Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 2 van 84

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Ze konden allemaal maar niet genoeg naar hem kijken, en de arts zei bij zichzelf: ' Nee, nee, dat is op zichzelf al eindeloos meer dan te veel zaligheid in het rijk Gods; want het aanschouwen van zo'n hoogst voleindigde, mooie menselijke gestalte zou voor ieder mens duizend jaar toch even snel laten voorbij gaan als een vluchtig ogenblik!'
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Pas na een poosje dieper nadenken zei hij, niet zozeer tegen Rafaël maar meer tegen zichzelf (de arts): 'Dat ziet eruit als bestaan en niet bestaan! Zojuist nog een heel stevig lichaam en nu -weliswaar nog dezelfde gestalte, maar zonder ook maar het minst voelbare wezen! Hoe kan het menselijk inzicht dat begrijpen en zelfs het scherpste menselijke verstand dat beoordelen? Hier staan mijn inzicht en verstand bij stil! O hoogst heerlijke en zalige vriend, dat moet je mij uitleggen, anders zal het voor ons Grieken nog moeilijker zijn dan voorheen om helderder en beter te begrijpen wat het rijk Gods inhoudt.
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen ze de engelen niet meer zagen, zei de visser: 'O vriend! Was dat werkelijkheid of alleen maar een soort droom, teweeggebracht door jouw onbeschrijfelijke schoonheid? Want ik heb nog nooit zo'n bekoorlijk mooie menselijke gestalte gezien als die van jou, die lijkt op degenen die ik nu voor enkele ogenblikken in het licht van de hemelen heb aanschouwd.'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Daarom zouden de mensen naar mijn menselijk verstandelijke mening niet alleen Uw zeer wijze en waarachtige leer moeten ontvangen, maar ook te horen krijgen dat die leer niet zoals in de oertijd uit de mond van een wijs mens is gekomen, maar direct uit de mond van God, die overeenkomstig Zijn eeuwige raadsbesluit de menselijke natuur en gestalte lichamelijk heeft aangenomen; maar tevens dat deze daden, die alleen God kan doen en waar duizenden getuigen borg voor kunnen staan, meer dan overduidelijk hebben bewezen dat hij geen mens, maar naar volle en onbetwistbare waarheid de enig ware God Zelf was!
Hoofdstuk 45: De tegenwerpingen van de onderaanvoerder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En kijk! Daar voor de deur staat al een menselijke gestalte als die van een kind, en wacht om bij een volgende verwekking in het lichaam van een moeder opgenomen te worden. En achter deze zielsverschijning zie je een lichtende gestalte; dat is reeds van gene zijde de geest van die ziel, die ervoor zal zorgen dat deze ziel die nu nog tot het rijk der natuur behoort bij de eerstvolgende gelegenheid in een moederlichaam wordt verzorgd.
Hoofdstuk 185: Het voorbeeld van een vereniging van dierlijke zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Er is al vaak genoeg gezegd dat de menselijke ziel uit zeer kleine beginstadia bestaat, die zich tot steeds hogere niveaus van bewustzijn ontwikkelen en tenslotte in de mens weer die vorm bereiken, die als aardse vorm zich niet meer verder kan ontwikkelen, maar wel wat het zielenleven betreft. Er komen dus in de mens twee beginselen samen: het einde van het materiële leven als hoogst ontwikkeld zelfbewustzijn, en het begin van een zielenleven dat in de hoogste verworven voleinding van de vorm onveranderlijk is. Daarom kan de mens op dit scherp van de snede van het aardse leven zich niet afsluiten voor het bewustzijn dat hij leeft -want daar is hij zelf het bewijs van -terwijl hij er toch geen vermoeden van heeft dat hij is aangekomen op de drempel van een geestelijk leven, dat nu in de onveranderlijk blijvende menselijke vorm zijn begin heeft. Met andere woorden: nadat hij vele veranderingen van lichaamsvorm heeft doorgemaakt, die het bereiken van de menselijke gestalte tot doel hadden, ondergaat die gestalte nu in haar algemene vorm geen verandering meer, maar wel begint er nu een verandering van de ziel, die tot doel heeft de geest Gods Zelf steeds dichter te naderen en daarmee in gemeenschap te treden.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[656] "Het is toch volkomen begrijpelijk dat het aardse li­chaam, nadat de ziel zich ervan heeft losgemaakt, nooit meer zal opstaan en in al zijn delen weer tot leven gewekt zal worden. Want, als dit het geval zou zijn, dan zou ook alles wat gedurende het tijdelijke leven door het lichaam is afgelegd, zoals bijvoorbeeld haren en nagels, maar ook zweetdruppels en bloed, die men in veel bittere voorvallen heeft verloren en dergelijke, nieuw leven moeten worden gegeven. Stelt u zich zo'n menselijke gestalte, die op de jongste dag tot leven is gewekt, eens voor! Zo'n lichaam zou er toch belachelijk uitzien! Ook heeft de mens immers op verschillende tijden een verschillend lichaam. Zo ziet het lichaam van een kind er anders uit dan het lichaam van een jonge man en ook weer anders dan het lichaam van een volwassen man of dat van een grijsaard. Bij een volkomen tot leven wekken van een gestorven menselijk lichaam zou logischerwijs de vraag moeten worden gesteld of alle vormen, welke het lichaam van de mens vanaf zijn jeugd tot aan de ouderdom gehad heeft tegelijk of de één na de ander of slechts één enkele vorm weer tot leven moet( en) worden gewekt. Daarnaast komt het voor dat lij­ken verbrand worden of door dieren worden opgegeten of op een andere manier tot ontbinding overgaan en dat hun bestanddelen in nieuwe levensvormen worden ingevoegd. Wie moet dan wel de vroegere menselijke lichaamsdelen uit de nieuwe vormen zoeken en weer tot een menselijke gestalte samenvoegen!?
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[16] En als nu de Schepper in Zijn oorspronkelijke menselijke gestalte bij ons is gekomen in de volheid van Zijn eeuwige liefde en wijsheid?! Kun je dan nog in je hart aanmerkingen maken op hoe Hij van oorsprong in Zijn wezen is?
Hoofdstuk 263: De door zijn vriend beleerde twijfelaar op weg naar erkenning van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Ja, geliefde broeder Henoch! Ook al zou je mij er niet op gewezen hebben, dan nog zou het mij onmogelijk hebben kunnen ontgaan dat dit het eerste mensenpaar van de aarde is! De reusachtige grootte, die volmaakte menselijke gestalte en de verblindend-witte hoge ouderdom getuigen daar immers overduidelijk van!
Hoofdstuk 89: De aankomst van de reizigers op de hoogte en hun begroeting door Adam. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zoals jullie zien bevinden we ons nog steeds op onze eenvoudige, geestelijke zon, zien nog steeds niets anders dan zalige geesten in volmaakte menselijke gestalte door elkaar, met elkaar en boven elkaar wandelen en op de grond onze boompjes, edele struiken en het mooie gras. Maar kijk, daar komt zojuist een mannelijke geest naar ons toe. Mij ziet hij niet; spreken jullie hem daarom aan opdat hij voor jullie zal blijven staan. Als hij blijft staan, ga dan dichter naar hem toe zodat jullie zijn sfeer bereiken, dan zullen jullie meteen de geestelijke zon in een ander kleed zien.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[38] De gastheer zegt: welnu, omdat jullie dat levendig uit de grond van je hart wensen zeg Ik jullie: kijk naar Mij, want precies zoals Ik eruit zie, zo ziet ook de Heer in Zijn menselijke gestalte eruit.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[37] De man zegt: o mijn vriend, die ons in Naam van de Heer zo liefdevol hebt opgenomen, dat is een vraag die buitengewoon moeilijk te beantwoorden is! Want in onze religie op aarde hebben we ons nooit met het menselijke, visuele uiterlijk van de Heer beziggehouden, maar slechts met Zijn woord en we dachten daarbij: in deze wereld zal de Heer zich zonder meer meteen aan ons te kennen geven en we zullen Hem aan Zijn stem en uit Zijn woorden herkennen. Maar nu zie ik pas in dat de waarachtige liefde voor de Heer naast Zijn woorden ook de gestalte van Zijn wezen wil omvatten. Dat is voor haar echter niet gemakkelijk omdat ze daar nooit aandacht aan besteedde en dus ook niet in zich heeft opgenomen. Dus zul jij, lieve vriend, nu ook wel zo goed willen zijn om ons de gestalte van de Heer te beschrijven.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Jullie kijken nu wel een beetje verbaasd, maar ik zeg jullie: laat je door dit verschijnsel niet beïnvloeden, want kijk, het kruis en het beeld zijn hol. Zoals jullie gemakkelijk kunnen zien houdt de drager het kruis tegen zijn mond en spreekt door een opening die in de mond van het christusbeeld aan het kruis uitkomt. Daarom lijkt het alsof de stem uit de mond van de heiland aan het kruis komt. Het is dus eveneens een ijdel en boosaardig bedrog, waarbij de menselijke gestalte van de Heer als drogmiddel gebruikt wordt. Toch is dit bedrog in wezen niet echt slecht daar de aanvoerder niet werkelijk kwaadwillig handelt.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Hoe gedragen zulke wezens zich echter in het hiernamaals ten opzichte van zalig levende geesten? Niet anders dan als echte sukkels, dus als geestelijke krankzinnigen, die op alle mogelijke manieren ook nog misvormd zijn, zodat er van een menselijke gestalte vaak geen spoor meer te ontdekken valt. Deze wezens zijn in de geestenwereld wat hun handelwijze betreft evenmin toerekeningsvatbaar als de krankzinnigen bij jullie op aarde. Daaruit volgt dus, dat niet de ziel op zich, maar slechts de ziel in het bezit van de geest, want alleen daarin woont de vrije wil, toerekeningsvatbaar is; dus in wezen alleen de geest.
Hoofdstuk 79: Het zesde gebod in de zesde zaal. Wat is onkuisheid? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] De dokter kijkt nu wel wat laatdunkend, maar zegt toch: ja, beste vriend, dat zou weliswaar beter zijn geweest, maar het is nu eenmaal niet zo als jij je daarnet gewenst hebt. Dus moeten we ons er wel mee tevredenstellen, dat we alleen maar langs de weg der ervaringen in staat zijn om wat nauwkeuriger de inwendige gezondheidstoestand en het ziektebeeld van de mens te kunnen bepalen. Want al zou de mens ook als een kast opengemaakt kunnen worden, dan zou dat voor hem nog veel levensbedreigender zijn dan het nu is, want slechts één enigszins onhandige greep in het inwendige zou hem plotseling het leven kunnen kosten. Al zou men ook door dat openen de ingewanden kunnen bekijken, dan zou men daar nog zeer weinig aan hebben. De ingewanden met hun fijne organismen zouden toch afgesloten moeten blijven, omdat bij het openleggen al hun levenssappen en levenskrachten onmiddellijk zouden wegvloeien. Wat echter de uitwendige plaatsing van de inwendige lichaamsdelen betreft, waarlijk beste vriend, dat zou de menselijke gestalte een hoogst onesthetisch aanzien geven. En als de mens volkomen doorzichtig zou zijn, dan zou men van elkaar schrikken, want men zou dan tegelijkertijd de huid, de spieren, de bloedvaten, de zenuwen en tenslotte de beenderen zien. Dat zo'n aanblik niet erg aantrekkelijk is, kan men zich wel voorstellen.
Hoofdstuk 96: Waarom de ware betekenis van het tiende gebod verhuld is - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...