Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1614 resultaten - Pagina 2 van 108

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] (Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan' Joh.3:5) Op deze herhaalde vraag gaf Ik Nicodémus weer precies het antwoord, zoals dat in het bovenstaande vers 5 staat; dit antwoord verschilt met het voorgaande, want hier wordt nauwkeuriger aangegeven, waaruit men eigenlijk wedergeboren moet worden om in het Rijk van God te komen, namelijk uit het water en uit de geest, wat zoveel wil zeggen als:
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De ziel moet eerst met het water der deemoed en der zelfverloochening worden gereinigd en kan daarna pas de geest van de waarheid opnemen, omdat een onreine ziel die nooit bevatten kan, want een onreine ziel is als de nacht, terwijl de waarheid een volle zon is, die overal het daglicht om zich heen verspreidt.
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Alleen dit zeg Ik u nog: Ga naar Johannes, die nu nog vanwege het water te Enon in de buurt van Salim doopt, die zal u zeggen of de eniggeboren Zoon van God er al is of niet! Daar zult u Hem leren kennen!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Allen, die Mijn leer gelovig aannamen, werden door Mij zichtbaar met water, onzichtbaar echter met de geest van Mijn eeuwige liefde gedoopt, en verkregen daardoor de macht 'Gods kinderen' te heten. Daaruit bestond dus Mijn bezigheid met hen. Wat Ik zei en wat Ik deed is in gedeelten door de andere drie evangelisten opgetekend en behoeft hier niet weer herhaald te worden; het bestond voornamelijk uit het aan de kaak stellen van alle grove gebreken waarmee de Joden en de Farizeeën behept waren, en uit het roemen van de liefde voor God en de naaste.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Ook Johannes doopte nog in Enon bij Salim; want daar was veel water, en zij kwamen daarheen en lieten zich dopen. Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. Joh. 3:23-24) Op Mijn tocht door het Joodse land kwam Ik ook in de omgeving waar Johannes in de kleine woestijn bij Enon in de buurt van Salim doopte. Hier had hij water, terwijl de Jordaan in de omgeving van Bethabara zeer weinig water bevatte en dat water was ook nog troebel, onrein en vol stinkende wormen. Daarom was Johannes van standplaats veranderd, hield te Enon zijn indringende boetepredikingen en doopte daar ook zelfde mensen die zijn leer aannamen en oprecht berouw getoond hadden.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (En zij kwamen naar Johannes toe en zeiden: 'Meester, Hij Die bij u was aan de overkant van de Jordaan, van Wie u hebt getuigd, zie, Hij doopt nu ook en allen komen naar Hem toe. Joh 3:26) Naar aanleiding van zulke uitlatingen gingen de leerlingen van Johannes samen met de Joden naar Johannes en zeiden: 'Luister naar ons Meester! -Zie, dezelfde man, Die bij u was aan de overzijde van de Jordaan, en Waarvan u dat getuigenis gaf dat Hij met de heilige geest zou dopen, doopt nu ook hier in de buurt net als u met water! Hoe moeten wij dat opvatten en begrijpen? Is deze doper wel Diegene, van Wie u het grote getuigenis gaf?'
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik denk echter, dat Hij Zelf niet met water doopt, maar slechts met het vuur van de geest; Zijn leerlingen daarentegen zullen de mensen vooraf op mijn manier dopen, dat wil zeggen al diegenen, die niet reeds door mij gedoopt zijn. -De mens heeft echter niets aan de waterdoop, als hij daarna niet gedoopt zou worden met de geest van God.'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] ('En getuigt, wat hij gezien en gehoord heeft; en toch wil bijna niemand zijn getuigenis aannemen.' Joh. 3:32) Het water getuigt alleen over het water en reinigt de huid van het vuil van de aarde. De Geest van God, waarmee alleen de Heer dopen kan omdat deze Geest Zijn geest is, getuigt echter van wat Hij alleen altijd in God ziet en hoort.
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wat zou het je baten als je aan zee een lek vat zou willen vullen met water? Kun je dan ooit zeggen en vaststellen, dat je een bepaalde hoeveelheid water uit de naar jouw mening mateloze zee geschept hebt? Als het vat echter goed waterdicht is, dan kun je wel meten hoeveel zeewater je in het vat hebt! Het water van de zee is allemaal hetzelfde; of je er veel of weinig van hebt maakt geen verschil. De zee zelf is ook overal gelijk, en wie, waar dan ook, vee lof weinig uit de zee schept, die schept puur zeewater en merkt daarna pas hoeveel.'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Over de reiniging ontstond toen een woordenstrijd tussen de leerlingen van Johannes en de Joden. Joh. 3:25) Er ontstond weldra een strijdvraag over de reiniging door Johannes en Mijn doop; want de leerlingen van Johannes begrepen niet, dat ook Ik met water doopte, omdat hij verklaard had dat Ik niet met water , maar met de heilige geest zou dopen. Veel Joden, die nu reeds leerlingen van Mij waren, beweerden dat Mijn doop de echte doop was; want hoewel Ik net als Johannes met water doopte, was toch Mijn doop de enig echte, omdat Ik niet alleen met het water der natuur, maar ook gelijktijdig met het water van de geest van God doopte en de gedoopten duidelijk zichtbare macht gaf om Gods kinderen te heten!
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] ('Die van boven komt, is boven allen; wie van de aarde is, is van de aarde. Hij, Die uit de hemel komt, is boven allen.' Joh. 3.31 ) Degene, Die de macht heeft om voorschriften te geven, is boven; en hij, die gehoorzamen moet, is beneden. -Er kan gevoeglijk echter niemand boven zijn, die boven niet thuis hoort. Degene, die van boven komt, staat boven allen. Wie tot de aarde behoort, kan nooit van boven zijn, maar is altijd slechts van de aarde en kan alleen maar spreken over de aarde. Hij, die echter van de hemel komt, staat boven allen; want Hij is de Heer en kan derhalve doen wat Hij wil, en kan dopen met water, vuur en geest, want alles behoort Hem toe!
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Toen nu de Heer merkte dat de Farizeeën gehoord hadden, dat Jezus meer leerlingen kreeg en doopte dan Johannes, hoewel Jezus Zelf niet doopte, maar alleen zijn leerlingen, verliet Hij het land Judéa en ging weer naar Galiléa. Joh. 4:1-3) Na deze rede van Johannes gingen zijn leerlingen weldra naar Mij, en het aantal van Mijn leerlingen vermeerderde zich dag aan dag, ja vaak van uur tot uur. Want ieder, die in Mij begon te geloven, en die Ik naar de mate van zijn geloof en na de doop met het water, die door Mijn eerste leerlingen gegeven werd, Mijn handen opgelegd had, geraakte vol met geestelijke kracht en moed en had geen angst meer voor de dood.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Er komt een vrouw uit Samaria om water uit de bron te putten. Jezus zegt tot haar: 'Vrouw geef Mij te drinken'. Want zijn leerlingen waren de stad ingegaan om voedsel te kopen. Joh. 4:7-8) Terwijl Ik nog steeds tevergeefs wacht op een kruik uit het dorpje om water mee te putten, komt er als geroepen een Samaritaanse uit Sichar met een kruik om voor zichzelf op deze hete dag een kostelijke dronk uit de Jacobsbron te halen, waarvan het water zeer koel was. Toen ze haar kruik met water aan een touw uit de bron getrokken had, terwijl ze daarbij helemaal niet op Mij lette, zei Ik tegen haar: 'Vrouw! Ik heb erge dorst, geef Mij uit je kruik te drinken!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Jezus antwoordde en zei tot haar: ' Als je de gave van God kende en Wie Hij is die tot je zegt: Geef Mij te drinken, dan zou je Hem smeken en Hij zou je levend water te drinken geven'. Joh. 4: 10) Ik zeg: 'Omdat je niets beseft, daarom praat je zo; maar als je een beetje inzicht had en je zou de gave van God herkennen en Degene, die tegen je spreekt en gezegd heeft: 'Vrouw, geef Mij te drinken!', dan zou je voor Hem neervallen en Hem smeken om het echte water, en Hij zou je levend water te drinken geven! Ik zeg je, wie gelooft wat Ik tegen hem zeg, uit diens lichaam zullen stromen van hetzelfde levende water stromen, zoals dat geschreven staat in Jesaja 44 vers 3 en in Joël 3 vers I.'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Zelfs de leerlingen, die zich het eerst bij Mij gevoegd hadden, zoals Petrus, Mijn Johannes de evangelist, Andréas en Thomas, Philippus en Nathánaël vielen alsof ze bijna halfdood waren op het malse gras onder de bomen neer; alleen Ik zette Mij, hoewel ook erg moe, op de stenen borstwering van de bron, want Ik wist al vooruit dat er zich aan de bron weldra een goede gelegenheid zou voordoen om met de halsstarrige, maar overigens met weinig vooroordelen behepte, Samaritanen een zeer nuttig debat aan te gaan. Tegelijkertijd was Ik ook al erg dorstig en wachtte op een kruik om water mee te scheppen, waarvoor een leerling het dorpje ingegaan was, maar waarmee hij nog steeds niet te voorschijn kwam.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...