Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 2 van 56

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Hij vraagt Mij ook of Ik wist, wat dat voor grote karavaan kon zijn, die hij die nacht was tegengekomen, of liever gezegd die hij diep in slaap verzonken langs de weg naar Jeruzalem had gevonden.
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Niet lang daarna kwam er een bouwmeester langs de weg waaraan deze akker lag, en deze man zocht stenen voor een bouwwerk. Toen hij de tien geordende hopen zag, stapte hij daar op af en kocht ze allemaal voor veertig zilvergroschen van de door zijn buren voor dwaas verklaarde man; want de bouwmeester kon die stenen, omdat ze gesorteerd waren, meteen gebruiken. Toen de buren dat gewaar werden, kwamen ze daar ook op af en zeiden: 'Heer, waarom kwam u toch niet naar ons? Kijk toch zelf eens, we hebben net zulke stenen en U zou ze van ons veel goedkoper hebben kunnen kopen!' De bouwmeester antwoordt echter: 'Die stenen van jullie zou ik eerst moeten sorteren, en dat kost me veel arbeid, tijd en moeite; maar deze zijn al gesorteerd, en daarom betaal ik hier liever wat meer voor, dan dat ik die van jullie voor niets zou krijgen! Nu begonnen de buren weliswaar ook hun steenhopen te ordenen, maar het was te laat! Want de bouwmeester had genoeg aan de stenen, die hij van de eerste man gekocht had, en de buren hadden zich voor niets ingespannen!
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Een beetje verbouwereerd antwoordt Judas: 'Ieder praat naar zijn, verstand!' Thomas zegt: 'Dat is waar; jij begrijpt alles, omdat je zo dom ; bent, op een domme manier en je praat ook zo! Geef liever wat aandacht aan een arme, die langs de weg ligt! Geef hem je beurs, dan zul je voor het eerst van je leven volkomen wijs handelen!'
Hoofdstuk 95: Het karakter van Judas. (15.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Thomas zegt: 'Wat betreft dat vergeven mijnerzijds, daarover hoeft, U zich geen zorgen te maken; want ik heb beslist nooit wrok tegen hem gekoesterd, hoewel ik hem altijd gekend heb als een mens, waarmee niemand makkelijk op kan schieten, - zelfs de profeet Johannes niet, waarmee hij meermalen een twistgesprek had! Maar ik moet heel eerlijk toegeven, dat het me duizendmaal liever geweest was, als hij niet bij ons gezelschap hoorde!
Hoofdstuk 96: De wil van Judas. (16.10.1851) In Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik ging direkt naar haar bed, nam haar bij de hand en zei tegen haar: 'Dochtertje, sta op en maak liever het avondmaal voor ons klaar, in plaats van hier ziek in bed te liggen!'
Hoofdstuk 99: Bethabara. De schoondochter van Petrus. ( 18.10, 1851) Aan en op het meer van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Petrus zegt: 'Je weet toch net zo goed als ik, dat ik niemand heb om te sturen! Als je zo graag wijn wilt hebben, ga er dan zelf heen, en ding nog wat af bij de waard, dan krijg je het zo voordelig mogelijk!' Judas zegt: ' Ah, als ik zelf moet gaan, dan zie ik er liever van af!' Petrus zegt: 'Doe wat je wilt, ik kan je niet helpen, want mijn vissersknechten hebben aan zee nog volop werk; mijn vrouwen mijn kinderen en mijn schoondochter hebben het, zoals je zelf kunt zien, veel te druk, en van mijzelf zal je toch wel niet verlangen, dat ik nu bij avond een hele zak vol wijn alleen voor jou hierheen ga halen!?' -Judas zegt daarop wat geërgerd: 'Nou nou, ik meende er goed aan te doen, omdat ik zag dat je geen wijn hebt; ik zou het heus zelf wel betaald hebben, hoe duur het ook geweest was!'
Hoofdstuk 101: Het bijzondere wijnwonder voor Judas. (19.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik maakte echter gebaren naar de leerlingen, dat ze Mij niet moesten verraden. Petrus zei toen: 'Vraag niet zo veel, maar help liever al dat water uit het schip te scheppen, anders zijn wij nog verloren als er soms een staartje van de storm komt, wat vaak genoeg gebeurt als hij zo ineens afbreekt zoals nu!' -Toen vroegen de vreemden niets meer, maar pakten de wateremmers en schepten vlug het water uit het schip en hadden daar volop werk aan tot we de uitgestrekte oever aan de overzijde bereikten.
Hoofdstuk 103: Op zee. Jezus en de storm. (21.10.1851) In Gadara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Het land, of liever gezegd de streek, waar we nu gekomen waren, Werd bewoond door een volkje - de Gergesenen, ook wel Gadarenen genoemd -en lag langs de gehele lengte van het meer recht tegenover Galiléa.
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Judas zegt: ' Ja, als je dat bedoelt! In een bepaald opzicht is dat zeker ook geen slechte vangst, maar in ons gewone leven heb ik liever een honderd pond zware meerval dan al die mensen daar buiten! Want voor zo'n vis krijg ik overal veel geld, maar voor die daar buiten geeft niemand me een stater. ,
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[28] Als je dus onze medeleerling wilt zijn, zet dan die overbodige moed van je maar aan de kant, en wees in plaats daarvan liever vol liefde, geduld en zachtmoedigheid, dan ben je een echte leerling van de Heer!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Spoedig na dit voorval wordt het valluik van de kamer - of liever gezegd de zolder - geopend. Een gewichtig doende Farizeeër roept vragend naar boven: 'Wat is er aan de hand daar boven, wat gebeurt daar?!'
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De schriftgeleerde zegt: 'Dat is een onderwerp waar jij geen verstand van hebt, houd dus maar liever je mond!'
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Een meer gemoedelijke Farizeeër zegt: 'Nou, nou, laten we deze zaak maar laten rusten en praten we liever eens met meester Jezus, die zou ons wel eens van dit voorval de beste verklaring kunnen geven, want hij staat in alle wetenschap en wijsheid hoog boven ons!' Hij wendt zich tot Mij en vraagt: 'Wat denkt u van deze geschiedenis? Want u schijnt daarvan toch wel iets geweten te hebben, omdat uw eerdere gesprek met de leerlingen van Johannes daarop schijnt te wijzen. Want haast op hetzelfde moment, dat u tegen de leerlingen van Johannes zei, dat God voor diegenen zorgt, die Hem waarachtig liefhebben en zonder twijfel op Hem vertrouwen, en de lelijkheid en de verwerpelijkheid van de zelfzucht zo goed over de hekel haalde, gebeurde het, en daarom geloof ik eigenlijk dat u daarover van buitenaf in kennis bent gesteld of dat u ongezien zelf de veroorzaker bent!'
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De opdracht was echter ook zo geformuleerd, dat ze voornamelijk betrekking had op de tijd na Mijn hemelvaart toen de twaalf of liever allen, die in die tijd Mijn leer verkondigden, pas datgene ondervonden, wat Ik nu aan de twaalf bekendmaakte.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Na deze energieke toespraak van Matthéus d.t., kregen allen meer moed en begon hun rug behoorlijk te jeuken, alsof ze al liever weg zouden vliegen, dan te voet op weg te gaan.
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...