Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

68 resultaten - Pagina 2 van 5

1 - 2 - 3 - 4 - 5
[1] Ik zei: 'Omdat die gedaante overeenkomt met hun innerlijke, boosaardige begerige liefde! De gevleugelde slang komt weliswaar overeen met een zekere mate van wereldse wijsheid en kan met de verfijnde krijgslistigheid van een veldheer vergeleken worden; maar als je die wijsheid beter bekijkt, zul je daarin heel weinig naastenliefde, maar in plaats daarvan ongelooflijk veel zelfzucht, heerszucht en ongeremde hoogmoed ontdekken. En kijk, die innerlijke gesteldheid van een ziel verschijnt in Mijn allerhoogste licht der waarheid in een gedaante, die daarmee volkomen overeenstemt!
Hoofdstuk 51: Het wezen van de eerste vijf uitgedreven geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Als het voor God de Heer van eeuwigheid mogelijk is om zulke grote ~erken enkel door Zijn wil hetzij in één ogenblik dan wel op grond van Zijn liefde en wijsheid in langere tijdsperioden tot leven te roepen, dan kan Hij toch even gemakkelijk door Zijn woord en Zijn wil een kleine plek kale bodem met vette aarde bedekken en op die plek overeenkomstig zijn aard zulke vruchten laten groeien als de gesteldheid van het land volgens de door Hem vastgestelde orde vereist.
Hoofdstuk 104: De leerling Andréas spreekt over de werken en woorden van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Daarop antwoordde Ik: 'Wat een mens denkt, waar hij naar streeft en wat hij doet, evenals zijn innerlijke geestelijke gesteldheid, verkeert steeds in harmonie met zijn uiterlijke omgeving, zodat daar direct wisselwerkingen uit voortkomen. Jullie weten en Ik heb jullie ook al gezegd, dat ieder mens omgeven is door een uiterlijke levenssfeer, waarmee hij uit de hem omringende lucht geestelijke invloeden opzuigt, die hij gebruikt voor het voeden en uitbreiden van het ik van zijn ziel.
Hoofdstuk 3: De mens als heerser over de natuur - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Zie, wat heb je aan een denken de geest, als je de liefde niet hebt?! Ik zeg je, je zult eeuwig in het duister rondtasten! Want ook al zou je duizend jaar lang het gindse verre gebergte aangapen en er zoveel over nadenken dat je met je gedachten een gat in een steen zou boren, - zeg me, zou daardoor de gesteldheid van de blauwe verten je duidelijker worden?!
Hoofdstuk 174: Een evangelie voor beledigden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Daarom zou mijn raad het volgende zijn: omdat de tien kleine steden rondom Hanoch nog niet versterkt zijn en elke stad nauwelijks tien- tot vijftienduizend mensen telt met een in ieder opzicht zwakke gesteldheid, zouden wij deze steden met weinig moeite geheel kunnen bemachtigen en daardoor al het handelsverkeer met Hanoch geheel afsnijden!
Hoofdstuk 134: De krijgsraad en de krijgslist van de machtige volkeren die rondom Hanoch wonen. De verovering van de tien voorsteden van Hanoch. Hanoch bewapent zich. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] In het onderhavige werk De geestelijke zon bezitten wij een hoofdwerk over het hiernamaals. Het werd door Jakob Lorber opgetekend in de periode van november 1842 tot december 1843, aansluitend aan de beschrijving van de natuurlijke zon. Terwijl het werk De natuurlijke zon ons in de wondere wereld voert van onze 'eigen' centrale ster en van dit hemellichaam een nauwgezette beschrijving geeft van zijn gesteldheid, zijn natuurrijken en van zijn bewoners, gaat het tweedelige werk De geestelijke zon ver buiten de grenzen die de natuur getrokken heeft.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Als het slechte verstand het goede ergert, moet je dat onderkennen en voor altijd afstand doen van het slechte verstand, en evenzo moet je met de wil doen; en het is natuurlijk ook beter om met je goede verstand en wil het hemelrijk binnen te gaan dan met twee verstanden en willen naar de hel te gaan. Want ik houd het er nu op dat iemand die zich al naargelang de gesteldheid van zijn liefde voor de wereld nu eens door zijn slechte verstand en zijn slechte wil en dan weer door zijn goede verstand en goede wil tot allerlei handelingen laat verleiden, reeds op deze wereld een aartsduivel is. Want iemand anders, die als gevolg van zijn oorspronkelijke opvoeding alleen maar een slecht verstand en een slechte wil heeft en derhalve ook niet anders dan slecht kan handelen, is in feite eigenlijk geen boosaardige, maar veeleer een domme duivel, voor wie je nog tot U de bede kunt richten: 'Heer, vergeef hem en maak hem beter; want tot nu toe heeft hij niet geweten wat hij heeft gedaan!' O Heer en Meester, wees zo genadig mij te zeggen of ik nu goed en juist heb geoordeeld!'
Hoofdstuk 214: De beelden van het uitrukken van de ogen, het afhakken van de handen en van het eten en drinken van het vlees en bloed van de Heer (20.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[30] En zie, toen glansden ook de aarden en de manen en die werden in het juiste aantal over de zonnen verdeeld, en de Liefde beademde ze met de kracht en de macht van de Godheid en zie, het licht op de zonnen schitterde, de zeeën van de aarden golfden en wervelden in hun stromingen, en de luchten en winden dreven en woeien over de aarden zoals Gods geest over de wateren van de erbarming zweefde! En de manen verhieven zich vol macht boven hun aarden, aan wie zij gegeven waren als een vrucht aan een boom, en zij begonnen er in grote kringen omheen te cirkelen als vaste begeleiders van hun ontstaansbron; en waar er vele waren, werden zij in vaste banen verenigd ten teken van de liefde van de kinderen, die onafgewend het aangezicht van hun Vader moeten aanschouwen zoals de manen hun aarden, zodat zij vanwege hun onsamenhangende gesteldheid niet uit hun banen gerukt en daardoor vernietigd worden.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Wie hier niet ten minste voor de helft in de geest wordt wedergeboren, komt aan gene zijde min of meer in de hierbo­ven beschreven toestand, waarin hij zichzelf evenmin kan hel­pen als een embryo in het moederlichaam, wiens activiteit en bewegingen afhangen van de noodzakelijke uiterlijke toestand van de moeder. Maar toch bestaat er een heel specifieke gesteldheid bij zulke zielen, die enigszins verschilt van de toe­stand van het embryo in het moederlichaam. En dat verschil is -om voor het verstand van de mensen begrijpelijk te spre­ken -dat het embryo, dat een zich nieuw ontwikkelend schep­sel is, in het moederlichaam volslagen lijdzaam is, terwijl een duistere ziel geheel vanuit zichzelf actief en passief tegelijk is en, omdat ze niet wil, niet inactief kan worden omdat zij daar­door niet-lijdzaam zou worden. Maar hoe komt dat?
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[1] Kijk, we zijn al bij elkaar en kijk nu verder; het weggelopen gezelschap is bij de grens van de grote tuin aangekomen. Deze is daar omgeven door een doorzichtige muur die, zoals jullie je er innerlijk van kunnen overtuigen, ogenschijnlijk wel een hele mooie versiering voor deze tuin is; maar omdat hij doorzichtig is, heeft hij de fatale eigenschap dat men daardoorheen voorbij de tuin in een verschrikkelijke afgrond kijkt. Onze gasten zouden nog graag een poging doen om nog verder te komen en zouden ook zonder veel moeite over de muur kunnen klimmen, maar de fatale ons reeds bekende situatie verhindert zo'n onderneming. We zien ons hele gezelschap dan ook totaal verbluft bij de muur staan en geen van de gasten weet nu wat hij verder zal doen. Zoals jullie tevens zien, komen er al verscheidene tafeldienaren op hen af terwijl een aanvoerder van de dienaren naar het wat schuchtere gezelschap toe gaat en hen als volgt aanspreekt: lieve vrienden en broeders, wat hebben jullie nu gedaan? Het gezelschap antwoordt: vergeef ons beste vrienden, we deden niets anders dan datgene wat wij in ons als een noodzakelijke levensbehoefte voelden. We kunnen jou vanuit onze meest innerlijke levensdrang verzekeren dat deze hemel, waarvan de gesteldheid ons nu maar al te goed bekend is, onmogelijk de echte kan zijn en daarom hebben we ook een poging gedaan om in beweging te komen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Vraag: is dat niet de totale tegenpool van de gesteldheid waarin men zichzelf uit liefde tot zijn naaste, van welk geslacht dan ook, helemaal moet vergeten om er helemaal te zijn voor het welzijn van zijn naaste?
Hoofdstuk 117: Hemel en hel - polariteiten in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Laten we eens verdergaan. Hoe groot een mens is en hoeveel hij nodig heeft om zijn huid te bedekken, is eveneens gemakkelijk te berekenen. Het is iedereen toegestaan om zich overeenkomstig de gesteldheid van het jaargetijde, een viervoud aan kleding te verschaffen. Dat is de passende natuurlijke maatstaf voor het aanschaffen van kledingstoffen en het verwerken daarvan. Ik wil daar voor wat de bovenkleding betreft, nog eens zoveel aan toevoegen en, vanwege de verschoning, viermaal zoveel voor het ondergoed.
Hoofdstuk 90: Over de zegen van de wijze beperking - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Heel goed heb jij, Mijn beste Dismas, je missie volbracht en je hebt je nu omwille van Mijn naam zeer verdienstelijk gemaakt. Ik wil je daarom ook geven wat je toekomt; daarna echter ook de door jou gewonnen vrienden, naargelang de gesteldheid van hun hart!' Mij tot Robert wendend: 'Robert, breng wijn en brood en een toepasselijk gewaad voor broeder Dismas! Ik echter zal nu met deze dertig een korte beraadslaging houden. Zo geschiede!'
Hoofdstuk 105: Over de werken van het verstand en van het hart. Dismas brengt de kleingelovigen naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Dismas zegt: 'Voorlopig helemaal niets, want zij zien noch ons noch de deur en kunnen dus ook niet hier binnendringen. Overigens lijkt het, alsof zij pas van de aarde in deze wereld zijn aangekomen, waarschijnlijk van de slagvelden in Hongarije en Italië, want ik hoor heel duidelijk Hongaarse vloeken en ook Italiaanse scheldwoorden. We moeten hen eerst wat tot bedaren laten komen, waardoor zij wat zachtmoediger worden. Dan pas zullen we ons laten zien, want nu zij nog wraakzuchtig zijn valt er niets met hen te beginnen. Laten we hen echter eerst eens een poosje aanhoren, zodat we de gesteldheid van hun hart leren kennen.
Hoofdstuk 122: Het binnendringen van een opgewonden menigte gesneuvelden. De toespraak van de aanvoerder. Zijn oproep tot gebed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Achter deze planeet zie je tien kleinere planeten die allemaal bij deze planeet horen, maar toch een heel andere structuur en gesteldheid hebben dan hun centrale planeet zelf. Hier kun je elk ogenblik iets nieuws zien: Bomen die in de lucht rondzwemmen en nog een heleboel andere, jou tot nu toe nog totaal onbekende dingen. De rook uit de bergen neemt ook allerlei bijzondere vormen aan. De mensen, die een volmaakt uiterlijk hebben zijn meestal rijkelijk gekleed, zodat je behalve hun gezicht niet veel te zien zult krijgen.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5