Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

217 resultaten - Pagina 2 van 15

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15
[6] Becijfer jij maar eens het bedrag dat jij in de tempel voor het ambt van overste in goud en zilver hebt betaald, en dan zul je moeiteloos zien, dat je met dat geld heel gemakkelijk honderd jaar als een vorst had kunnen leven! Laat je hier echter maar eens door de Romeinen bedreigen en vraag de tempel dan om hulp, dan zal men je die niet alleen niet kunnen, maar ook niet willen geven. Hoogstens zal men je voor een paar handen vol zilverlingen met dubbelzinnige troost ongeveer net eender afschepen, als het beroemde orakel van Delphi -natuurlijk voor veel goud en zilver -een vragensteller afscheept, zodat het orakel later altijd gelijk heeft, of de vragensteller nu iets kwaads of iets goeds overkomt!
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Vriend doe wat je wilt, Ik leg je hier geen beperkingen op, maar als je hier een bepaald ambt wilt uitoefenen, dan moet je nu naar buiten gaan en dat buiten met hen in het bijzijn van enige van je onderaanvoerders bespreken!"
Hoofdstuk 117: Aankomst van zieken en Farizeeërs bij Ebahl. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Weliswaar ligt de oorzaak daarvan bij jullie niet in onkunde of eigenzinnigheid, maar in jullie oude gewoonte. Let echter in het vervolg toch meer op, opdat de mensen kunnen merken, dat jullie echt Mijn leerlingen zijn, en je voor de wereld niet de achting verliest die je voor je nieuwe ambt bovenal nodig hebt.
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als jullie echter een hoofd en leider voor jullie werk uitkiezen, bid en onderzoek dan, opdat het ambt niet aan een onwaardige gegeven wordt; want een slechte onverstandige leider is voor een groep mensen hetzelfde, wat een slechte herder voor zijn kudde is. Als hij de wolf ziet komen, slaat hij het eerst op de vlucht en laat de schapen als prooi voor de wolven achter, of hij wordt uiteindelijk zelf een wolf en doodt zijn lammeren geestelijk, zoals dat nu het geval is bij de Farizeeën en hun hogepriesters. Zij lopen in schaapskleren rond, maar inwendig zijn zij verscheurende wolven! Nauwelijks een mug geven zij te eten, maar voor datgene wat zij voor een mug gaven, eisen zij een hele kameel terug!
Hoofdstuk 150: Opdracht aan de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] EBAHL zegt: "Verheven gebieder, beslist niet terwille van het aanzien en het hoge ambt van Romeins burger, maar alleen voor de vrijheid die aan ieder Romeins burger gegeven is, neem ik uw voorstel aan! In mijn hart zal ik wel altijd een echte Jood blijven, -want men kan zich niet te weer stellen tegen de heilige overtuiging, dat het echte oude en ware Jodendom waarachtig uit de hemelen naar de mensen kwam, en dat alleen daarin het heil te zoeken en te vinden is. Maar ten opzichte van de buitenwereld wil ik net zo'n Romein zijn als iemand die midden in Rome uit een onbesproken Romeinse geboren is."
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CYRENIUS zegt: "Maar denk eens, o Heer, aan de pracht en de luxe waarin ik vanwege mijn ambt moet leven en denk eens aan wat U zoëven over de pracht en de luxe van de wereld hebt gezegd!"
Hoofdstuk 14: Hoe passen aardse schatten in ons leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als je iets wilt worden, mag de nodige kennis je beslist niet ontbreken. Als je veldheer wilt worden, moet je met alle kennis voor dat ambt toegerust zijn, omdat je anders als veldheer een slecht figuur zult slaan. Als je apotheker en geneesheer wilt zijn, moet je wel alle daarvoor nodige kennis bezitten!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Daarom moet voortaan al het ware geluk in het huwelijk afhangen van de genoemde huwelijksopperrechter. In de gemeente waar een zeer wijze opperrechter zijn belangrijke ambt zal uitoefenen, zal het er ook weldra het meest gezegend uit zien.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dan zeg IK: "Ook Ik bevestig hem nu, want Mijn geestelijke zalving daarvoor kreeg hij al eerder. Maar jij, Ouran, kunt hem thuis ook nog met nardusolie zalven voor het volk en voor alle groten van jouw rijk, opdat zij weten met wie zij te doen hebben en wat zij hem schuldig zijn. Hij zal jouw rijk beter beschermen tegen de invallen van de Scythen dan een groot leger met de meest uitgelezen soldaten. Ik zal hem daarvoor ook een buitengewone macht geven zodra hij zijn ambt gaat uitoefenen. Nu heeft hij die nog niet nodig en heeft hij voldoende aan zijn wijsheid!"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Mocht je voor veel goud en zilver proberen zijn waardigheid te kopen, dan zal hij zeggen: 'Goud en zilver heb ik toch al, maar mijn waardigheid is meer waard dan alle schatten ter wereld, want ik ben een ambtenaar van God en geen ambtenaar van een werelds vorst, en mijn ambt blijft eeuwig!' Na dat commentaar heb je niets meer in handen en moet je tenslotte nog dansen naar het pijpen van zo'n onverbeterlijke hogepriester! Daarom denk ik dat met deze orthodoxe joden niet zo heel veel te bereiken zal zijn! Toch is je instelling zonder meer zeer godvruchtig. God de Heer kan echter heel veel, wat ons engelen en jullie mensen vaak voor onmogelijk houden."
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Neem nou eens een willekeurige, menselijke betrekking, bijvoorbeeld die van een veldheer of een andere hoge, keizerlijke dienaar! Zolang iemand die waardigheid bekleedt, zal hij ook aanspraak maken op de hem verschuldigde achting en eer, en hij krijgt die ook. Na verloop van tijd kan hij echter ongeschikt voor de dienst en gepensioneerd worden en dan is hij de facto (feitelijk) niets meer en hij maakt zich ook helemaal niet meer druk over zijn vroegere, zware ambt! Maar de hogepriester behoudt zijn aanzien tot aan het graf, en na zijn dood laten de levende priesters ten behoeve hun eigen eer en aanzien een op een tempel gelijkend gedenkteken op het graf zetten en hem goddelijke eer bewijzen! Het priesterdom weet op die wijze de waardigheid lange tijd onaantastbaar hoog te houden en in alle denkbare levensomstandigheden te bewaren.
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Maar u kent wet en geest en moet het kennen en móet.ingewijd zijn in alle waarheid. Daarom zult u ook inzien, waarom van mijn kant alleen al vanwege het volk veel strenger tegen u wordt opgetreden dan tegen een particulier! Want als u niet net zo zuiver bent als de zon, bent u nooit en te nimmer geschikt geweest voor uw ambt! Daarom gaat het u ook absoluut niets aan wat ik, hetzij voor uw beschuldiging, hetzij voor uw verdediging uitvoer! Ga dus weg en zet uw verzoek op de een of andere wijze op perkament en lever dat in opdat ik een bewijsstuk meer, voor of tegen u, in mijn handen heb!"
Hoofdstuk 138: Cyrenius Iaat getuigen uit Caesarea halen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] CYRENIUS zegt: "Ik ben met uw verklaring duidelijk meer tevredengesteld dan met die van de overste, die een heel slimme vos wilde zijn en mijn vangnet net zolang ontweek als maar enigszins mogelijk was. Maar omdat ik meer netten uitzette, raakte hij daarin toch verstrikt en nu staat hij daar als een geraffineerde, grote leugenaar. Maar echt berouw en een volledige, oprechte bekentenis kan alles weer in orde brengen, want hij behoort tot die mensen die heimelijk houden van leugen en bedrog, maar tegenover de mensen toch door hun ambt een hoog en zeer eervol aanzien willen genieten. Zij willen als een profeet in aanzien staan, maar daarbij handelen als een roofzuchtige, rondtrekkende Scythe!
Hoofdstuk 144: Nog meer meningen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De CRITICUS antwoordt: "Ik weet niets slechts over hem. Hij vervulde zijn ambt steeds streng en volgens de Joodse geest. Dat hij zijn vorderingen vaak op een nu juist niet zeer barmhartige wijze opeiste, is bekend, maar er is mij nauwelijks een geval bekend dat hij zich ooit te hard tegenover iemand zou hebben gedragen. Het kan zijn dat hij van vroeger veel op zijn' geweten heeft, wat hij ons natuurlijk nooit heeft verteld, maar sinds zijn aanstelling hier is ons niets bekend, behalve dat hij gisteren tijdens het wonderlijke voorval echt wat te veel aandrong op offers. Het volk zelf gaf daartoe echter de meeste aanleiding!"
Hoofdstuk 147: De overste valt door de mand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Want Ik zeg je: "Wie tot Mij komt en zegt: 'Heer, Heer!, is nog lang geen vriend van Mij. Dat is alleen diegene, die Mijn wil doet. Mijn wil verlangt echter, dat jullie je vanwege een ambt niet als persoon boven de andere mensen zult verheffen!
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15