Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

184 resultaten - Pagina 2 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[19] Maar toen Ik Aziona het vat weer in handen gaf, was het even vol als het eerst was, ofschoon het bij het wassen leek of Ik iedere druppel eruit gebruikt had. Aziona liet dat meteen aan de buren zien en deze waren stom van pure verbazing.
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De mystici nemen een almachtige en hoogst wijze God aan, - en miljoenen vragen: 'Waar is Hij en hoe ziet Hij eruit?' Maar op deze vragen volgt nergens een houdbaar antwoord. Maar de mensen behelpen zich dan al gauw met de poëzie en opeens wemelt het van grote en kleine goden op aarde en de trage en denk schuwe mensen geloven aan hen, en zo'n geloof is bijna de dubbele dood van de mens; want dit maakt hem fysiek en moreellui, traag, passief en daarom dood.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Een dergelijke rust, waarin het lichaam en de ledematen activiteit onthouden wordt, is eigenlijk geen rust, maar eerder een grote innerlijke activiteit van de ziel, die eruit bestaat dat zij meer en meer één wordt met haar geest die ze is gaan waarnemen. En als jij een dergelijke rust verlangt doe jij, zowel als ieder ander, daar goed aan; wanneer je een dergelijke innerlijke rust, of beter gezegd zielsactiviteit, dagelijks eenmaal houdt en dat voortzet, zul je pas gaan voelen wat voor een groot en waar nut je daardoor voor je leven hebt gewonnen.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar hoe ziet deze tegenpool van God eruit en waaruit bestaat hij? Is hij geheel andersoortig dan de positieve, vrije pool van Gods leven en macht of is hij in een bepaald opzicht gelijksoortig? Is hij heer over zichzelf of is hij in al zijn delen alleen maar afhankelijk van de positieve pool van de goddelijke macht?
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Met betrekking tot het feit dat de geestelijke beweging geen rekening houdt met de ruimte, kan Ik je nog de snelheid van de gedachten van je ziel als goed voorbeeld geven. Kijk, denk nu eens aan Rome, waar je reeds bent geweest en waarvan je wel weet hoever dat hier vandaan ligt en ook hoe die grote heidense stad eruit ziet! Met je gedachte ben je al meteen in Rome en zie je in zekere zin de stad, haar pleinen, stegen en straten en omliggende streken. Jouw gedachte heeft om in Rome te komen dus ook geen tijd nodig gehad, omdat ruimte daarbij geen rol speelde!
Hoofdstuk 28: Tijd en ruimte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] DE TOLLENAAR zei: 'Natuurlijk wil ik het, - maar hoe krijg ik het eruit?'
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wie in geen God gelooft, is duidelijk een goddeloze. Zonder God is de ziel echter duister en zo goed als dood, en ziet en hoort niets van alles wat God allemaal volledig naar waarheid in haar geest heeft ingeschapen. De van God bezielde en verlichte mens ziet echter alles en begrijpt ook alles. Hij kan daarom ook de zon en de maan, de sterren en de hele aarde zo in zichzelf bekijken alsof hij daar zelf was. En als hij dat gedaan heeft, weet hij dus ook wat de zon is en hoe zij eruit ziet en al het andere eveneens.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar het wordt nog alsmaar lichter en lichter. De wolkjes die het dichtst bij de opgaande zon staan -zoals de daden uit zuivere liefde tot God worden helder stralend goud. Tenslotte begint het in het oosten te gloeien en kijk, de zon zelf stijgt in de volle glorie van haar licht en majesteit boven de horizon, en zoals de nieuwe dag door het licht van de zon opnieuw uit de nacht geboren wordt, zo wordt ook de mens opnieuw geboren door de kracht van Gods woord en door de steeds stijgende liefde tot God en de naaste. Want de geestelijke wedergeboorte in de mens bestaat eruit, dat hij God steeds meer leeft kennen en daardoor ook steeds meer liefheeft.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Als een ziel eenmaal zo ver komt dat haar innerlijke geest haar helemaal doordringt, dan komt zij ook tot een volledig helder zien en tot een helder inzicht, tot volledig bewustzijn en een duidelijke herinnering aan alles: wat zij was, wat zij geworden is, wat zij gedaan heeft en hoe de wereld, waarin zij lichamelijk geleefd heeft, eruit heeft gezien en hoe het daarmee gesteld was.
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Agricola zei: 'Dat zou toch wel een beetje moeilijk zijn, want ook al kan een geest alle materie doordringen en oplossen, dan kan toch de materie de materie niet doordringen. Mijn schild bevindt zich in een stenen kast, die met een metalen deksel goed is afgesloten. Hij zou de kast helemaal moeten vernielen om het schild eruit te krijgen. En als hij dan met het schild oneindig snel door de lucht zou gaan, zou het schild immers in de lucht vernietigd worden!'
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Vervolgens opende hij de vis, haalde de ingewanden eruit en legde hem op een stenen plaat, die beslist erg heet moest zijn, omdat de tamelijk grote vis binnen enkele ogenblikken door en door gebraden was, wat wij merkten toen de man ons de vis liet proeven en we hem heel goed gebraden en erg lekker vonden.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Ik zeg jullie dat, omdat Ik het recht en de macht daartoe heb en geen vrees koester voor de mensen van deze wereld, zoals jullie. Want Ik ken God en de macht van Zijn wil, die nu in Mij is en wil en handelt. Maar jullie kennen God niet en Zijn wil is niet in jullie! En daarom vrezen jullie dan ook de wereld en handelen overeenkomstig hetgeen die jullie in je hart voorschrijft. En omdat jullie dat doen, zorgen jullie ook zelf voor jullie eigen gericht, jullie verdoemenis en daarmee de ware, eeuwige dood. En die bestaat eruit dat jullie voortdurend slaven blijven van jullie almaar groeiende traagheid en zinnelijkheid en de snode en vreselijke vruchten daarvan zullen plukken.'
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus zei: 'O Heer, deze genadige vraag van U geeft zelf al het antwoord volgens het gevoel van ieder mens; want in de vraag zelf ligt al het duidelijke antwoord en het zou daarom overbodig zijn er antwoord op te geven. Ik maak eruit op dat U daarmee alleen maar allergenadigst heeft willen aangeven dat een volmaakte ziel na het afleggen van het lichaam Uw hele schepping in een eindeloos veel helderder licht zal zien dan ooit in het lichamelijke leven voor haar mogelijk geweest zou zijn, en ook dat zo'n ziel alles wat zij beleefd en op aarde mee en doorgemaakt heeft, veel duidelijker in haar herinnering zal bewaren dan zij ooit in haar lichaam had gekund. - O Heer, heb ik nu goed geantwoord?'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Jullie zeiden nu wel dat het een slechte en zeer kwalijke kant van Mij is dat Ik met heidenen, tollenaars en zondaars omga en dat Ik een sabbatschender ben en Me niet houd aan de wetten van Mozes. Maar hoe houden jullie je aan diens wetten? Ik zegje dat jullie je niet eens schijnbaar aan de wetten van Mozes houden; maar wel hebben jullie zelf een groot aantalonzinnige en waardeloze wetten ingesteld, die jullie houden omdat het jullie materieel voordeel oplevert, en waarmee jullie het arme volk onderdrukken en uitbuiten. Heeft Mozes dat soms ook voorgeschreven? Maar als het volgens Mozes' wetten wel toegestaan en zelfs voorgeschreven is om de ezel, de os en de schapen ook op de sabbat te voeren en te laten drinken, en als er een ezel in een kuil of een put is gevallen, hem eruit te halen, zou het dan niet des te beter en redelijker zijn om een mens in nood ook op een sabbat te helpen? O jullie blinden, doven en dwazen van hart en verstand! Is een mens voor God soms minder waard dan een dier?!
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Was ook hier niet weer de kwade wil van de mensen die satan die hen in een vaak ondraaglijke ellende heeft gestort? God heeft de men;en in de meest uiteenlopende delen van de wereld er vaak lang genoeg voor gewaarschuwd een mens als koning te kiezen en die met alle aardse macht uit te rusten. Hij liet hun alle slechte gevolgen zien die eruit zouden voortkomen; maar de mensen sloten hun hart en hun oren voor de stem van God en hebben alleen zelf hun ellende veroorzaakt! En wat ze zelf veroorzaakt hebben, moeten ze nu dan ook op zich nemen!
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13