Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

448 resultaten - Pagina 2 van 30

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Want Maria wist in haar hart wel dat Mijn tijd nu gekomen was om als de verwachte Messias op te treden en te werken; maar ze wist, net als zoveel anderen, niet waaruit Mijn werk zou bestaan. Ook zij geloofde voorlopig nog steeds in de volledige verdrijving van de Romeinen, en aan de oprichting van de machtige troon van David en het daaraan verbonden onwrikbare en onoverwinbare, goddelijk heerlijke aanzien, dat vanaf dat moment niet meer zou ophouden.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De goede Maria en Mijn hele aardse familie dacht dat de Messias een overwinnaar van de Romeinen en andere vijanden van het beloofde land zou zijn; immers de brave mensen hadden van de beloofde Messias ongeveer dezelfde foute verwachting, die veel eerbare mensen in onze tijd ook hebben van het duizendjarige rijk. Maar het is nog niet het juiste moment om hen tot andere gedachten te brengen.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Omdat dus Mijn eigen huis, te beginnen met Maria, zulke verwachtingen van de toekomstige Messias had, is het niet te verwonderen, dat andere bevriende families er net eender over dachten.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Allen, die op deze bruiloft aanwezig waren, geloofden nu vast en zeker dat Ik echt de beloofde Messias was.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ik zeg echter zachtjes tegen Petrus: ' Je vlees heeft je dat niet ingegeven, maar de Vader, Die in Mij is, heeft het aan je geest geopenbaard. Maar van nu af aan moet je je wat inhouden; er komt later nog wel een tijd, dat je zo hard moet roepen, dat de hele wereld je hoort!' - Daarop kwam er weer rust onder de gasten en door deze daad geloofden nu allen in Mij en zagen in Mij de echte Messias, Die gekomen was om hen van alle vijanden te verlossen.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Toen de Joden zo voorgelicht waren door de leerlingen, kwamen ze weer naar Mij terug en zeiden: 'Na alles wat we nu van Uw openhartige leerlingen over U gehoord hebben, ziet het er naar uit dat U zonder enige twijfel de Beloofde bent! - Het getuigenis van Johannes, die wij kennen, spreekt geweldig voor U, en Uw daden doen dat niet minder, maar wat U tegen ons gezegd hebt is daar nu juist het tegendeel van. - Hoe kan de Messias in Zijn daden een God en in Zijn woorden een dwaas zijn! - Verklaar ons dat, en wij allen nemen U aan en willen U met al het mogelijke steunen!'
Hoofdstuk 14: Het afbreken en opbouwen van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Omdat ze deels gedreven werden door nieuwsgierigheid en deels door een soort gelovig vermoeden, dat Ik toch de Messias zou kunnen zijn, kwamen ze 's nachts en bezochten Mij om nader kennis met Mij te maken. Meestal verdwenen ze nogal verongelijkt, omdat het ze stak, dat Ik met hen niet minstens zo goed en aardig omging als met de vele armen, die onafgebroken Mijn goedheid en vriendelijkheid roemden.
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Na haar hart even de tijd gegund te hebben, vroeg Ik haar of ze niets wist van de Messias, Die komen zou.
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (De vrouw zegt tot Hem: 'Ik weet dat de Messias komt, die Christus wordt genoemd; als Hij zal komen, zal Hij ons dat dan allemaal verkondigen?' Joh. 4:25) Daarop zegt de vrouw, terwijl haar wangen nog erg rood zijn en ze diep ademhaalt: 'Heer, wijze profeet van God, ik weet wel dat de beloofde Messias moet komen en dat Christus zijn naam zal zijn! Als Hij echter komt, dan kan Hij toch alleen maar datgene verkondigen, wat u nu tegen mij gezegd hebt?! Maar wie zal ons zeggen wanneer en waarvandaan de Messias zal komen? Misschien weet u, omdat u zo door en door wijs bent, ook over de komst van de Messias iets naders te vertellen? Want ziet u, we wachten allang en er is helemaal nog geen sprake van de Messias! U zou mij daarom een buitengewoon plezier doen als u me zou willen vertellen, wanneer en waar de Messias precies komen zal om Zijn volk van al zijn vele vijanden te verlossen! O zeg het mij, als u het weet! Misschien zou de Messias Zich ook over mij ontfermen en mij helpen als ik Hem dat zou smeken?!'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Hij ging echter door met praten, net zo wijs als eens Elia, en vertelde mij alles wat ik ooit gedaan had. Aan het eind begon hij zelf over de Messias en toen ik hem nog vroeg, waar, hoe en wanneer de Messias zal komen, keek hij mij liefdevol en ernstig aan en zei met een stem die mij door merg en been ging: 'Ik ben het, Die nu met je praat!' ,
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ga toch naar buiten de stad en zie voor uzelf of dat niet werkelijk Christus, de beloofde Messias, is. Naar mijn mening is Hij het zeker, want grotere wonderen dan deze mens doet, zal Christus, als Déze het niet zou zijn, nooit kunnen doen! Ga dus naar buiten en overtuig uzelf! Ik ga nu vlug naar huis om betere kleren aan te trekken want zo kan ik niet in Zijn hoge bijzijn gekleed gaan! Als Hij de Christus niet zou zijn, dan is Hij toch zeker méér dan een profeet of een koning van het volk.'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] (Toen gingen zij de stad uit en kwamen naar Hem toe, Joh, 4:30) Daarop nodigen ze nog meer mensen uit om met hen naar buiten te gaan naar de Jacobsbron, en zo gaat er een optocht van bijna honderd mensen, zowel mannen als vrouwen naar buiten om de Messias te zien.
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Want sommigen van hen, die de schrift goed kenden, zeiden: 'Deze spreekt als David, die zegt: 'De geboden des Heren zijn waar en verblijden het hart; de geboden des Heren zijn zuiver en verlichten de ogen! De vrees des Heren is onverdeeld en blijft eeuwig en de rechten des Heren zijn onloochenbaar en geheel en al rechtvaardig. Ze zijn kostbaarder dan goud en veel fijn goud; ze zijn zoeter dan honing en honingzeem. Uw wil, Heer, doe ik graag en Uw wet heb ik in mijn hart; ik wil Uw gerechtigheid prediken in de wereld. Zie, ik wil mij de mond niet laten snoeren, Heer, dat weet u. Uw gerechtigheid verberg ik niet in mijn hart; ik spreek van Uw waarheid en Uw heil. Ik verberg Uw goedheid en Uw trouw niet voor de wereld' - Wij weten, en dit getuigenis van ons is vol waarheid en kracht, dat Degene, Die zo spreekt en handelt zoals David vóór Hem in Zijn naam sprak en handelde, dat dat werkelijk de beloofde Messias is. Hij is de enige, Die na David zo gesproken en gedaan heeft als David; daarom is Deze ongetwijfeld de Christus, de eeuwige gezalfde van God! Deze willen we daarom geheel en al aanvaarden!'
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De dokter zegt: 'Jullie Mozaïsche letterknechten! Hard lopen op een sabbat, die, daar de zon al ondergegaan is, nog slechts een na sabbat is, vinden jullie zondig; maar als je op de sabbat je vrouwen maagden verkracht en met hen de grofste ontucht, hoererij en echtbreuk pleegt, hoe vinden jullie dat dan? Heeft Mozes geboden om dat op een feestdag te doen?' De Samaritanen zeggen: 'Als het nu geen sabbat was, dan zouden we je voor zo'n uitspraak stenigen, maar voor deze keer laten we je gaan!' De dokter zegt: 'Nou, nou, jullie durven nogal, juist op een moment waarop de lang beloofde Messias vlak voor de poort van Sichar wacht en ik Hem snel tegemoet ga om Hem te zeggen, dat in Zijn huis alles al voor Zijn ontvangst klaar staat! Hebben jullie dan nog niet gehoord, wat vandaag voor de poort van onze stad gebeurd is?'
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De Samaritanen zeggen: 'We hebben wel gehoord, dat bulten bIj de bron een verzameling Joden gelegerd is, en dat een Jood, waarschijnlijk hun aanvoerder, zegt dat Hij Christus is. Jij bent dokter en toch begrijp je niet dat de Joden een streek bedacht hebben en nu ons, die ze voor sukkels aanzien, er in willen laten lopen?! Dat zou me een mooie Messias voor ons zijn! Denk je dan dat we hem niet kennen?! Komen wij ook niet uit Galiléa en zijn wij niet jouw geloofsgenoten volgens de ondubbelzinnige wetten van Mozes?! Omdat wij echter uit Galiléa komen, kennen wij deze Nazareeër, die de zoon van een timmerman is. Omdat hij geen zin heeft om nog te werken, Iaat hij zich nu als een schandelijk werktuig van de Farizeeën gebruiken, doet een paar aangeleerde toverkunsten en geeft zich op hun kosten voor Messias uit! En ezels en ossen van jouw slag lopen er in en geloven zijn verlokkende woorden! Ze zouden ze allemaal op moeten pakken, met stokken behoorlijk afranselen en vervolgens als vuil en drek over de grens moeten gooien!'
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...