; weet je dan niet, door welke dingen men zoal de dag van Jehova kan ontheiligen?'
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen hij bij Mij kwam, zei hij: 'Heer! Uw huis is helemaal in orde! Er gebeuren daar wonderbaarlijke dingen; maar op de weg hierheen, o Heer, kwam ik tussen een stel booswichten, die het nodig vonden om tegenover mij een kwaad getuigenis over U te geven. Maar hun geschreeuw hield niet lang stand! Uw engel sloeg hen op de mond en op twee na werden ze volledig stom, die twee schrokken echter geweldig en maakten dat ze wegkwamen. O Heer, dat is allemaal binnen een half uur gebeurd!' Ik zeg: 'Rustig maar, dat moest gebeuren, opdat degenen, die reeds in Mijn naam geloven, zich niet van ons afkeren! Laten we nu echter gaan en vergeet jij, Mijn beste vrouw uit Samaria, je kruik niet!' Meteen put de vrouw vers water en neemt het mee naar huis. - Zo brachten wij een halve dag door aan de Jacobsbron voor Sichar en oogstten in deze stad een tamelijk rijke oogst.
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als alles tot rust is gekomen, en alleen de vrouwen de dokter met de tien leerlingen zich bij Mij in de grote eetzaal bevinden, zeg Ik tegen de leerlingen: ' Jullie weten dat Ik in Bethabara in Galiléa toen Ik jullie aannam gezegd heb: Van nu af aan zul je de hemel open zien en de engelen Gods zien afdalen naar de aarde; en zie dat gaat nu letterlijk voor je ogen in vervulling! Alles wat je hier ziet en wat je gegeten en gedronken hebt is niet van deze aarde, maar door de engelen van God uit de hemel hierheen gebracht. Doe nu echter je ogen open, en zie hoeveel engelen er klaar staan om Mij te dienen!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Want het rijk van de Messias zal geen rijk van deze wereld zijn, maar een rijk van de geest en de waarheid in het eeuwige rijk van Mijn Vader, en daar zal nooit of te nimmer een eind aan komen! Wie in dit rijk opgenomen wordt, die heeft het eeuwige leven en dit leven zal een zaligheid zijn, die nog nooit iemand heeft gezien, waar nog nooit iemand van gehoord heeft en die nog nooit door iemand in zijn hart is gevoeld!'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Johannes, jij behoeft het niet op te schrijven, omdat Mijn leer toch al door meer mensen opgeschreven zal worden. Er is hier een schrijver, ook een Galileeër, Matthéus genaamd, die heeft voor zichzelf al veel uit Mijn jeugd opgeschreven, en omdat hij vlug schrijft, zal hij zeker alles opschrijven wat hij horen en zien zal. Breng die man hierheen; roep zijn naam en hij zal meteen volgen! Waarschuw ook de voornaamste priesters en vraag of ze komen willen, en doe dat ook met een paar van de voornaamsten, die je gisteren aan de bron gezien zult hebben. Maar roep eerst Matthéus voor Mij, want Ik wil dat ook hij ons volgt!'
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De vrouw raakt helemaal uit haar gewone doen en zegt pas na een poosje, terwijl ze zich blijft verbazen: 'Maar Heer, wat heeft U gedaan?! Heeft U dat door Uw leerlingen laten doen en heeft U ze daarvoor soms heimelijk hierheen gestuurd? Waar hebben ze dat dan allemaal vandaan gehaald? Ik weet echt wel wat ik heb, beslist geen goud en zilver, en het staat hier vol met dit metaal! Een kristallen beker, zoals deze hier, heb ik nog nooit gezien, en er staan er hier honderden, die per stuk zeker dertig zilverlingen waard zijn. Deze wijn, dat eten en die vruchten, het mooie brood en zoveel heel dure tapijten, waarvan er één al wel honderd zware zilvermunten kost! O Heer, zeg mij arme alstublieft of U dat allemaal meegebracht hebt, of dat het ergens in de stad geleend werd?'
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na de maaltijd komt de vrouw weer naar Mij toe, maar durft haast niets te zeggen, want tijdens de maaltijd hoorde zij van de bedienden van de dokter hoe alles in huis gekomen was. En de bedienden zeiden: 'Beste vrouw, God weet hoe dat gegaan is! Wij hebben heel weinig gedaan; de dokter helemaal niets, want toen hij kwam, was alles al gedaan. Daarvoor, en lang voor de dokter kwam, waren we voor hem bezig en toen kwam er opeens een jongeman, die er stralend mooi uitzag en die tegen ons zei, dat we dit en dat moesten doen, omdat de Heer dat nodig had, en we deden alles direkt wat die buitengewone jongeman gezegd had. Maar zie, dat ging er erg wonderlijk aan toe! Als we iets wilden doen, dan was het al gedaan en we kunnen u daarom niets anders zeggen dan: hier heerste kennelijk de almacht van God, en de witte jongeman moet een engel van God geweest zijn! Anders is dit niet te verklaren! De mens, die een poosje geleden samen met u het eerst in de grote eetzaal kwam, moet een groot profeet zijn, als hij zo door de hemelse krachten gediend wordt!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarop spreekt Nathánaël: ' Ja Heer, U bent waarachtig en getrouw! Wat U gezegd hebt gaat nu wonderbaarlijk in vervulling! Waarlijk, waarlijk U bent de zoon van de levende God! God sprak met Abraham door middel van Zijn engelen; Jacob zag in de droom een ladder waarop de engelen omhoog en omlaag gingen, maar Jehova zag hij niet, behalve dan een engel, die de naam van Jehova in zijn rechterhand had staan. En omdat Jacob met hem streed alsof hij Jehova was, werd hij mank door een stoot tussen de ribben. Mozes sprak met Jehova, maar hij zag alleen maar vuur en rook, en toen hij zich in een spelonk verbergen moest omdat Jehova voorbij zou komen, durfde hij niet te kijken voordat Jehova voorbij was. En toen hij daarna keek zag hij alleen nog maar de rug van Jehova; maar daarna moest hij zijn gezicht drievoudig bedekken, omdat het meer licht afstraalde dan de zon en niemand er naar kon kijken zonder te sterven! Verder was er alleen nog Elia, die Jehova ge waar werd in het suizen van de wind! En hier bent U nu Zelf!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Omdat jullie nu door Mijn leer met het ware bezig bent, waarom je Mij ook volgt, daarom kan je zielook in de droom slechts het ware gezien hebben, waaruit ze veel goeds kan halen.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Na dit noodzakelijke onderhoud met Matthéus komen de andere leerlingen binnen, en daarop volgen de priesters en de andere notabelen van deze stad en zij begroeten Mij zeer berouwvol. En de voornaamste priester komt iets naar voren en zegt: 'Heer, U heeft dit huis zeer goed voor U ingericht, zodat het waardig is om U te herbergen. Salomo bouwde de tempel met veel pracht, opdat deze waardig zou zijn, om als woonplaats voor Jehova bij de mensen te dienen. Maar de mensen hebben deze woonplaats door hun vele ten hemel schreiende laster ontheiligd, en Jehova verliet de tempel en de ark en kwam naar ons op de berg, net zoals U, o Heer, eerst in de tempel was en weinig weerklank vond en toen naar ons, Uw van oudsher echte vereerders, gekomen bent. En zo zal nu geschieden, zoals geschreven staat:
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En kijk dan eens naar al de dieren op de aardbodem,o in het water en in de lucht! Wat zijn het er veel en wat een verscheidenheid, van de mug tot aan de olifant, van de bladmijt tot de ontembare Leviathan, die bergen op zijn rug zou kunnen dragen en die zou kunnen spelen met de ceders van de Libanon! O Heer, wat een macht, wat een kracht en wat een eindeloos diepe wijsheid moet er in God zijn, Die daar de zon de maan en de ontelbaar vele sterren in hun baan houdt en bestuurt, de zee in haar diepten vasthoudt, de bergen op aarde gebouwd heeft en de aarde zelf gegrondvest heeft door Zijn almachtige woord!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg u: U zult de oude mens als een oud kledingstuk uit moeten trekken en in plaats daarvan een geheel nieuw aan moeten trekken! Dat zal in het begin tamelijk ongemakkelijk zitten; maar wie zich door zo'n kleinigheid niet terug laat jagen in het gemakkelijk zittende oude, en zich daarentegen enig onbehagen laat welgevallen, die zal die volmaaktheid bereiken, waarvan Ik voorheen heb gesproken.
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Matthéus zegt: 'Heer, U weet hoe graag ik nu klaar sta om U te volgen! Als ik echter nu naar huis ga, en wel daarheen, waar ik mijn door de Romeinen betaalde werk doe als tollenaar en schrijver bij de hoofdtolboom voor de stad, dan is daar net als altijd, zeker veel werk voor mij, en de Romeinse wachten zullen mij niet laten gaan voordat ik het werk gedaan heb. Daarom zou ik liever zien, dat ik voor vandaag hier genoeg schrijfmateriaal zou krijgen, en dat ik dan vanavond het mijne haal, waarmee ik daarna, zoals ik reeds eerder zei, twee volle dagen genoeg voorraad heb; want ik krijg van de Romeinen slechts voor drie dagen materiaal vooruit, en dat verbruik ik haast altijd.'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: 'Mijn vriend doe nu maar altijd wat Ik je zeg, en het zal je steeds goed gaan! Ga nu maar, zoals Ik zei en je zult vandaag geen werk vinden en er zal niemand aan de tolboom staan te wachten! Neem nog wel je andere schrijvers mee, zodat in dit geval Mijn toespraak door meer personen opgeschreven zal worden!' -Matthéus zegt: 'Ja, als het zo gelegen is, dan wil ik wel gaan!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...