Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

104 resultaten - Pagina 2 van 7

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7
[8] Toen je vader met zijn verstandige woorden de vrees, die de weduwe innerlijk erg opwond, aanmerkelijk verminderde, trok de kwade ether zich terug in de tot rust gebrachte milt en lever; het overtollige bleef echter in de gal van de maag, werd na vier dagen tenslotte door die bepaalde bouillon helemaal opgenomen en langs natuurlijke weg afgevoerd, en de weduwe werd daarop weer helemaal gezond. De stem, die jou het middel noemde, kwam van een geest die de geestelijke beschermer van de weduwe was.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De vissen gebruik ik niet om mij te voeden, maar zij zijn nodig voor de vorming van de natuurgeestelijke ether waaruit ik volgens de wil des Heren dit zichtbare lichaam moet vormen en tijdelijk in stand moet houden. Hoewel dit lichaam geestelijk is, heeft het toch ook vlees en bloed. Kijk maar eens, zijn dit geen aderen, is dat geen vlees?!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Als de zon een totaal duistere klomp zou zijn, wat zij ondanks haar omvang net zo goed zou kunnen zijn als zwart kalksteen, zou zij geen natuurlijk leven op de werelden veroorzaken. Maar haar inwendige, grootse, voor jullie begrippen weliswaar nog onbegrijpelijke organische inrichting is zo gevormd en geaard, dat zich in haar inwendige voortdurend een reusachtige hoeveelheid fijne luchtsoorten moet ontwikkelen. Daardoor wordt het ontzettend grote zonnelichaam in de eerste plaats gedwongen om zijn as te draaien, zodat er een voortdurende wrijving ontstaat tussen de grote zonneatmosfeer en de daarop rustende ether, waardoor in de tweede plaats de activiteit van de in de grote zonneatmosfeer aanwezige, ontelbaar vele natuurgeesten steeds opnieuw wordt opgewekt, welke activiteit zich dan zodanig meedeelt aan de in de ether aanwezige natuurgeesten, dat deze, omdat ze uiterst beweeglijk zijn, ogenblikkelijk over een afstand van meer dan tweehonderd duizend veldwegen gaans *)(*10 veldwegen = I mijl 400.000 : 10 = 40.000 mijlen = snelheid van het licht per sec. )(1 Duitse mijl = 7,5 km.), in een rechte lijn vanaf de zon gerekend, eveneens geactiveerd worden, en in ieder daaropvolgend ogenblik zo 'n zelfde afstand steeds maar verder en verder, tot op een voor jullie onmeetbare afstand van de zon.
Hoofdstuk 219: De werking van het zonlicht. Het menselijk oog. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar als dan de kwalijk hinkende bode komt, de kwaadaardige ziekte met achter haar aan de dood, dan valt hun ziel, die helemaal weggekwijnd is, ten prooi aan steeds grotere angsten, vervolgens aan volledige vertwijfeling en onmacht, en tenslotte aan de dood, en lachende erfgenamen verdelen dan de nagelaten, grote schatten en overvloed van de gestorven, wereldse dwaas. En wat heeft deze dan in het hiernamaals? Niets dan in alle opzichten de grootste armoede, de grootste nood en de grootste, voor deze wereld onbeschrijfelijke, ellende, en niet zo maar voor een kort poosje, maar voor naar jullie begrippen ondenkbaar lange tijden, die jullie heel zeker met het begrip 'eeuwig' zouden kunnen aanduiden, hetgeen echter ook heel natuurlijk is; want waar moet een ziel die nooit voor iets anders gezorgd en gewerkt heeft dan alleen voor haar lichaam, de middelen vandaan halen om zich te vervolmaken in een wereld die uit niets anders kan en mag bestaan dan alleen uit datgene, wat een ziel in zich heeft en vervolgens door de geestelijke ether van haar uitstralende levenslicht omvormt in een woonwereld, die haar omgeeft.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Op zo'n vlak zul je weliswaar ook nog het beeld van de zon weerkaatst zien, maar heel klein, en je zult niets meer merken van enige warmte. Door dit terugkaatsende vage licht zal eeuwig niets ontvlammen, ook al was het de meest brandbare nafta-ether! Dat doet de hoogmoed van de ziel als zij zich erg veel inbeeldt over iets heel onbelangrijks. En hoe meer zo'n ziel zich dan inbeeldt, des te puntiger wordt het bolle vlak van haar spiegel en des te kleiner het spiegelbeeld van de geestelijke zon op zo'n haast kegelvormige spiegel van kennis en wetenschap.
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Kortom, Mijn echte kinderen zullen als het ware zelfs kunnen spelen met die krachten van Mijn hart en wil, die Ik Zelf evenmin ooit daadwerkelijk heb gebruikt als dat Ik ooit deze aarde heel dicht naar de zon heb geschoven, om voor de grap met haar onbeschrijfelijke hitte een paar bergtoppen af te smelten, wat niet mogelijk zou zijn zonder tegelijk de hele aarde mee te veranderen in de oorspronkelijke ether. Wat Ik dus noch in het groot en nog minder in het klein mag doen, dat kunnen Mijn kinderen met de magische spiegels ten eerste natuurlijk en dan ook des te meer geestelijk verrichten!
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Deze atmosferische lucht is weliswaar veel dichter dan de zuivere ether, maar bij zo'n snelheid wordt dat in de ether ook al zichtbaar. Want ook die bevindt zich nog in tijd en ruimte en is dus een stoffelijk iets, hoewel zijn oergrondstoffen vergeleken bij de verdichte stoffen van een aardse wereld vrijwel gewichtsloos zijn, zoals ook deze aardse lucht die op zichzelf altijd nog een lichaam is dat gewicht heeft - anders zou ze bij een sterke beweging niet in staat zijn de machtigste bomen te ontwortelen -, maar onder water lijkt lucht volledig gewichtsloos.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar zo is het niet met de uitstralende levenssfeer van de geest. Die is als de ether die de gehele, eindeloze ruimte in gelijke mate vervult. Zodra de geest dus eenmaal als hij vrij in de ziel doorbreekt en in beweging komt, wordt ook zijn uitstralende levenssfeer op datzelfde ogenblik eindeloos ver geactiveerd, en zijn zien, voelen en werking reikt dan zonder de minste beperking net zo eindeloos ver naar buiten als de ether, die tussen en in de scheppingen de ruimte volledig vult; want deze ether is -onder ons gezegd -eigenlijk geheel identiek met de eeuwige levensgeest in de ziel, welke slechts een verdicht brandpunt is van de algemene levensether die de gehele oneindigheid vervult. En wanneer de levensgeest, uitstralend uit de ziel, met de vrije ether van de ruimte in kontakt komt, verenigt zich zijn voelen, denken en zien ogenblikkelijk met de oneindige, vrije levensether en gaat zonder af te zwakken tot in de eindeloze verten, en wat de grote levensether in de eindeloze ruimte, terwijl het alles omstroomt en doordringt, overal voelt, ziet, denkt, wil en bewerkstelligt, dat voelt, ziet, denkt wil en veroorzaakt dan ook op hetzelfde ogenblik de afzonderlijke geest in de ziel; en dat ziet, voelt, denkt, wil en veroorzaakt dan ook de ziel zolang zij door haar geest doordrongen wordt en de geest in verbinding staat met de hem zeer nauw verwante, oneindige en algemene, vrije levensether in de ruimte.
Hoofdstuk 256: De uitstralende levenssfeer van de ziel en die van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar daar zal natuurlijk nog een buitengewoon lange tijd van meer dan aeonen maal aeonen aardse jaren voor nodig zijn. Men moet het echter niet zo opvatten alsof deze huidige schepping ooit plotseling zal ophouden en in plaats daarvan een geheel nieuwe in het leven geroepen zal worden, maar dat gebeurt slechts in fasen, zoals in een oerwoud weliswaar de oude bomen uitsterven, vergaan en tenslotte geheel tot water, lucht en ether worden, dus tot een ander, geestelijker bestaan overgaan, en in hun plaats steeds weer een aantal andere bomen uit de grond opgroeien. En zoals Gods geest op kleine schaal werkt, zo werkt hij ook in het groot, als men trouwens iets 'groot' zou kunnen noemen tegenover God. ..
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kijk, alle materie van deze aarde - van de hardste steen tot de ether hoog boven de wolken - is zielestof, maar in een noodzakelijk gerichte en daarom vaste toestand. Haar bestemming is echter weer in het ongebonden, zuiver geestelijke bestaan terug te keren zodra zij, juist door middel van deze afzondering, de levenszelfstandigheid bereikt heeft. Om deze levenszelfstandigheid door een steeds grotere zelfwerkzaamheid te bereiken, moet de uit de gebonden materie vrijgemaakte ziel alle mogelijke levensfasen doorlopen en zich in iedere nieuwe levensfase ook weer opnieuw in een ander stoffelijk lichaam verpoppen, waaruit zij dan weer nieuwe levens en bezigheidssubstanties tot zich trekt en zich eigen maakt.
Hoofdstuk 133: Over de zieleleer. Wezen en doel van de materie. De vrije ontwikkeling van de mens tot het kindschap van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zo'n komeet is derhalve een langzaam wordende zon, die zich uit de in de eindeloze ruimte voorkomende lichtstof vormt, zich in de vrije ether langzaam maar zeker verdicht, en dus uit de aanvankelijk geestelijke substantie in het stoffelijke begint over te gaan, en na voor jullie ondenkbaar lange tijdruimtes een werkelijke zon wordt en waaruit, wanneer zij haar volle rijpheid bereikt heeft, pas dan planeten of aarden, zoals deze er een is, net als kuikens uit een ei geboren worden, maar aanvankelijk ook als slechts merendeels heel losse gas massa's met heel weinig vastere lichaamsmassa's. Zij worden door de innerlijke, grote natuurlijke kracht van de zon in de verre vrije ruimte als het ware naar buiten geslingerd; en als zij de juiste afstand hebben bereikt die bij hun grootte en speciale zwaarte hoort, dan beginnen zij ten gevolge van de grote en sterke aantrekkingskracht van de zon in zekere zin weer naar de zon terug te vallen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Omdat ether op zichzelf ook iets stoffelijks is, kan hij de damp van een komeet bij diens zeer grote snelheid dus ook wel in een natrekkende dampstaart veranderen. - Dat zul je nu wel begrijpen?!'
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O, ja, een beweging om haar eigen as, en de reden daarvoor is dat haar huid voortdurend tegen de haar geheel en al omringende ether wrijft en daardoor een behoorlijke hoeveelheid elektrisch vuur, zoals de bliksem, produceert, dat dan als voornaamste voedsel voor alle in zo'n globe aanwezige hemellichamen dient; want een ontzettend grote hoeveelheid van deze stof, die bij de wrijving tussen de globe en de buitenether ontstaat, vult de etherruimte in de globe. Door de beweging van de ontelbaar vele hemellichamen binnen een bol wordt deze stof door middel van de atmosferen die hen omgeven, weer geactiveerd, verspreidt zich eerst in ruime mate in deze atmosferen, en vervolgens op de hemellichamen zelf. Hoe groter een hemellichaam is -zoals bijvoorbeeld een zon of zelfs een centrale zon -en hoe geweldiger zijn beweging is, des te meer wordt er van deze licht en voedingsstof op hem geproduceerd. Vanaf de zonnen wordt datgene wat teveel is aan de planeten doorgegeven.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De Griek zei: 'Jonge vriend, dat zal wel zo'n woordenspelletje van je zijn! Er zal weliswaar geen stofje in onze handen blijven, maar wel de hele stenen, en het zullen natuurlijk losse deeltjes zijn, omdat wij ze zelf van de bodem 'losmaakten' en ook zullen zij in ether overgaan, omdat wij ze reeds met onze handen in de luchtether omhoog houden. Heb ik gelijk of niet? Vind je het goed,jonge joodse god, dat wij deze stenen, als je ze met je wil volledig opgelost en dus vernietigd hebt, naar je toe gooien?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar deze ether is, ofschoon hij er helemaal niet lijkt te zijn, beslist niet zo nietig als hij er voor jullie uitziet; want in die ether bevinden zich alle ontelbare stoffen en elementen in een toestand, die nog minder gebonden is dan in de zuiverste atmosferische lucht van deze aarde. Maar zij bestaan daar nog meer als vrije krachten en zijn veel dichter bij en meer verwant aan het oervuur en het oerlicht, en zij voeden de lucht van de aarde, en die voedt vervolgens het water en het water voedt de aarde en alles wat op haar leeft, beweegt en streeft. Als dat allemaal in de ether aanwezig is, is dat wel degelijk iets en geen niets, ook al lijkt dat voor jullie zintuigen zo.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7