Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 2 van 92

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Jaïruth zegt: 'Heer, als dat wat ik al enige malen door ernstig zelfonderzoek geconstateerd heb, waar is, dan lijkt het mij het beste om tenslotte alle wijnbouw op te geven en het genot daarvan in mijn huis helemaal af te schaffen. Volgens Uw mening, die ik heel juist en goed vind, kan de ware liefde ook door het ware woord, en dan met blijvend resultaat, opgewekt worden, en het boze moet daarbij zo ver mogelijk op de achtergrond blijven. Als dat zo is, stop ik meteen met.alle wijnbouw en leg mijzelf de verplichting op, om na deze hemelse Wijn nooit meer een aardse wijn te drinken! Wat zegt U van dit plan?'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De jongeman zegt: ' Ja, in Sichar leven kooplieden, die niet zo gelukkig zijn als jij, ze kunnen voor zichzelf geen kasteel laten herbouwen, en nog minder een heel groot stuk grond kopen, zoals jij dat flinke stuk land aan de Rode zee in Arabië gekocht hebt. Zulke kooplieden worden daarom afgunstig op jou vanwege je aardse geluk, en ze hebben de hartstochtelijke wens om je in het verderf te storten. Dat zou hen dit keer ook gelukken, als wij niet bij je waren; maar omdat we je in de naam des Heren beschermen, zal je deze keer geen haar worden gekrenkt. Zorg echter, dat je minstens drie dagen van huis wegblijft!'
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Want weet, dat het aardse leven maar erg kort duurt; daarna komt de eindeloze eeuwigheid! Als de echte waarheid niet in u tot leven gekomen is, zult u blijven liggen zoals u valt!
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Gebeurt het eerste, dan zal het inwendige van de aarde veranderd worden in een eeuwige kerker; maar de buitenkant zal een paradijs blijven. In het tweede geval zou de aarde echter veranderd worden in een hemel, en de vleselijke en de zieledood zou voor altijd verdwijnen! -Hoe en of het zal gebeuren?! - Dat mag zelfs de eerste engel in de hemel niet van te voren weten; dat weet alleen de Vader. Wat Ik jullie nu echter geopenbaard heb, dat mag je aan niemand vertellen voordat je over een paar aardse jaren gehoord zult hebben, dat Ik boven de aarde verhoogd ben!'
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Dit is dan ook de oorzaak van het ontstaan van een oeroude regel en gebruik, dat alle naasten van een lichamelijk stervende zich met hem verzoenen en zich door hem laten zegenen. Want sterft hij als iemands vijand, dan is de nog in leven zijnde vijand te beklagen. Want ten eerste zal de vrijgekomen ziel het gemoed van de overlevende zonder ophouden martelen door hem te kwellen met gewetenswroeging, en ten tweede zal ze alle aardse omstandigheden, die betrekking hebben op de overlevende, zodanig leiden, dat de overlevende vrijwel niets meer gelukken zal!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ja, het is heel wat anders, als de Heer daartoe Zelf opdracht geeft, zoals Hij David tegen de Filistijnen heeft bevolen om, reeds tot de duivel behorende Gods en mensenvijanden, met oorlogsgeweld te slaan en naar aardse termen te vernietigen! Die komen aan gene zijde meteen in een streng oordeel terecht en kunnen zich nooit en te nimmer tegen de arm Gods verheffen; want ze worden door de macht des Heren tot nederigheid gebracht.
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De overste zet grote ogen op, net als veel van de andere aanwezige gasten en zegt: ' Ja, als dat zo is, dan is het aardse leven een bijzonder gevaarvolle onderneming; wie zal dat overleven?'
Hoofdstuk 80: Vermijdt de eigendunk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Kijk, dat zit zo: Als Ik over aardse zaken met jullie spreek, dan begrijp je ze niet; hoe kun je Me dan begrijpen als Ik met jullie over hemelse dingen spreek?! -Kijk en probeer het te begrijpen!
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Naar aanleiding van deze uitspraak gingen er verscheidene mensen weg, want ze geloofden in een aardse Messias; maar velen verzochten Mij om een nader onderricht.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Petrus heeft genoeg aan dit antwoord en vraagt Mij, of we gedurende die twee dagen in Kana helemaal niets zullen doen. Maar Ik zeg: 'Dat zeker niet; maar zo inspannend als in Sichar zal het niet worden! Wij zijn hier in aardse termen gesproken, in het eigen vaderland, en je weet hoeveel een profeet in het eigen land waard is! Daarom zullen we hier ook in onze eigen kring niet veel doen en Ieren; want waar het geloof ontbreekt, daar is voor ons weinig werk. We willen ons daarom hier, zoals gezegd, een paar dagen lang laten verwennen en ons op het toekomstige een beetje uitgebreider voorbereiden!'
Hoofdstuk 89: Twee rustdagen in Kana. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Wie voert er oorlog? Wat denk je: alleen maar zogenaamde helden, die de dood niet vrezen! Stel dat de aarde vol helden was, dan zouden we een eeuwige oorlog op de wijde aardse vlakten zien; want iedere held wil niet slechts een assistent van een held, maar een unieke held zijn en zal daarom niet rusten, tot hij alle andere helden overwonnen of uit de wereld geholpen heeft.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Hoe Uw waarlijk heilige leer zich echter op een weg met zo ontzaglijk veel hindernissen baan zal breken door de nacht waarin de mensheid nu begraven ligt, dat is me nog net zo onduidelijk als voorheen! Als het puur met wonderen te weeg gebracht moest worden, dan zou het voor de mensen niet veel nut hebben, zoals U Zelf al zei, omdat op die manier de mensen, die vrij moeten worden en zijn, alleen maar machines zouden worden; daarentegen zal het langs de natuurlijke weg veel bloed kosten en een ontzettend lange tijd vergen! Ja, ik zou bijna met zekerheid durven zeggen, hoewel ik geen profetische gave heb, dat afgaande op mijn kennis van de mensheid uit de vrij verre omtrek van Azië, Afrika en Europa, van nu aan gerekend, binnen twee duizend jaar nog lang niet de helft van de aardse mensen zich in het licht van deze leer van U zal zonnen! - Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Judas zegt: ' Ja, ja, dat is juist! Maar als men allerlei dieven tegen zou willen houden, door de mensen niets te laten bezitten wat de dieven beviel, dan moest er bij de mensen toch ontzettend veel veranderen! Ten eerste zou iedereen even arm aan aardse goederen moeten zijn, ten tweede moest iedereen op iedereen lijken net als mannetjes en vrouwtjes mussen, en ten derde zou er niet één verstandiger mogen zijn dan de ander! Maar zolang dit allemaal niet het geval is, heeft al het praten, leringen geven en tekenen doen geen nut! Velen zullen zich daardoor wel bekeren, maar nog tien keer zoveel zullen ondanks de leer of de tekenen blijven zoals ze zijn, en even gemakkelijk of zelfs nog gemakkelijker kunnen ze ook wel tien keer erger worden dan ze eerst waren. Want ieder mens heeft enige eigenliefde en hij wil een redelijke verzorging hebben; daarom denkt ieder mens toch heel natuurlijk eerst aan zichzelf en dan pas aan de anderen! En dat kun je hem toch onmogelijk kwalijk nemen! Huis en grond kan niet iedereen hebben, want dan moest God bij iedere geboorte een stuk grond met een huis laten geboren worden en dat ook op laten groeien. Omdat dat echter niet zo is en de eerder geborenen zich reeds lang ieder plekje op aarde toegeëigend hebben, zodat daardoor de meeste pasgeborenen nog geen voetbreed stukje aarde kunnen bezitten, blijft hen uiteindelijk niets anders over dan zich zelf door allerlei kennis onontbeerlijk te maken voor de luie bezitters en dus op de een of andere manier in dienst te gaan bij de rijke bezitters der aarde, of zich op de diefstal toe te leggen, om niet de zware bedelstaf te hulp te moeten roepen. -Als dan de besten van degenen, die geen grond en geen huis bezitten, voor hun diensten alleen maar geld krijgen en het geld indien mogelijk bij elkaar sparen, zodat ze voor hun oude dag iets hebben, dan zie ik daar niets slechts in, en ik vind dat het geld een nieuwe schepping van grond en vastigheid is voor al degenen, die op deze armzalige aarde niet door opvoeding en geboorte ooit tot het vurig verlangde bezit zijn gekomen. En ik moet eerlijk bekennen, dat God Zelf, Die niet tegelijk voor iedere pasgeborene ook een nieuw stuk land scheppen kan of wil, de heersers het goede idee ingegeven heeft om geld te scheppen, waardoor ook kinderen van bezitslozen de nodige verzorging kunnen krijgen, die vaak beter is dan die, welke uit grond en bezit bestaat. En God kan toch niet willen, dat de kinderen van bezitslozen te gronde zullen gaan!? Want ze kunnen er toch duidelijk niets aan doen, dat ze op de wereld geboren zijn met dezelfde levensnoden als de kinderen van de bezitters!
Hoofdstuk 94: Over de vloek en de gevaren van het geld. (10/11/13.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Over dit antwoord zijn de leerlingen van Johannes erg verwonderd en ook een beetje boos; want ze dachten, omdat Ik dit tegen hen zei met een lichte glimlach op Mijn gezicht, dat Ik hatelijk deed. En die ene leerling van Johannes zei dan ook een beetje venijnig: 'Merkwaardig! Gods geest sprak door Johannes, en wij moeten aannemen dat deze geest zich door U in nog sterkere mate manifesteert, omdat Johannes over U getuigde! Maar het is vreemd, dat deze goddelijke geest door Mozes, alle profeten en tenslotte door Johannes steeds op dezelfde manier de ellendige aardse mensen opriep tot een heel boetvaardig leven, waaraan men zich streng moest houden. Terwijl U in Uw daden het algehele tegendeel daarvan schijnt te zijn en te leren! Volgens Mozes was iemand al zonder meer onrein, zodra hij het huis van een zondaar betrad, en moest zich dan reinigen; ook als iemand op de sabbat met een maagd omging of op een andere dag met een vrouw, die menstrueerde, moest hij zich laten reinigen, en zo waren er nog veel strengere voorschriften! U en Uw leerlingen schijnen echter in het geheel geen rekening te houden met de sabbat en ook niet met het rein houden van de persoon! Hoe kan die leer van U dan net zo goddelijk zijn als de leer van de profeten?!'
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Mijn leerlingen vroegen nu, of ze hier op Mij moesten wachten of mee moesten gaan. Maar Ik zei: ' Jullie allen, Mijn leerlingen, en ook Matthéus, die tollenaar was, volg Mij! Ik heb voor je aardse huis gezorgd en dat zal Ik blijven doen; maar daarvoor moet jij, net als de anderen hier, Mijn leerling zijn!'
Hoofdstuk 127: De dood van de dochter van overste Cornelius. (5/6.12.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...