Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22721 resultaten - Pagina 2 van 1515

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Ik zei: 'O ja, waarom zou Ik dat niet doen? We hebben daar immers nog tijd genoeg voor, je kunt dus rustig naar Mij luisteren! Kijk! Als zelfs de zielen van stenen, planten en dieren voortleven en in de toestand, waarin ze vrij zijn van de materie, laten we zeggen, al in menselijke zielen kunnen overgaan door zich met elkaar te verenigen, en vervolgens in het lichaam van een mens tot ware mensen kunnen worden, dan zullen de zielen van de pre-adamieten toch ook een verder leven hebben, zoals ook de zielen van de mensen van alle andere werelden in de eindeloze scheppingsruimte eeuwig voortleven.
Hoofdstuk 74: De zielsontwikkeling van de pre-adamieten (16.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Nu heeft de schriftgeleerde in jou gesproken; maar hij heeft met deze woorden ook duidelijk laten zien dat hij de Schrift nog nooit ook maar in het minst begrepen heeft - en het allerminst de boeken van Mozes! Destijds was het voor de in Egypte sterk ontaarde joden noodzakelijk dat hun een dag werd aanbevolen, waarop ze zouden rusten van het slaafse werk en naar Gods woord konden luisteren; want zonder zo'n gebod zouden ze net als voorheen, zoals ze daar in Egypte aan gewend waren geraakt, vast geen enkele dag rust hebben gekregen en er al helemaal niet toe gekomen zijn om naar Gods woord te luisteren. Want het joodse volk was zinnelijk en dag en nacht waren ze alleen maar bezig om te kijken hoe ze zich middelen konden verschaffen om hun buik met vlees te vullen Daarom gaf God destijds ten eerste om heel natuurlijke en ten tweede om geestelijke redenen een bepaalde dag om te rusten en om naar Gods woord te luisteren, en wel dezelfde dag als de aartsvaders tot rustdag gekozen hadden, namelijk de sabbat.
Hoofdstuk 91: Een schriftgeleerde beroept zich op Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wanneer jullie allemaal zo de waarheid aan de mensen zullen verkondigen, zullen ze niet woedend bij jullie weggaan, maar zullen naar jullie luisteren en later als ware vrienden van de waarheid leven. Want wat jullie voorheen zelf niet hadden, konden jullie ook niemand geven, wat ieder met enig inzicht begiftigd mens zal begrijpen, en hij zal daar ook niet boos om worden.
Hoofdstuk 156: Het advies van de Heer aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] De vreemdelingen, voor het merendeel Grieken en Romeinen, zeiden: 'Ach, ga weg met je oude Joodse geknars! In de muziek, die goddelijke kunst, zijn immers alleen de Grieken thuis! Als de mensen daar aan de hoofdtafel naar je willen luisteren, hebben wij daar niets op tegen; maar van ons zul je geen beloning krijgen.'
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik zeg jullie: de nieuwe Koning der Joden moet door degenen die Hem werkelijk willen kennen, vooral in de geest en in alle waarheid herkend worden, en dan zal ook Zijn persoon weldra gemakkelijk te herkennen zijn. Maar jouw dochter wilde jou toch uit haar droom, drie dagen geleden niet ver van Damascus, de persoonlijke gestalte van de Koning beschrijven; waarom wilde je daar eigenlijk niet naar luisteren?'
Hoofdstuk 106: De droom van het meisje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Daar zullen jullie ook een wonderbaarlijke jongeman aantreffen; hij zal jullie veel verheven wijsheid meedelen, als jullie naar hem willen luisteren! (Dat is namelijk Rafaël, die van tijd tot tijd zichtbaar aan het hof van Cyrenius verbleef.)
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan de Perzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Vragen staat vrij, maar antwoorden ook! Het ligt weliswaar niet altijd in Mijn orde om van tevoren te bepalen wat Ik ga doen, want alles hangt af van Degene die in Mij woont; en Ik, die nu ook slechts een mens van vlees en bloed ben en een onsterfelijke ziel heb, moet naar die Geest in Mij luisteren. Pas als Hij tegen Mij zegt: 'Ga hier of daar heen, doe dit of dat!', dan pas weten ook Mijn vlees en bloed het. Maar deze keer heeft de Vader in Mij al gesproken, en Ik weet wat Mij te doen staat en kan het jullie dan ook wel vertellen
Hoofdstuk 146: De Heer bezoekt de arme vissers in de baai (16.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar Rafaël zei:'Vriend, je hoeft alleen maar te luisteren naar wat ik daar in het kort allemaal over zal zeggen; dan zul je een goede begrijpelijke verklaring krijgen voor de ervaringen die je hebt opgedaan en tot nog toe niet hebt begrepen!
Hoofdstuk 183: Het onderricht van Rafaël (12.5.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Gisteren op de berg heb je toch de ziel van je vader en de zielen van verschillende bekenden van je gezien en zelfs gesproken, en je hebt ook het zinloze bestaan van heel veel zielen aan gene zijde gezien. Ik zeg je dat door Mijn talloze engelen ook aan hen het evangelie verkondigd wordt. Degenen die daar naar luisteren, het aannemen en zich ernaar richten, zullen ook de zaligheid bereiken, maar niet zo gemakkelijk en snel als op deze aarde, waar de mens veel en dikwijls heel zware strijd heeft te leveren met de wereld, met zijn vlees en met nog heel veel andere dingen -al is dat ook maar van korte duur -en waardoor hij alle mogelijke geduld, zelfverloochening, zachtmoedigheid en deemoed leert.
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Allen zeiden: 'Spreek nu maar verder en vertel ons wat je van de commandant en in het bijzonder van de Godsman hebt gehoord; want van al datgene waar jij van overtuigd bent dat het de volle waarheid is, daar zijn wij evenzo van overtuigd! Kom dus maar meteen ter zake; wij zullen met de grootste aandacht naar je luisteren!'
Hoofdstuk 87: De priesters worden door hun collega's ondervraagd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar er zullen weldra ook een groot aantal valse profeten in Mijn naam opstaan; ze zullen het volk onderrichten ter wille van hun eigen gewin en het verleiden door valse tekenen, die ze van de magiërs hebben geleerd. Neem dergelijke valse leraren en profeten niet op, ook al zullen ze luid roepen: 'Kijk, hier, of daar is de Messias, de Gezalfde Gods!', maar toon hun met liefde en ernst dat ze tegen Mij zijn en handelen.Als ze naar jullie luisteren en van hun verkeerdheid afzien, dan mogen jullie hen ook als vrienden beschouwen en behandelen; als ze echter niet naar jullie luisteren en zich niet bekeren, verjaag hen dan uit de gemeente!
Hoofdstuk 139: De vraag naar de naaste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[25] De metgezel van Dismas wilde daar echter niet naar luisteren, maar riep de anderen, die langzaam achter hen aan liepen, om hem te hulp te komen en samen met hem Mij en Mijn leerlingen naar de stadsrechter te brengen.
Hoofdstuk 163: De Heer en de Farizeeën voor de stadspoort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei tegen hem: 'Zeg tegen Mijn beste Lazarus dat hij God moet zoeken waar hij denkt dat hij Hem zal vinden! Als hij weet dat Hij in de tempel woont, dan moet hij doen wat de tempel verlangt; maar als hij weet dat Jehova daar niet woont, wat vraagt hij dan naar de tempel en de priesters daarvan? Mij zijn die kinderen het liefst, die zich in hun hart met de Vader verenigen en daar luisteren naar wat Hij hen aanraadt om te doen! - Ga dat tegen je heer zeggen! ,
Hoofdstuk 58: Het afscheid van Efraïm. Vertrek naar Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] De geest van liefde en genade is in je en is in alle wijsheid. Wie hem verneemt zal alles tot in de diepste diepten doorgronden; en hij zal de doden navorsen en zij zullen hem antwoorden, en hij zal de levenden doorzien en hun liefde zal hem verkwikken en hun licht zal hem verheugen; en hij zal zijn oor op de aarde te luisteren leggen en het gras zal hem de geheimen van de liefde vertellen, en het aardrijk zal hem zijn diepten onthullen, en de bergen zullen zijn stem horen en de klank van zijn woord zal tot in het merg van de aarde doordringen; en wanneer hij de zee zal aanschouwen, dan zullen de stralen uit zijn ogen alle druppels ervan doorlichten en ieder zandkorreltje doordringen; en indien er daar nog vol ongeduld geesten op hun gericht wachten, zullen ze naar het licht van zijn ogen toestromen, zoals de vissen en het kruipend gedierte van de zee en van de wateren zich naar een boven het wateroppervlak gehouden fakkel bewegen, en zij zullen zich laten vangen om verlost te worden uit de kerkers van de eeuwige nacht, en zij zullen de liefde herkennen en hun dorst stillen met het water der erbarming en opgroeien tot de zwakte, tot de sterkte en tot de kracht uit de liefde van de Vader en van het Woord, dat de liefde is in de Vader en van de Geest, die de kracht is in beiden.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En toen opende de nieuwe vorst zijn mond en sprak op zeer gebiedende toon: "Mijn onderdanen, luisteren jullie allemaal, zowel de mannelijke als de vrouwelijke! Niemand beschouwe ooit wat dan ook als zijn eigendom, maar slechts als het mijne, opdat er aan het onderlinge ruziën en twisten een einde komt! Daarom zullen jullie in de toekomst alleen mij dienen en alleen ten behoeve van mijn voorraadkamers werken; afhankelijk van je vlijt zullen jullie te eten krijgen en de meest getrouwen zullen mij dichter mogen naderen dan de minder getrouwen en de opzieners en de voltrekkers van het recht en de uitvoerders van de gerechte straffen zullen betere kost krijgen. Wee de ongehoorzamen! Die zal ik naar de bergen laten verdrijven en de dieren daar zullen ze wurgen en verscheuren. Maar degenen die mijn wetten uit traagheid, onopmerkzaamheid en uit lichtzinnigheid overtreden, zullen tot bloedens toe met roeden getuchtigd worden; maar degenen die het zouden wagen mij in wat voor opzicht dan ook tegen te spreken, zullen met slangen getuchtigd worden tot in het merg van hun gebeente en hun tong zal uitgetrokken worden en aan de slangen worden toegeworpen als voedsel. En wie mij met schele ogen aan zal kijken, zijn ogen zullen uitgestoken worden, zodat hij voortaan zijn vorst niet meer kan zien. De trage echter zal een lastdier worden en zal als een lastdier behandeld worden met stokken en knuppels, zodat zijn voeten vlugger en zijn handen rapper worden.
Hoofdstuk 23: De bevelen van Hanoch, de tiran - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...