Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 2 van 132

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Dat Ik Mij na de tempelreiniging met al degenen, die Mij gevolgd waren, buiten de stad in een kleine herberg ophield, dat is al in het vorige hoofdstuk verteld, maar het is begrijpelijk als men zou vragen:
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Ook Johannes doopte nog in Enon bij Salim; want daar was veel water, en zij kwamen daarheen en lieten zich dopen. Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. Joh. 3:23-24) Op Mijn tocht door het Joodse land kwam Ik ook in de omgeving waar Johannes in de kleine woestijn bij Enon in de buurt van Salim doopte. Hier had hij water, terwijl de Jordaan in de omgeving van Bethabara zeer weinig water bevatte en dat water was ook nog troebel, onrein en vol stinkende wormen. Daarom was Johannes van standplaats veranderd, hield te Enon zijn indringende boetepredikingen en doopte daar ook zelfde mensen die zijn leer aannamen en oprecht berouw getoond hadden.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl Ik dit tegen het echtpaar zeg, openen Petrus en Johannes ook al de deur en tussen hen in komt Matthéus binnen, die diep buigt en zegt: 'Heer, ik sta helemaal klaar om U alleen te dienen! Ik heb hier wel een baan als schrijver en kan daarvan leven en mijn kleine familie onderhouden; maar als U, o Heer, mij nodig heeft, dan laat ik ogenblikkelijk mijn werk liggen; en U, o Heer, zult mijn kleine familie niet laten verkommeren!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Er is genoeg voor tien dagen, daarna zullen we wel ander materiaal krijgen. Blijf maar hier en ontbijt met ons; na zes uur zullen we de berg op gaan. Daar zal Ik deze menigte het heil verkondigen; jij schrijft al het gesprokene voor Mij woordelijk in drie hoofdstukken op en je maakt daarbij een indeling in kleine verzen, zoals bij David gebruikelijk was. Zoek er nog een paar andere schrijvers bij, die het van je kunnen overschrijven, zodat er in dit plaatsje ook een geschreven getuigenis blijft!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Over al het andere wilde ik, hoe onzinnig het ook klonk, niets zeggen, maar wat moet je nu denken van die aanbevolen zelfverminking, als één van de eigen ledematen ergernis geeft; en dan ook nog het kennelijk aanbevolen nietsdoen, waarbij iemand al zijn aandacht moet geven aan een voortdurend op zoek zijn naar het Godsrijk, zonder voor iets anders te hoeven zorgen, omdat al het andere van boven gegeven zal worden!? - Laten we dat nu eens met een kleine proef van een paar maanden uittesten; gedurende die tijd moeten de mensen alles laten liggen en niet werken, dan blijkt wel of de gebraden duiven hen in de mond zullen vliegen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In de liefde tot de arme broeders en zusters zullen jullie Mijn echte aanbidders zijn, en Ik zal in zulke bedehuizen vaak bij jullie zijn, zonder dat je het di rekt zult merken; maar in de tempels, die, zoals dat tot op heden het geval was, speciaal voor de lippendienst gebouwd zijn, zal Ik van nu aan net zo min wonen, als het verstand van de mens in zijn kleine teen.
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Petrus zegt: 'Vriend, het zal je niet lukken om wat zwart is weer wit te praten! Het gaat er hier niet om, wat je over mijn meester denkt, dat is een aardig verhaal om mij te laten vergeten hoe grof je, daarvoor tegen mij hebt staan liegen! Het kan me met schelen of je van de opperpriester vindt dat hij een ijveraar is, hij moet, als openbaar ambtsbekleder van deze kleine stad toch weten of er hier kort geleden zo n magiër is opgetreden, zoals jij mij die hebt beschreven! Want dat is voor mij het voornaamste, omdat ik daaraan wil afmeten, wat ik van mijn Meester moet denken!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De opperpriester, die zeer opmerkzaam naar deze toespraak geluisterd heeft, zegt: 'Dat is nu allemaal goed en wel, en ik denk, dat ik nu zo ongeveer alles wel begrijp; maar één ding wil ik nog opmerken, en dat is, dat de Meester eigenlijk alleen van het uitrukken van het rechter oog en het afhakken van de rechter hand gesproken heeft. Ik heb in mijn onderzoekingsdrang zo voor een totaalbeeld ook de voeten er maar bij betrokken, en tot mijn verwondering heb je mij het afhakken van de voeten net eender verklaard, als dat van oog en hand, die bij mijn weten alleen maar door de Heer genoemd zijn. Je zegt echter, dat de woorden van de Heer alleen maar een geestelijke betekenis hebben; hoe komt het dan, dat je in mijn aanvulling ook een geestelijke overeenkomst vond?
Hoofdstuk 44: Symbolische ogen, armen en voeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] We gaan nu verder met onze wandeling en komen na een uur in een mooi schaduwrijk bos, dat eigendom is van een rijk koopman uit Sichar. In dit bos zijn allerlei verfraaiingen aangebracht, zoals kleine tuinen, beekjes, vijvers met vele soorten vissen, en allerlei vogels. Aan het eind van het zeer uitgestrekte bos staat een oud en heel groot kasteel met dikke beschermende muren. Dit kasteel had Ezau gebouwd en hij woonde daar ten tijde dat Jacob in den vreemde was. De stormen der tijden hadden het niet onberoerd gelaten, maar deze koopman had er veel geld aan besteed en het weer geheel bewoonbaar gemaakt, en hij woonde met zijn hele huishouding vaak in dit kasteel, en woonde er ook nu. Hij was weliswaar iemand die veel goeds deed, en hij had nog meer landgoederen, maar op dit bezit was hij bijzonder gesteld en hij vond het niet prettig, als zijn grote bos door te veel mensen betreden werd, want hij gaf veel uit voor de aanleg en het onderhoud ervan.
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Een dief is gearresteerd, omdat men hem onder zware verdenking heeft, en hij staat voor de strenge rechter. Als hij goed liegen kan, wordt hij ontslagen wegens gebrek aan bewijs; spreekt de ezel echter de waarheid, dan krijgt hij de volle straf. Beëlzebub hale dan de waarheid!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Volgend voorbeeld: iemand betaalt, zoals maar al te vaak gebeurt, aan een slimme handelaar veel te veel geld voor bepaalde goederen. De bedrogene heeft veel geld en goederen en merkt niets van het bedrog en voelt zich opperbest. Nu komt er echter een waarheidslievend mens, die het bedrog gemerkt heeft, en die maakt het de bedrogene duidelijk, hoe hij door zijn zakenman voor zoveel geld bedrogen werd! Pas op dat moment wordt de bedrogene ongelukkig, hij gaat naar de rechter en geeft veel geld uit om de bedrieger gestraft te krijgen. Heeft deze waarheid hem iets goeds gebracht?! Nee, alleen toorn en wraak heeft het bij hem gewekt en het heeft hem er toe gebracht nog méér geld uit te geven! De bedrieger echter, die goed liegen kon, wist de zaak zo te verdraaien, dat men de waarheid van de verrader niet alleen niet geloofde, maar hem ook nog als een kwaadwillige lasteraar in de gevangenis zette! Vraag: wat voor loon gaf de waarheid hier nu weer aan haar vriend?!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] En als ik tot dusver de Heer goed begrepen heb, dan zou het nog wel eens zo kunnen zijn, dat de Heer liever de in zwakheid volbrachte daad der kinderen heeft; en dat de kracht en de daden van de grote en machtige geesten des hemels uiteindelijk geleid moeten worden door de zwakte der kleine kinderen om bij de tafel der kinderen te komen! Want als de Heer Zelf tot de zwakken komt, dan veronderstel ik, dat Hij de zwakken sterk zal maken!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Als u zich echter niet als rechter, maar als een liefdevol mens gedraagt ten opzichte van uw arme broeders, die zich tegenover u misdragen hebben, en als u ook in hun harten liefde weet op te wekken, dan zullen deze boosdoeners u berouwvol en onder veel tranen oprecht en eerlijk bekennen, hoe, wanneer en wat ze tegenover u misdaan hebben! Maar daar moet dan geen straf op volgen! Want iedere straf als zodanig is geen waarheid, maar het tegendeel, omdat de straf niet uit de liefde, maar uit de toorn van de wet en de wetgever voortkomt. De toorn is zelf een oordeel; en in het oordeel is geen liefde. Maar waar geen liefde is, is ook geen waarheid.
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Slechts door die waarheid wordt het geloof, dat voor de menselijke geest de rechter hand is, levend en kan het daden verrichten; en de arm van de geest reikt ver en doet grote dingen!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Daarom is het nu juist ook zo dringend nodig om op deze wereld liefde en ware vriendschap te geven en welke vijand dan ook liever goed dan kwaad te doen en diegene te zegenen, die mij vervloekt; want ik kan niet weten wanneer de Heer hem van deze wereld zal wegroepen! Als hij in deze wereld slechts in bepaalde kleine dingen een vijand van mij was, dan zal hij het mij later als geest honderdvoudig in grote dingen terugbetalen.
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...