Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

35 resultaten - Pagina 2 van 3

1 - 2 - 3
[14] Aan de binnenkant van deze buitenste aardlaag die ongeveer 150 km - soms ook wel minder - dik is, begint het eigenlijke, meest vaste deel van het aardelichaam, dat is de tweede aarde en het eigenlijk vaste deel van de aarde, weliswaar niet overal even vast, maar toch altijd vast genoeg, om de zich over haar uitstrekkende aardkorst gemakkelijk te dragen.
Hoofdstuk 5: De inwendige bouw van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Zoals jullie echter nu bij de boom hebben gezien, dat in hem de al bekende drie bomen door deze verschillende kanalen verbonden zijn, en hoe daar de verschillende werkingen ontstaan, zo is dat ook het geval bij het aardelichaam, maar dan in een naar verhouding veel grotere en sterkere mate, wat gemakkelijk te begrijpen is, omdat de aarde toch zeker een groter lichaam is dan een boom.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Zoals bij een boom uit zijn hart talloos vele kanalen opstijgen en zoals van de kern van de boom, die in zekere mate een voortzetting van het hart van de boom is, ook weer vele nog kleinere dwarsbuisjes lopen en de omhoog lopende kanalen vooral in de buurt van de stam steeds vaker gekruist doorbreken, zo is dat ook bij het aardelichaam het geval. Hoe dichter de organen bij het hart liggen, des te groter zijn ze. Hoe verder ze daarvan verwijderd zijn, des te kleiner zijn ze en des te meer tot in het oneindige vertakt.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Daar echter alle dingen, zoals planten en dieren, kleine overeenkomstige voortbrengselen van het aardelichaam zijn, is het begrijpelijk dat dit alles op grotere schaal ook in het aardelichaam moet worden aangetroffen. De aarde heeft daarom evenals elk dier een aan haar wezen aangepaste grote hoofdmond, waardoor ze ook het voornaamste voedsel in zich opneemt. Naast deze hoofdmond heeft ze echter nog overal talrijke grote en kleine zuig - en eet slurven, waartegenover ze dan tevens een overeenkomstig hoofdafvoerkanaal heeft en daarnaast ook nog talloos vele kleinere afvoerkanaaltjes.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Hoe ziet deze mond er dan uit? Hij is tamelijk groot. De doorsnede van de mond, gerekend vanaf de buitenste rand, waar de ingang trechtervormig begint, heeft gemiddeld een afmeting van tussen de 20 en 30 mijl * ( Oude lengtemaat. 1 Duitse mijl = 7,420 km ), .maar aan de onderkant wordt hij nauwer en meet daar iets minder dan een achtste mijl. Met diezelfde dikteafmeting gaat de slokdarm tamelijk recht naar beneden tot in de maag van het aardelichaam. De wanden van deze slokdarm zijn zeer oneffen en geribbeld en over lange afstanden zó met puntige uitsteeksels bezet, alsof ze met de huid van een reuzenegel zijn overtrokken.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Vanuit de nu beschreven maag gaat een schroefvormig hoofdkanaal door het hele aardelichaam heen, mondt uit aan de zuidpool en is van dezelfde materie als de maag, maar wordt bij de uitmonding geleidelijk steeds harder.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Het ademhalen van het aardelichaam is gemakkelijk waar te nemen aan de zeekust, waar de zee regelmatig opkomt en dan weer terugvalt. Als dan zo'n uiterlijk verschijnsel aanwezig is, dan kan iedereen daar met zekerheid uit concluderen dat dit alleen maar tot een innerlijke oorzaak terug te voeren is, echter nooit tot een oorzaak van buitenaf.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Daar dus de milt ook in ons aardelichaam een van de belangrijkste rollen speelt om leven op te wekken, is het ook niet meer dan billijk dat men aan dit orgaan een bijzondere aandacht besteedt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Kijk eens naar de vuurspuwende bergen op de aarde! Ze zijn weliswaar slechts onbelangrijke uitlopers van deze voornaamste stookplaats, maar hun aanblik kan ons toch wel een overtuigend beeld geven hoe het er in de 'hoofdvuurkeuken' van het aardelichaam uitziet. Dat is dus één werking, die aan de oppervlakte van de aarde zichtbaar wordt.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Na de milt is de lever één van de belangrijkste organen. Ze is het afscheidingsapparaat in het dierlijke zowel als in het aardelichaam en verdient daarom evenals de milt onze bijzondere aandacht.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Het water van de zee en ook dat van de meren van het vasteland vormt een soort verdichte lucht, waarin dieren kunnen leven. Maar deze lucht behoort eigenlijk nog tot het aardelichaam zelf en wel tot haar buitenste schors. Daarom kan het water niet zonder meer in de atmosferische lucht worden opgenomen, maar slechts dat deel, dat zich in de nevels en wolken bevindt, evenals het vrije waterstofgas in de lucht zelf, al kunnen we dat ook niet als nevel of wolken beschouwen.
Hoofdstuk 20: Wezen en bestanddelen van de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De lucht is, evenals alle materie, niets anders dan een geestelijk materieel conflict. Al deze geestelijke potenties zijn des te bozer naarmate ze lager liggen en hoe hoger ze zich boven de planeten bevinden, des te vreedzamer en bestendiger zijn ze. Het totale wezen van het aardelichaam met de haar omringende lucht is niets anders dan een rangschikking van d e geesten, die zich in deze planeet hebben gevestigd om aan de reeds bekende 'terugweg' te beginnen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Door het uitdrijven van de laatste excrementen (uitwerpselen), wordt ook de rotatie van het aardelichaam bewerkstelligd en wel doordat deze zeer luchtig uitziende excrementen in de spiraalvormige beweging buiten op de vrije ether stuiten en de aarde daardoor een draaiende beweging geven, net zoals een om een rad gewonden raket dit rad in beweging zet als hij aangestoken wordt. Dat komt omdat de uit de raket ontwijkende lucht zo' n grote druk uitoefent, dat de lucht erbuiten niet even snel kan ontwijken. Daardoor wordt tussen de uitstromende lucht van de raket en de buitenlucht een ononderbroken drukzuil gevormd, die het rad waarop de raket is bevestigd, in een noodzakelijke ronddraaiende beweging brengt, op de manier waarop een opstijgende raket door een dergelijke snel onder haar groeiende luchtzuil omhoog wordt gedragen.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Wie dit niet helemaal kan begrijpen, die stelle zich een badkuip met water voor, zoals Ik jullie ook al bij een andere gelegenheid heb laten zien. Hang boven het bad, op een afstand van ongeveer tien meter een behoorlijk grote kogel, die bovendien van magnetisch ijzer is. Breng deze kogel boven het bad in een draaiende beweging en kijk naar het water of dat soms in beweging komt. Je kunt er van verzekerd zijn, dat het water in volledige rust zal blijven. Laat nu iemand in het bad gaan liggen en gewoon ademhalen. Iedere waarnemer zal zich ervan kunnen overtuigen, dat bij elke inademing het water in het bad iets zal stijgen en bij het uitademen weer iets zal dalen. Wat we hier in het klein kunnen zien, gebeurt met het aardelichaam in het groot:
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De lever bevindt zich bij de mensen - evenals bij alle dieren rondom de maag, omdat zij daar het meest nodig is. Daar is dit orgaan, maar dan in de grootste afmeting, ook in de aarde geplaatst. Zijn functie is geheel dezelfde als die van de lever bij de dieren. Hoewel ze maar een secundaire werking uitoefent ten opzichte van de werking van de milt, is ze toch een niet minder machtig orgaan tot verwekking van leven in elk dierlijk organisch lichaam. Want uit de lever van de aarde komt aanvankelijk alles als het ware voort wat de aardkorst in zich en op zijn oppervlakte draagt. Zo is ook al het zeewater uit de lever afkomstig en is in de grond van de zaak niets anders dan de uitgestoten urine van het aardelichaam, welke urine echter desondanks weer verdampt en in wolken opgaat, die op hun beurt in de lucht door de inwerking van het licht in zoet, voedzaam water wordt omgezet.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
1 - 2 - 3