Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

44 resultaten - Pagina 2 van 3

1 - 2 - 3
[3] Ik zei: 'Dat was weer eens zo'n echt menselijke, blinde vraag van jullie! Als Ik in de dingen en verschijnselen ook in deze materiële natuur geen groter en inniger welbehagen zou hebben dan jullie, zou er van deze hele aarde met alles wat erop, erin en er boven is, heel gauw geen puntje meer aanwezig zijn.
Hoofdstuk 152: De leerlingen vragen de Heer naar de reden van Zijn vreugde over natuur (27.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Dat kunnen jullie doen krachtens het levende woord, dat Jezus Christus is, ofwel de eeuwige liefde en wijsheid in Mij, waaruit al het goede en ware vloeit. De liefde is je vanaf het allereerste begin gegeven; want zij is het werkelijke leven in jullie, alsmede de macht in Mijn schepselen, die weliswaar ook uit Mijn liefde voortkomt, maar toch niet de liefde zelf is, omdat er in haar geen vrijheid is, maar alleen de uitwerking van de liefde, die echter op zichzelf beschouwd levenloos is, - vandaar dat ook alles wat uit macht voortkomt op zichzelf beschouwd dode stof is, waarvan het leven slechts schijn is, - in werkelijkheid is het echter de dood. (22 maart 1840)
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[74] Mijn lange tijd verblinde ogen waren nu onafgewend gericht op dit uiterst kleine flikkerende puntje. En toen ik mij verbaasde over dat flikkerende lichtje, O luister, toen opeens klonken er heel duidelijk klanken in mijn reeds geheel doof geworden oren - het waren geen woorden, noch menselijke stemmen, ook was het geen bruisen, geen suizen, geen woeden -, O luister, deze tonen leken op het fluiten van de herders, net als toen zij zo dikwijls volgens het aloude gebruik de schapen van Abel om zich heen wilden verzamelen, en deze dan met vlugge pas kwamen om de zorgzame herder met hun hemelwaarts geheven koppen verbaasd aan te zien.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar hoe staat het vervolgens met de vaststelling van de ordening krachtens welke ieder wezen de hem gegeven vorm moet behouden en zich niet naar vrije willekeur kan veranderen? De Schepper, onze heilige God en Vader, heeft het aldus ingesteld dat is en zal voor eeuwig waar zijn! -; maar moet datgene wat bij de schepselen en de kinderen de onveranderlijke vorm bepaalt, bij de Heer niet een door Hemzelf vastgestelde wet zijn, die Hij tot op het laatste oneindig kleine puntje in acht moet nemen, indien door Zijn oneindige liefde de schepselen zodanig zullen blijven als Hij hen uit Zijn eeuwige ordening vastgesteld heeft?
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En er was ook nog een beekje, met een sterk verval van de berg neerkomend. Maar zijn water stroomde niet omlaag het dal in, maar het stond­ of hing ­stil in zijn bedding! Het leek wel of op de aardbodem alles plotseling levenloos was geworden. ..; je zag geen enkele beweging!
Hoofdstuk 15: Maria in de grot. Jozef zoekt te Bethlehem een vroedvrouw. Wondere ervaring van Jozef. Getuigenis van de natuur. Jozef ontmoet een vroedvrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Als zulke machtige mannen al voor Hem neervallen, waarlijk, dan zal het voor een ziekelijk en zwak iemand als ik ben niet raadzaam zijn om voor Hem te blijven staan; en daarom wil ook ik mij verdeemoedigen tot het uiterste puntje van mijn kleine teen!'
Hoofdstuk 100: De macht van Gods liefde en genade ten aanzien van Horadal, de legeraanvoerder van de laagte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[37] Voor Ik jullie echter verder in Mijn huishouding zal leiden, wil Ik je in het kort iets over Mijn engel* (* Betreft het gedicht 'De engel'.) zeggen, - vooral tegen diegenen die vanuit wereldse motieven in bijna iedere regel wel wat op de grammatica aan te merken hadden. Daar hun hart daarbij niet speels is, moeten zij daar waar Mijn zwakke geheimschrijver van Mijn nieuwe Woord ergens een streepje teveel of te weinig gemaakt heeft tengevolge van zijn aloude gewoonte van onopmerkzaamheid, het volgens hun inzicht aanvullen, zo ook wat verkeerd gespeld is en het puntje op de i; maar wie het zou wagen, ook maar één woord te verplaatsen of een betere verklaring te zoeken of zonder noodzaak een bepaalde overbodige basis te zoeken, die zal Ik met boze ogen aanzien. Zoek niet het woord in de zin, maar de zin in het woord, als jullie tot de waarheid willen komen; want de waarheid is in de geest, maar de geest is niet in de waarheid; dat zou ook onmogelijk zo kunnen zijn, omdat de geest vrij is en voorrang heeft op iedere regel om waarheid uit zichzelf te scheppen. Daar jullie dat zelfs al van je genieën zeggen, waarom kijken jullie dan vervolgens met zeer kritisch ogen naar Mijn geest, alsof een schooljongen je het een of andere slechte proefwerk ter correctie zou hebben gegeven?! Daarom, als iemand meent dat Mijn kleding niet deugt voor deze wereld, laat die Mij maar thuis houden; maar het zal voor eenieder verdienstelijker zijn, aan Mijn geschrift een aan haar ontnomen regel toe te voegen dan wereldse kritiek, - want het is veel zaliger om te geven dan om te nemen! Begrijp dit goed! Amen.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[69] O luister en zie wat ik heb moeten horen en zien op die donkerste plaats van de tiende zuil! Luister, alle eerdere zuilen hadden nog meer of minder een eigen licht, - ja zelfs de negende zuil was door een bontgekleurd, dof geflakker omgeven; maar deze, naar volgorde, tiende zuil had niet één ook nog zo dof schijnend puntje, ja zij was zo duister dat ik haar slechts kon voelen, maar niet zien, ondanks de meest intensieve inspanning van mijn geestelijk gezichtsvermogen en of er nu water, zand of alleen sombere, lege en nietige ruimte haar omgolfde, omstoof, omgaf, - luister, dat was allemaal gruwelijk verborgen voor het onderzoekende oog van de dromende Kenan in die ongelooflijk sombere zwarte nacht die de tiende zuil omhulde.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] O Abedam, meer dan heilige God en Vader! Nu hebt U ook het middelpunt van de aarde en de bergen, de zee en alles wat er ook maar enigszins levenloos was, een eeuwig onvergankelijk leven gegeven!
Hoofdstuk 125: Henochs woorden van dank en prijs. Levensvreugde als beste dankbetuiging ten aanzien van de Schepper - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] O bovenal benijdenswaardige steen, kon ik maar zijn zoals jij, waarlijk - al had ik duizend van de meest volkomen levens in me -, dan zou ik die allemaal weggeven voor één atoom van jouw allergelukkigste wezen, vooropgesteld dat je werkelijk zo levenloos en ongevoelig bent als je lijkt te zijn!
Hoofdstuk 127: De trage Enos staat afwijzend tegenover het leven en prijst het niet-zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Slechts een puntje voor het lichamelijke oog, en hoe groot is het voor de geest, het leven vanuit God! Een machtige zon, vervuld van de wonderen van het leven der liefde van de heilige Vader!
Hoofdstuk 129: Het lied over het leven van Kenan, de zanger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] O zie, hoe vrij en hoe licht heeft de eeuwige geest van ons hart, dit wonderbaarlijke leven in ons, al die eindeloze ruimten overwonnen; daar stond hij, een machtige held in de ontzettende diepte en keek met heilige schroom en zag het schitterende puntje uitgroeien tot een onnoemelijk verheven zon vol wonderen van het leven der liefde van de heilige Vader!
Hoofdstuk 129: Het lied over het leven van Kenan, de zanger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] 'Luister, mijn kind! Jouw wijsheid schijnt te zijn vergeten op welk puntje je nu bevindt!
Hoofdstuk 155: Adam dreigt de vreemdeling met scherpe woorden en verbanning. De onthulling van de vreemdeling als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Een druppel van dat vergif - dat is zoveel is een nog zo kleine en onschadelijk lijkende visite in naam van de wereld in jullie - vergiftigt gemakkelijk de hele gezonde geest. Die wordt daardoor heel zwak en levenloos in jullie ziel, waardoor de ziel dan zeer ontvankelijk wordt voor het aanwakkeren van de hoogmoed en steeds meer begint te zoeken hoe en waar ze de juiste erkenning van haar verhevenheid kan vinden!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En mijn loon en dat van de koning is nu dat zij ons de rug heeft toegekeerd, en dat wij allen hoogstwaarschijnlijk binnenkort de eer zullen hebben door een geheel onschuldig puntje van een giftige naald ook heel eenvoudig en onschuldig in het gras te zullen bijten; of wij worden met zachte woorden gedwongen de stad Hanoch voor goed te verlaten om dan ergens temidden van tijgers, hyena's en beren onderdak te zoeken! - Wat denk je, Gurat, - heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3